dinsdag 18 juni 2024

Amélie Nothomb en ik


WE HEBBEN iets gemeen, Amélie Nothomb en ik: we lezen elkaars boeken niet. Na deze pretentieuze openingszin haast ik me eraan toe te voegen dat er voor de rest alleen maar verschillen zijn: zij is een succesauteur, ik ben een minor writer; zij is kosmopoliet, ik ben een provinciaal; zij gebruikt nooit internet, ik schrijf alleen digitaal; de jonkvrouw beweegt zich in hogere kringen, ik beweeg me langs de vloedlijn; we dragen verschillende hoofddeksels… Wanneer ik dan onverwachts ontdek dat ik het met haar eens ben, wijd ik daar een stukje aan.
‘Er bestaat een misverstand over literatuur (…) De essentie van literatuur is de daad van het schrijven zelf. Als je dat niet snapt dan ben je verloren. Rainer Maria Rilke heeft dit inzicht subliem verwoord in zijn Brieven aan een jonge dichter. Rilke heeft me de literatuur leren kennen en heeft me het recht gegeven om te schrijven. Als je de rilkiaanse essentie van het schrijven niet begrijpt, hou er dan meteen mee op.’ (°)
Daar moet ik niets aan toevoegen, tenzij misschien deze verwijzing naar iets wat ik meer dan tien jaar geleden al in De Laatste postte: Waarover ik het met Mario Vargas Llosa eens ben. Nothomb, Rilke, Llosa… 't Wordt tijd dat ik dat ook eens schrijf, zo'n brief aan een jonge schrijver. (Kortelings op dit scherm.)
Flor Vandekerckhove

(°) DSL, 15 juni 2024.

1 opmerking: