donderdag 30 juni 2022

Het leger der oma's

 

Ongezien is een van de 200 driezinnenverhalen die ik aan ’t schrijven ben, nauwelijks drie zinnen lang: opening, midden, slot, telkens één zin. Dit is nummer 80, nog 120 te gaan.

In Ongezien laat ik me inspireren door Bill Domonkos, meer bepaald door een van diens gif-kunstwerkjes die zich in de categorie Fair Use op ’t internet bevinden (Wikimedia Commons, Pinterest, Wikiart etc) en in mijn Youtubefilm uitsluitend gebruikt voor niet-commerciële doeleinden. Bij 't declameren van Ongezien (zie 't YouTubefilmpje onderaan deze post) begeleid ik mezelf op strumstick. Drummer Parker bepaalt het ritme (klassieke rockpatronen en bombastische films op toms), z’n drumstel is vintage met demping. De Black Alley Bass haal ik uit de loops van GarageBand. (Flor Vandekerckhove↗︎)



120 — Ongezien — Op den duur bestond het leger van de jonge republiek uitsluitend nog uit oma’s, soms jong, soms oud. De oorlogsmisdaden die ze pleegden waren ongezien. Het oorlogstribunaal vond er geen woorden voor. (Flor Vandekerckhove)


Ongezien op YouTube

www.youtube.com/watch?v=p6DfEFe0X7c

[171]

woensdag 29 juni 2022

Stop de waanzin!

Tania begint weer te wandelen en ik beschrijf mijn avonturen op de weg. 
Maar waarom kijk ik zo beteuterd? 


Wie vanaf mijn deur via Vlaamse routes nationales tot in ’t hart van Heuvelland rijdt, wordt onderweg, op akkers en beemden, geconfronteerd met slogans, sommige oud, sommige nieuw, maar altijd zeggend Stop de waanzin! Tegen bovengrondse kabels: Stop de waanzin! Tegen een verkaveling: Stop de waanzin! Tegen windmolens: Stop de waanzin! Tegen ’t rechttrekken van een kromme baan: Stop de waanzin! Tegen het kromtrekken van een rechte baan: Stop de waanzin! Tegen milieumaatregelen: Stop de waanzin! Tegen de afbraak van een bouwwerk: Stop de waanzin! Tegen het optrekken van een bouwwerk: Stop de waanzin! Zelfs een restantje tegen vaccinaties: Stop de waanzin! Het valt niet te ontkennen: la Flandre profronde is waanzinnig kwaad en veranderingen worden alhier niet geduld.
Tania hervat haar wekelijkse wandelingen. Ik zet haar af aan de voet van Kemmelberg. Haar ophalen doe ik over de schreve, 25 kilometer verder, vlak bachten de Zwarteberg. Ze heeft mij als eindpunt een straat geseind die er geen blijkt te zijn, zelfs nauwelijks een wegel, en waarin ik me compleet vastrijd. Keren gaat niet. Ik moet nillens willens achterwaarts de berg weer af, waarbij dat mens van de GPS mij heel de tijd maant me om te keren. En het alarmsysteem voortdurend piept omdat ik op onzichtbare hindernissen afsteven. Dat gaat zo door tot ik schuimbekkend uitroep: STOP DE WAANZIN! Te laat helaas, ik ram een muurtje dat zich listig in ’t struikgewas verscholen heeft.
Flor Vandekerckhove↗︎

Wat gaan we nog allemaal meemaken? De wandeltochten van voorgaand jaar leverden een boekje op waarin ik op zoek ga naar de Vlaamse ziel. ‘Waar men gaat langs Vlaamse wegen’. Jan Loones leidt het in. Het e-boekje is gratis. Ernaar vragen doe je via liefkemores@telenet.be↗︎.

dinsdag 28 juni 2022

2023 wordt het jaar van de poëtische oneliner



Kan ik een driezinnenverhaal↗︎ schrijven, da’s de vraag die ik me dít jaar stel. Van de 200 oefeningen die ik terzake plan, zijn er al zo’n 100 afgewerkt, ik ben goed op schema. Ook de volgende honderd post ik dit jaar nog, één na één, in De Laatste Vuurtorenwachter.
Inmiddels denk ik al na over 2023 en de vraag die ik daarin opgelost wil zien: kan ik een monostich↗︎ schrijven, een poëtische oneliner, een gedicht bestaande uit één regel (Frans: monostique, Duits Monostichon of Einzeiler, ik vind geen Nederlands equivalent of het zou oneliner moeten zijn.) In 2023 wil ik er hoe dan ook 200 schrijven. 2023 wordt dus weer een poëziejaar, ik kijk er al naar uit. 
Waar ik ook over nadenk is de manier waarop ik die poëtische oneliners zal presenteren. Momenteel denk ik aan een combinatie van geschreven en gesproken tekst, misschien wel in een soort digitaal postkaartje op YouTube. Vandaag test ik die combinatie al eens uit in twee verschillende gedichten-oneliners. De eerste heet Bleek↗︎ (de naam slaat op een weide waarop de was te bleek gelegd wordt), de tweede heet Beek↗︎. Ik geef beide dezelfde achtergrondtekening mee. In ’t eerste filmpje wordt mijn stem iets meer vervormd en de opmaak van ’t eerste is iets meer uitgewerkt (tekening en tekst vormen in Bleek↗︎ als ’t ware zo’n postkaartje, terwijl u in Beek↗︎ een gewoon blad te zien krijgt). 
’t Is niet dat ik wil weten welk gedicht u ’t beste vindt (°). Wel vraag ik u welk stemgeluid u ‘t aangenaamst in d’oren klinkt, de stem in Bleek↗︎ of die in Beek↗︎? Welke layout geniet uw voorkeur, het postkaartje met witte rand van Bleek↗︎ of het volle blad van Beek↗︎? Wilt u me er iets over zeggen, wat ik niet verwacht, maar wel zou appreciëren, doe het dan hier↗︎.
Flor Vandekerckhove↗︎


(°) Ik hou er in die oneliners een zelfopgelegde poëtica op na, die staat niet ter discussie. Ik zeg er binnenkort iets meer over.

zondag 26 juni 2022

Film: Ah mevrouw, steek ze allemaal in een zak en…

De groene man, archetype van de productieve mannelijke energie van de aarde.




Een koppel gaat uiteen; de vrouw, Harper, heeft er schoon genoeg van. De man, James, slaat en zalft, dreigt met zelfmoord. Niets baat. Het gekrakeel eindigt onverwachts doordat de man van ’t dak valt/springt. Harper ziet het door d’r keukenraam gebeuren. Man dood. Daar moet ze uiteraard van bekomen en ze doet dat op ’t platteland.
De acteurslijst van de horrorfilm Men↗︎ telt maar vijf namen. Dat komt doordat Rory Kinnear↗︎ al de mannelijke plattelandsrollen voor z’n rekening neemt. Kinnear is Geoffrey, eigenaar van het vakantiehuis; hij is ook de priester van de plattelandskapel en het geestesgestoorde jongetje; Kinnear is de naakte, mythische groene man↗︎Men is folk horror↗︎ — en hij is ook flik. In de film is hij zowel de pubuitbater als de kroeggangers. Al die rollen zijn goed uitgetekend en de maquillage werkt perfect. Wie zich niet ingelezen heeft, verlaat de zaal zonder iets van dat alles op te merken.
Dat eenzelfde acteur al die plattelandsmannen speelt is uiteraard geen toeval en we gaan ervan uit dat het evenmin omwille van ‘de goedkoop’ is. Dat alle mannen dezelfde zijn vindt zijn pendant trouwens in de film, in een opeenvolgende reeks schrikbarende fragmenten waarin de ene man aan de andere geboorte geeft. Letterlijk. Uit de vulva — jawel — van de groene man ontspruit de jongen en de jongen baart de priester, dan volgt Geoffrey en uiteindelijk ook James, Harpers echtgenoot. Lees: het dominant mannelijke gedrag heeft een lange voorgeschiedenis en wordt generatie op generatie doorgegeven, iets wat in tal van facetten tot uiting komt: gewapend (de flik), charmerend (de landelijke huiseigenaar), moreel chanterend (de priester)… Dat regisseur Alex Garland↗︎ die gedachte weerspiegelt door dezelfde acteur tig rollen te laten spelen, is waarlijk een meesterzet, waarmee hij een eenheid van vorm en inhoud creëert, zoals dat hoort in de kunsten.
Flor Vandekerckhove↗︎

Dit stukje verschijnt ook in Snapshots. Tijschrift van de Vlaamse Filmpers.

Men↗︎. Alex Garland (regie en script). 2022. 100 minuten. Indrukwekkende muziek van Ben Salisbury en Geoff Barrow. Hoofdrollen: Jessie Buckley↗︎ als geterroriseerde weduwePaapa Essiedu als James, Harpers echtgenoot. Rory Kinnear↗︎ neemt al de rollen van de plattelandsmannen op zich.

Sinds kort is er op Facebook een pagina Flor in spoken word. Hij dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen beter kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier↗︎.

zaterdag 25 juni 2022

Ode aan de altijd klagende medemens


‘’t Ergste’ is een van de 200 driezinnenverhalen die ik aan ’t schrijven ben, nauwelijks drie zinnen lang: opening, midden, slot, telkens één zin. Sommigen noemen zo’n extreem kort verhaal een ristretto, naar analogie met het koffietje dat je in één slok uitdrinkt. Dit is nummer 79, nog 121 te gaan.

In ’t Ergste laat ik me inspireren door Bill Domonkos, meer bepaald door een van diens gif-kunstwerkjes die zich in de categorie Fair Use op ’t internet bevinden (Wikimedia Commons, Pinterest, Wikiart etc) en in mijn Youtubefilm uitsluitend gebruikt voor niet-commerciële doeleinden. Al declamerend begeleid ik mezelf op de strumstick, op ’t ritme van de drummer van GarageBand. (Flor Vandekerckhove↗︎)



121 — ’t Ergste — Overal, in bossen en parken, op ’t strand, op parkings en in stegen, op voetpaden en naast zitbanken, echt overal lagen mondkapjes op de grond. Dit is ’t ergste wat ik ooit heb meegemaakt, dacht hij. Toen moest de oorlog nog komen. (Flor Vandekerckhove)


’t Ergste op Youtube

www.youtube.com/watch?v=rdyALBWKdfQ

[148]

vrijdag 24 juni 2022

Herinneringen aan journalist Michel Casteels, a.k.a. Piet Korrel

Michel Casteels, rechts op de foto naast voetballer Freddy Chaves (links) en Albert Brysse↗︎, auteur van ‘Een kind van de Muide, herinneringen van een kwajongen aan de havenkant’. Rechts boven: in 2006 wordt er een prior postzegel aan Michel Casteels gewijd. Rechts onder: Piet Korrel zoals Marc Sleen hem zag.


Omdat ik onlangs te weten kwam dat ik verwant ben aan Hélène Maréchal↗︎ verdiep ik me momenteel in haar biografie (°). Daarin blijft mijn oog hangen aan een passage die een herinnering oproept:
In 1970, kort na haar 76e verjaardag werd ze opgenomen in het Bijlokeziekenhuis. Volgens de journalist Piet Korrel, die haar goed kende en veel contact met haar had, heeft ze tijdens de laatste dagen van haar leven vaak geweend.
Piet Korrel! Ik heb die mens gekend. Dat was ik compleet vergeten, maar nu springt het fris & monter weer naar boven.
We bevinden ons in Gent, midden de jaren zeventig. Het milieu is links. In de nasleep van Mei 68 leiden we een activistisch leven. En we feesten graag. Op zo’n feestje tekent onze vriendin Nadine Crappé↗︎ (1935-1999) present met Michel Casteels↗︎ (1917-1996), haar nieuwe lief. Ik ben een jonge dertiger, Nadine is een knappe veertiger, Michel ziet er ouder dan zestig uit en… drinkt iedereen onder tafel. Kort daarna gaat Nadine op reis. Ze vraagt me een beetje op Michel te letten, want ja, hij is toch een ietwat oudere alleenstaande die zich in haar afwezigheid misschien wel eenzaam voelt. Zo komt het dat ik op een dag de hoorn opneem (ja, in die tijd hadden telefoons een hoorn.) Aan de andere kant van de lijn hoor ik luide muziek, joelende mensen en Michel die me jolig meedeelt dat ik altijd welkom ben, dat er bij hem thuis altijd wel iets te beleven valt, dat hij vlug weer moet neerleggen, want… de polonaise wacht niet. 
Lang duurt het niet tussen Nadine en Michel. Hun affaire haalt bij wijze van spreken ’t einde van die polonaise niet. Ze gaan weer hun eigen weg, waarbij ze eigen sporen nalaten. Nadine Crappé krijgt een straat naar haar genoemd; Gent organiseert tussen 1993 en 2015 jaarlijks een ‘Michel Casteelsprijs voor cursiefjes’.
In de tijd van die polonaise werk ik bij Speurder in Ledeberg↗︎. Ik ga er over de publiciteit van dat filiaalbedrijf en in die functie krijg ik wekelijks een stapel reclamebladen uit heel Vlaanderen op mijn bureau. Ledeberg adverteert in De streekkrant E3. Daarin staat ook Op de korrel↗︎ een cursiefje dat Michel Casteels wekelijks schrijft. (°°) Daardoor leer ik hem tijdens m'n werkuren kennen als de goede verteller die hij is. Ik zoek een stukje om dat te demonstreren en stoot in de Persblog↗︎ op een passage waarin Piet Korrel het over oud worden heeft:
Dat stoort mij niet, maar kijk, nu spuit er water uit mijn rechteroog, de traanklier is verstopt en de wimpers groeien naar binnen in plaats van naar buiten. Ik ben er een eerste keer aan geopereerd in januari, de dokter stelde voor om de tweede operatie te doen voor de Gentse Feesten, maar ik zei nee, binst de Gentse Feesten zuip ik nog mijn goesting. Want het kan ook iets met drinken te maken hebben. Als ik veel gedronken heb, hoor ik rechts soms niet. Het is komiek voor iemand die links denkt, al mijn kwalen zijn rechts.


P.S. Lang voordat ik Michel Casteels leerde kennen, had ik al stukjes van hem gelezen. Ik was toen nog een kind en kon niet weten dat het cursiefje in ‘het rondegazetje’, ondertekend met Thomas Pips, van zijn hand was. Over dat rondegazetje schreef ik eerder al Hoe de Ronde van Frankrijk eruit zag bij Alida↗︎.

(°) Eric Bauwens: Lène. Hélène Maréchal: tussen toneel en liefdadigheid, Skribis-Mirto Print, 2019, paperback, ISBN 978 94 2944 47 4, 88 Blz, 100 illustraties. 
(°°) Ook in Oostende was er zo’n fenomeen aan ’t werk. Net als Casteels begon hij zijn krantenloopbaan trouwens als letterzetter. Daar heette het advertentieblad TIPS en de stukjesschrijver was journalist Herman Moerman↗︎. Toen ik in 1988 aan de slag ging bij Het Visserijblad↗︎ liet ik me door types als Casteels en Moerman inspireren in een rubriek die later deze blog zou worden: De Laatste Vuurtorenwachter.

Sinds kort is er op Facebook een pagina Flor in spoken word. Hij dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen beter kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier↗︎.


donderdag 23 juni 2022

Nuttige raadgevingen die je elders nooit te horen krijgt



‘Ravijn’ is een van de 200 driezinnenverhalen die ik aan ’t schrijven ben, nauwelijks drie zinnen lang: opening, midden, slot, telkens één zin. Sommigen noemen zo’n extreem kort verhaal een ristretto, naar analogie met het koffietje dat je in één slok uitdrinkt. Dit is nummer 78, nog 122 te gaan.

In Ravijn laat ik me inspireren door Bill Domonkos, meer bepaald door een van diens gif-kunstwerkjes die zich in de categorie Fair Use op ’t internet bevinden (Wikimedia Commons, Pinterest, Wikiart etc) en in mijn Youtubefilm uitsluitend gebruikt voor niet-commerciële doeleinden. Al declamerend begeleid ik mezelf op de strumstick, op ’t ritme van de drummer van GarageBand. (Flor Vandekerckhove↗︎)



122 — Ravijn — Val nooit in het ravijn terwijl ’t noenmaal thuis op het vuur aan ’t garen is. Weet dat de gevolgen niet te overzien zijn. Weet daarenboven dat je daar, in de tegen de rotsen te pletter slaande golven, geen bereik hebt. (Flor Vandekerckhove)


Ravijn op YouTube

www.youtube.com/watch?v=gCyUh820KwE

[100]

woensdag 22 juni 2022

Memento Mori van Billy Collins

links en rechts demonstreer ik een gebutste zwanenhalslamp, waarvan Billy Collins zegt: Hoewel ik wel grotere gruwelen kan bedenken / dan het beeld van zijn waggelen over het kerkhof / als een oude knecht, zijn staartsnoer achter zich aan slepend, / terwijl de kleine kring van rouwenden voor hem wijkt. In ’t midden staan Billy Collins en ik alleen maar schijnaar op hetzelfde podium. Doordat de achtergrond twee keer zwart is kan ik ons ongestraft naast elkaar plaatsen, als waren we samen bezig.


Wat was dat een geweldige tijd om in te leven, ja zelfs om dood te zijn.

(Billy Collins in Nostalgia)


Memento Mori is de titel van een gedicht van Billy Collins↗︎, een van mijn favoriete Amerikanen. Zelf vertaalde ik diens I Go Back To The House For A book↗︎ en The Invention Of The Saxophone↗︎. Ook schreef ik Boekenruilkastje↗︎, verhaal geïnspireerd door een van diens gedichten.
Memento mori is ook de naam van een reeks waarin ik nadenk over datgene wat ons allen hoogstpersoonlijk te wachten staat: het overlijden. Inmiddels zijn er in De Laatste al tien zo'n stukjes verschenen, als memento mori staan ze verenigd in de alfabetische lijst ter rechterkant van deze post. Daar voeg ik nu Memento Mori van Billy Collins aan toe. De vertaling is van Kees van Kooten. (Flor Vandekerckhove↗︎)


Gedenk te sterven


Ik heb geen schedel op mijn schrijftafel nodig

en hoef mijn voet niet op een Romeinse ruïne te planten

of een medaillon te dragen met een splinter van een heiligenbotje.


Het is voldoende te bedenken dat elk gebruiksvoorwerp

in dit zonnige kamertje mij gaat overleven —

tapijt, radio, boekenstander en schommelstoel.


Niet een van deze voorwerpen zal mijn begrafenis bijwonen,

zelf niet de gebutste zwanenhalslamp

met zijn onvermoeibaar koesterende schijnsel.


Hoewel ik wel grotere gruwelen kan bedenken

dan het beeld van zijn waggelen over het kerkhof

als een oude knecht, zijn staartsnoer achter zich aan slepend,

terwijl de kleine kring van rouwenden voor hem wijkt.

 



Wie ‘op Facebook zit’, moet daar eens naar Flor in spoken word kijken. Daar hoort ge mij verhalen declameren, ondersteund door passende beelden en muziek. En nu moet ge 1s goed luisteren: sinds kort speel ik die muziek zelf — ik die nooit eerder een instrument ter hand nam! — en wel op de strumstick↗︎, instrument waarvan ik tot voor kort nooit gehoord had. Wie 'op Facebook zit', klikt hier↗︎

dinsdag 21 juni 2022

Het voorgevoel dat te laat kwam


‘Voorgevoel’ is een van de 200 driezinnenverhalen die ik aan ’t schrijven ben, nauwelijks drie zinnen lang: opening, midden, slot, telkens één zin. Dit is nummer 77, nog 123 te gaan.

In Voorgevoel laat ik me inspireren door Bill Domonkos, meer bepaald door een van diens gif-kunstwerkjes die zich in de categorie Fair Use op ’t internet bevinden (Wikimedia Commons, Pinterest, Wikiart etc) en die ik in mijn Youtubefilm uitsluitend gebruik voor niet-commerciële doeleinden. Al declamerend begeleid ik mezelf op de strumstick, op ’t ritme van de drummer van GarageBand. (Flor Vandekerckhove↗︎)


123 — Voorgevoel — De achterdeur stond open, nooit een goed teken in deze contreien. Dus keerde zij op haar schreden terug. Althans… (Flor Vandekerckhove)


Voorgevoel op YouTube 

www.youtube.com/watch?v=YMiaFOYs7fg

[114]

maandag 20 juni 2022

René Magritte: ne schilder is een groep

Links: L’assassin menacé (150 x 195 cm) 1927. Rechts: Le mois des vendanges (130 x 162 cm) 1959.


Ne zanger is een groep dat zing ik en dat meen ik  

Een liedje zing je nooit alleen 

Wannes Van de Velde↗︎


Veel van wat Magritte ons in zijn tableaus toont is op een bepaalde manier groepswerk. Zo is Paul Nougé↗︎ van fundamenteel belang voor Magrittes oeuvre. Nougé schrijft ‘scenario’s’ die op schilderijen van Magritte terechtkomen. Het eerste gaat als volgt (°):
In deze kamer, te midden van een minimale hoop ondergoed, ligt een bijna naakte vrouw, een lijk van zeldzame perversiteit. Als die vrouw er niet lag, kon niets dit zo vredige interieur verstoren. Alles straalt rust en netheid uit: de vlekkeloze vloer, de opgeruimde tafel, een hoge piëdestal van donker hout. En met de sjaal zachtjes rond haar nek gedrapeerd, over haar schouder, over de verbijsterende wond, zou het een zekere inspanning vragen om je een afgehakt hoofd voor te stellen (…) In de gang aan weerszijden van de wijd geopende deur, naderen twee mannen, die het spektakel nog moeten ontdekken (…) De titel van dit alles zal zijn: de bedreigde moordenaar.
Magrittes L’assassin menacé beeldt dat scenario uit. Het schilderij is inderdaad de vrucht van een intense samenwerking van Magritte en Nougé: ne schilder is een groep.
Le mois des vendanges (De maand van de wijnoogst) dateert van veel later. De menigte bolhoedmannen die de kamer inkijkt, levert een scène op die om uitleg schreeuwt, maar die is er niet. Nougé neemt niet langer deel aan de surrealistische activiteiten. Van dat schilderij is geen voorafgaandelijk scenario bekend. Toch is ook dat doek aantoonbaar vrucht van samenwerking. Dat blijkt uit de film (°°) die Luc de Heusch↗︎ in 1960 over Magritte maakt. (°°) De Witte Raaf schrijft er in 2014 een stuk over: (°°°)
Een titel toekennen aan een werk is de ‘creatie ervan voortzetten’, beklemtoont de voice-over in de film. De titel was voor Magritte, aldus de Heusch in een interview, ‘deel van het beeld, voltooit het beeld en verleent er een aura aan. Ik filmde bijgevolg de zoektocht van Magritte naar titels.’ (…) We zien hoe Magritte en enkele vrienden – Camille Goemans, Marcel Lecomte, Louis Scutenaire en hun echtgenotes – zich in de woonkamer hebben verzameld rond het schilderij Le mois des vendanges (1959) om de titel ervan te bediscussiëren. De voice-over stelt dat ‘de titel een collectieve uitvinding is, die vrienden op sommige zondagen samenbrengt. Eerst wordt het beeld beschreven zoals het is. Een muur, een open nis in deze muur, vijfentwintig personages kijken naar binnen. Maar dat is slechts een manier van spreken. Spreken om de realiteit af te wenden. Want deze personages zijn noch voorbijgangers, noch getuigen, noch toeschouwers of luisteraars. Na de beschrijving nemen we afstand van de beschrijving. […] Een naam toekennen aan iets wat geen naam heeft, is niet het verklaren, maar wel het verder creëren. Een waarheid aan het licht brengen, uitvinden: Le mois des vendanges.’
Waarin dus letterlijk gezegd wordt dat de groep, in dit geval via het zoeken van een naam, het schilderij verder creëert. Ne schilder is een groep.

(°) Alex Danchev, afgewerkt door Sarah Whitfield. Magritte. Een leven. Vertaald door Alex van Ginneken. 558 p. Uitg. Unieboek / Het spectrum A’dam. 2022.
(°°) Luc de Heusch. Magritte ou la leçon de choses. 1960. De film (14,16 minuten) is volledig te bekijken of YouTube. De Portugese ondertitels neem je voor lief. www.youtube.com/watch?v=lAR2apTAQAw↗︎.
(°°°) Steven Jacobs in De Witte Raaf. Editie 170, juli-augustus 2014. René Magritte en Luc de Heusch: film en aanschouwelijk onderwijs↗︎.

Sinds kort is er op Facebook een pagina Flor in spoken word. Hij dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen beter kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier↗︎.

zondag 19 juni 2022

Ja, 's avonds is het goed

 

‘s Avonds is een van de 200 driezinnenverhalen die ik aan ’t schrijven ben, nauwelijks drie zinnen lang: opening, midden, slot, telkens één zin. Sommigen noemen zo’n extreem kort verhaal een ristretto, naar analogie met het koffietje dat je in één slok uitdrinkt. Dit is nummer 76, nog 124 te gaan.
In ‘s Avonds’ laat ik me inspireren door Bill Domonkos, meer bepaald door een van diens gif-kunstwerkjes die zich in de categorie Fair Use op ’t internet bevinden (Wikimedia Commons, Pinterest, Wikiart etc) en in mijn Youtubefilm uitsluitend gebruikt voor niet-commerciële doeleinden. Al declamerend begeleid ik mezelf op de strumstick, op ’t ritme van de drummer van GarageBand. (Flor Vandekerckhove↗︎)



124 — ’s Avonds — De storm was zo hevig dat een rukwind het slaapkamervenster inbeukte, glas alom. Gedurende uren gutste de regen vrijelijk het huis in. ’s Avonds was er erwtensoep, bloemkool, patatjes en varkensgebraad in sneetjes. (Flor Vandekerckhove)


’s Avonds op YouTube

www.youtube.com/watch?v=FE1rOC-0tus

[159]

zaterdag 18 juni 2022

Fritz Vincke, spion voor ’t vaderland

Links: Kleinzoon Stephan Vincke schreef een boek over zijn grootouders. Op de achtergrond het Oostendse Hotel du Parc↗︎, tijdens de Tweede Wereldoorlog was daar op de eerste verdieping het kantoor van een Duitser, door de Oostendenaars ‘dikke Jef’ genoemd. De aangehouden verzetsstrijders passeerden er op weg naar de krijgsgevangenkampen waaruit velen nooit terugkeerden. Rechts: het echtpaar Vincke-Zoete; Fritz Vincke bespioneerde de Duitse bezetter, van Oostende tot Wenduine.


Bredene heeft nogal wat straatnamen naar verzetsstrijders genoemd↗︎. Fritz Vincke is daar een van. Hij geeft zijn naam aan de lange verbindingsweg tussen Bredene Dorp en het Kanaal Gent-Brugge-Oostende aan ‘t Sas. Daar wordt Fritz (doopnaam Godfried) trouwens geboren, meer bepaald aan de overkant van dat water, in het ouderlijke tuinbouwbedrijf, Prins Albertlaan 56. Daar groeit hij ook op. In 1930 trouwt hij met Seraphine Zoete en het koppel gaat in de Batterijstraat 16 in Klemskerke een eigen tuinbouwbedrijf uitbaten. Ze krijgen vijf kinderen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaan veel Vinckes en Zoetes in het verzet, zo ook Fritz. Hij verzamelt militaire inlichtingen voor Oostende en de kuststreek ten oosten ervan. Zo observeert hij de Duitse activiteiten in en rond de haven. Omdat hij al van kindsbeen lid is van de roeivereniging Sport Nautique mag hij van de bezetter in de havengeul oefenen, waarbij hij zicht heeft op de schepen, bouwwerken, troepenbewegingen… Hij observeert de stad vanaf de kerktoren van ’t Hazegras en vanaf de watertoren in De Haan. Hij rekruteert acht mensen: echtgenote Seraphine, schoonbroer Henri Zoete, schoonvader Omer, z’n oudere broer Robert Vincke, Henri Vanblaere↗︎, Jean Pierre Dewaepenaere, Oscar De Vos en Josephina Wilms. Hij krijgt inlichtingen van enkele anti-fascistische Duitse soldaten, ook van zijn kinderen die de soldaten op de tram tellen; die kinderen worden trouwens al eens ingezet als koerier.… Fritz maakt schetsen en rapporten. Zijn ‘brievenbus’ bevindt zich in de trap van een bloemenwinkel in Oostende, uitgebaat door Yvonne, z’n zuster. Vervolgens neemt een koerierster ze mee.
Die koerierster heet Germaine Funfshilling. Ze heeft een affaire met Firmin Demey die de Nieuwe Orde↗︎ aanhangt, en die… via Germaine bewijsmateriaal tegen Vincke & C° verzamelt. 
Op 30 augustus 1943 houden de Duitsers Fritz Vincke aan. Op 8 september pakken ze Seraphine Zoete op. Rond deze periode arresteren de Duitsers ook Willy Delanoy, Henri Vanblaere↗︎, dokter Jauquet, Henri Zoete, Yvonne Vincke… Al die verzetslui worden Nacht und Nebel gevangenen. NN vormt een speciale strafklasse van verzetsmensen die spoorloos verdwijnen. Er is geen briefwisseling, de familie blijft in ’t ongewisse, geen mogelijkheid om via het Rode Kruis hulp te bieden. Verwanten worden niet van overlijdens op de hoogte gebracht.
In het boek (°°) reconstrueert kleinzoon Stephan Vincke het lijden dat zijn grootvader en oma vervolgens ondergaan. Seraphine sterft op 20 maart 1945 ten gevolge van een bombardement op het wisselstation van Amstetten, waar ze als dwangarbeidster de sporen moet vrijmaken. Fritz' dwangarbeid is zo zwaar dat hij die maar vier maanden uithoudt. Op 3 januari 1945 komt hij in het ziekenhuis van kamp Gross-Rosen terecht. Op 8 februari wordt hij daar nog gezien, daarna is 't gissen. Bij het naderen van de Russen evacueren de nazi’s het kamp, zieken ’t laatst. Die moeten vijf kilometer ver naar ’t treinstation stappen. Er ligt een meter sneeuw, temperaturen tot -30, gevangenen in sjofele kledij… In ’t station wachten open wagons de overlevenden op; de treinreis resulteert weer in tal van overlijdens. Fritz sterft ergens tussen 8 en 12 februari 1945.
Na de oorlog, in 1948, wordt Germaine Funfshilling schuldig bevonden aan verklikking met vele doden tot gevolg. Ze wordt bij verstek veroordeeld. In Frankrijk vindt men haar spoor weer en op 20 oktober 1953 beschuldigt de militaire rechtbank van Parijs haar van de deportatie van een 80-tal verzetsstrijders, 41 ervan zijn nooit weergekeerd.
Flor Vandekerckhove↗︎


° Ter Cuere. Jaarboek 2019. Guy Delanghe. Het gezin Fritz Vincke en Seraphine Zoete. 2019.

°° Stephan Vincke. Agent ZE 2. Verzetsstrijder Fritz Vincke. Reconstructie van een zoektocht. 188 pp. Uitg. Bonte 8200 Brugge. 2021.


Wie ‘op Facebook zit’, moet daar eens naar Flor in spoken word kijken. Daar hoort ge mij verhalen declameren, ondersteund door passende beelden en muziek. En nu moet ge 1s goed luisteren: sinds kort speel ik die muziek zelf — ik die nooit eerder een instrument ter hand nam! — en wel op de strumstick↗︎, instrument waarvan ik tot voor kort nooit gehoord had. Wie 'op Facebook zit', klikt hier↗︎

vrijdag 17 juni 2022

Over katten en hun personeel


‘Kat’ is een van de 200 driezinnenverhalen die ik aan ’t schrijven ben; nauwelijks drie zinnen lang: opening, midden, slot, telkens één zin. Sommigen noemen zo’n extreem kort verhaal een ristretto, naar analogie met het koffietje dat je in één slok uitdrinkt. Dit is nummer 75, nog 125 te gaan.

In ‘Kat’ laat ik me inspireren door Bill Domonkos, meer bepaald door een van diens gif-kunstwerkjes die zich in de categorie Fair Use op ’t internet bevinden (Wikimedia Commons, Pinterest, Wikiart etc) en in mijn Youtubefilm uitsluitend gebruikt voor niet-commerciële doeleinden. Al declamerend begeleid ik mezelf op de strumstick, op ’t ritme van de drummer van GarageBand. (Flor Vandekerckhove↗︎)



125 — Kat  — Ga je me missen? Geen antwoord. Aandachtig kijkt hij naar een kauw op straat. (Flor Vandekerckhove)

donderdag 16 juni 2022

Nick Cave: De dood van Bunny Munro



Hoe om te gaan met datgene wat elk van ons hoogstpersoonlijk te wachten staat: het overlijden. In Dormir c’est mourir un peu↗︎ maak ik het voornemen bekend om een aantal posts aan dat fenomeen te wijden. Inmiddels zijn er in De Laatste Vuurtorenwachter al negen verschenen, ik heb ze ‘Memento Mori’ (gedenk te sterven) gelabeld. Als ge vindt dat ’t geen weer is om over de dood na te denken sla ze dan over; wie die stukjes toch wil lezen moet dat label maar eens opzoeken in de alfabetische lijst ter rechterkant van deze post.

In Nick Caves roman De dood van Bunny Munro (°) is de in de titel aangekondigde dood al van in de eerste zin aanwezig. 
Het is met me gedaan, denkt Bunny in een plotselinge vlaag van zelfbewustzijn die is voorbehouden aan hen die spoedig zullen sterven. 
Maar zover is het bijlange nog niet. Eerst moeten we voorbij de zelfmoord van echtgenote Libby passeren.
Bunny vloekt opnieuw zachtjes en brengt zijn hand naar zijn mond. Libby Munro, in haar oranje nachtjapon, hangt aan het traliewerk. Haar voeten rusten op de vloer en haar knieën zijn gebogen. Ze heeft haar eigen, neerhurkende gewicht gebruikt om zichzelf te doden. Haar gezicht heeft de paarse kleur van aubergines of zo en terwijl Bunny zijn ogen tot spleetjes knijpt om de gedachte weer uit te wissen  schiet het door zijn hoofd dat haar tieten er goed uitzien.
Daarna volgt een heel boek over vader — Bunny Munro — en zoon, Bunny Junior, on the road, tot de uiteindelijke dood van eerstgenoemde, zoals de titel het ons zoveel bladzijden eerder al heeft voorgehouden. Dat gebeurt uiteindelijk in de laatste bladzijden. Oftewel: Bunny (Munro) is dood, lang leve Bunny (Junior)!
Bunny Junior ziet een politievrouw met lang blond haar dat als in plastic gegoten achter haar aan komt en haar portofoon ruist in zijn eigen privé taaltje, en als ze neerknielt glimlacht haar warme, genadige, volwassenengezicht hem toe en ze zegt: ‘Kom maar, mannetje, laat me je helpen,’ en Bunny Junior duwt haar uitgestoken had zacht opzij en gaat staan, staat op.
Cave componeerde muziek op de roman. Hij leest heel het boek luidop voor, met toevoeging van die muziek, samen met Warren Ellis geproduceerd. Je kunt er hier↗︎ en daar↗︎ stukjes van horen.
Flor Vandekerckhove↗︎

(°) Nick Cave. De dood van Bunny Munro. 2010. Meulenhof Boekerij. 271 ps. EAN: 9789029084796.


Wie ‘op Facebook zit’, moet daar eens naar Flor in spoken word kijken. Daar hoort ge mij verhalen declameren, ondersteund door passende beelden en muziek. En nu moet ge 1s goed luisteren: sinds kort speel ik die muziek zelf — ik die nooit eerder een instrument ter hand nam! — en wel op de strumstick↗︎, instrument waarvan ik tot voor kort nooit gehoord had. Wie 'op Facebook zit', klikt hier↗︎

woensdag 15 juni 2022

Hoe een fout je leven redden kan


‘Jaarfout’ is een van de 200 driezinnenverhalen die ik aan ’t schrijven ben, nauwelijks drie zinnen lang: opening, midden, slot, telkens één zin. Dit is nummer 74, nog 126 te gaan.
In ‘Jaarfout’ laat ik me inspireren door Bill Domonkos, meer bepaald door een van diens gif-kunstwerkjes die zich in de categorie Fair Use bevinden, gif die algemeen beschikbaar zijn op internet (Wikimedia Commons, Pinterest, Wikiart etc) en in mijn Youtubefilm uitsluitend voor niet-commerciële doeleinden gebruikt worden. Declamerend begeleid ik mezelf op de strumstick, op ’t ritme van de drummer van GarageBand. (Flor Vandekerckhove↗︎)


126 Jaarfout — Ten gevolge van een fout in het verhaal ontsnapt de schrijver op ’t nippertje aan de dood. In dat verhaal wordt hij op 29 februari 2021, bij ’t oversteken van de straat, door een auto gegrepen. Fout schrikkeljaar. (Flor Vandekerckhove↗︎)


Jaarfout op YouTube 

www.youtube.com/watch?v=M_OoavwgNqE

[113]