VROEGER, toen mijn vuurtorenlicht nog strak op de wereld gericht stond, trok ik op 1 mei telkens naar Gent. Daar verbroederde ik met oud-strijdmakkers⇲. Nu doe ik dat niet meer, naar Gent trekken. Nu mijn blik zich vooral op dit scherm⇲ richt, beleef ik 1 MEI op geheel eigen wijze, met name door er ieder jaar een stukje aan te wijden. Het lemma ‘eenmeifeest’, ter rechterzijde van de blog, verzamelt er al negen, verleden jaar postte ik nog ‘George Orwell. Portret van de schrijver als socialist’⇲. Ge ziet: ’t is niet omdat ik in geen stoet loop, dat ik er niet met mijn gedachten bij ben.
Waar ik ook met mijn gedachten bij ben is Heimelijke vreugde 2⇲ van wijlen A.L. Snijders⇲, boek dat voor mij destijds de weg opende⇲ naar het handpalmverhaal⇲. Ik ben dat boek nu aan ’t herlezen en stoot daarbij op een voor deze dag passend verhaal:
Waar ik ook met mijn gedachten bij ben is Heimelijke vreugde 2⇲ van wijlen A.L. Snijders⇲, boek dat voor mij destijds de weg opende⇲ naar het handpalmverhaal⇲. Ik ben dat boek nu aan ’t herlezen en stoot daarbij op een voor deze dag passend verhaal:
‘Omdat ik twee dochters heb die een onafhankelijke koers varen, heb ik verscheidene ex-schoonzoons. Een van hen is los arbeider. Hij heet Peter F. en heeft niet lang geleden als uitzendkracht gewerkt (…) Hij had het er naar zijn zin. Hij kon er echt werken, machines bedienen, handelingen verrichten, heen en weer lopen. Zijn leven had zin. Er werd in ploegendiensten gewerkt en soms moest hij dan ook vroeg op, zeer vroeg, eigenlijk in de nacht. (Waarschijnlijk vindt iedereen dat normaal, maar ik niet, ik vind het niks, in de nacht moet men slapen — of, in ieder geval, in, bed liggen —, niet werken, zo is het niet bedoeld.) Maar hij hield zich kranig, hij was tenslotte arbeider. Een ochtend had hij zich echter verslapen en hij kwam te laat, een halfuurtje of zo, maar de dienstdoende vloerchef was streng, hij mocht zijn dag uitdienen en daarna hoefde hij niet meer terug te komen. Hoezo Dickens⇲, waarom denk ik toch steeds aan die man?’
Bij de krantenstukjes zit ook telkens het briefje van A.L. Snijders aan de redacteur. Daarin schrijft hij deze keer iets wat, zo lijkt het wel, speciaal voor 1 Mei bedoeld werd:
‘Dit stukje is mijn bijdrage aan de klassenstrijd die natuurlijk nooit ophoudt. Bazen en knechten, waarom zou daar ooit wat aan veranderen? De gezichten veranderen en de excuses. En natuurlijk de algemene welvaart. (…) De klassen zijn wat onoverzichtelijker geworden, en het sociale vangnet iets beter; dat is alles.’
Afsluiten doe ik op deze dag met een zeer mooie versie van de Internationale. Wie op facebook zit klikt hier⇲.
Flor Vandekerckhove⇲
Flor Vandekerckhove⇲
1 opmerking:
mooi, maar onze leeftijdgenoten verdwijnen stilaan, toch blijf ik mijn ergernis uiten door mee te stappen bij de metallo's die al zo lang verleid worden door de sociaal democratie...en andere verwantschappen.
Een reactie posten