Stijn Streuvels laat me altijd aan Maksim Gorki denken. Komt dat
doordat beiden over de werkman schrijven? Misschien wel. Komt het doordat beiden selfmade men in de literatuur zijn? Dat
ook. Toch komt 't vooral door hun machtig grote snorren. Telkens
ik een portret van Streuvels zie, zeg ik: zo’n snor had Gorki ook.
Dat laatste blijkt niet te kloppen. Dat zie ik nu ook omdat ik de twee naast elkaar plaats. De indrukwekkende beharing die ze daar hebben is niet deze van een identieke snor. Deze van Streuvels heeft opwaartse uiteinden, Gorki's gaan neerwaarts. In snorrenland is dat een niet onbelangrijk verschil.
Dat laatste blijkt niet te kloppen. Dat zie ik nu ook omdat ik de twee naast elkaar plaats. De indrukwekkende beharing die ze daar hebben is niet deze van een identieke snor. Deze van Streuvels heeft opwaartse uiteinden, Gorki's gaan neerwaarts. In snorrenland is dat een niet onbelangrijk verschil.
In een boekje (*) dat hij over Streuvels schrijft, vertelt Hedwig Speliers dat hij in 1965 een brief van de Nederlandse Nico Rost toegestuurd krijgt. Die vertelt hem over
een bezoek dat hij aan Streuvels brengt en waarbij hem het
portret van Maksim Gorki opvalt, dat op Streuvels’ schrijftafel staat.
Flor Vandekerckhove
(*) Hedwig Speliers. Omtrent
Streuvels. Het einde van een myte. Uitg. Brugge, J. Sonneville, 1968.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten