zondag 18 september 2016

De bibliotheek der zeelieden

— Foto van de openingsplechtigheid van de Bibliotheek der Zeelieden door het Comité van Lectuur op Zee in het Bestuursgebouw van de Stedelijke Vismijn te Oostende. Karel Jonckheere aan het woord met van links naar rechts: Omer Vilain, aan het zicht onttrokken door de spreker staat Prosper Vandenberghe, verder Boll, Decef en schepen Henri Edebau. [Foto Luc, datering: 24/04/1949. (Foto uit De Plate, collectie van Omer Vilain.) —

In een oud nummer van Het Visserijblad, waarin aan de bijeenkomst herinnerd wordt, staat dat het gebeuren op 24 april 1943 plaatsgrijpt. Op die dag zouden in Oostende een aantal mannen samengekomen zijn om… We weten dat Pros Vandenberghe erbij is, de man die de zwarte paus van de visserij genoemd wordt. Henri Edebau is er, een socialist die later senator wordt. De vrijzinnig liberale schrijver Karel Jonckheere is van de partij en ook de progressieve jongeling Omer Vilain tekent present. De namen onderstrepen het gewicht van de bijeenkomst. Dat de aanwezigen tot verschillende strekkingen behoren wijst erop dat het een kwestie van algemeen belang betreft. De vermelde datum, 24 april 1943, roept massa's vraagtekens op, want in volle oorlogstijd. En die mannen smeden geen verzet. Als de bijeenkomst al aanleiding geeft tot een schot, dan is dat het startschot van een nieuwe bibliotheek, de Bibliotheek der Zeelieden. Allee, hoe kan dat nu? Op 24 april 1943 is Oostende bezet gebied. Mogen die daar zomaar een bibliotheek oprichten? En leert de Wikipedia me niet dat Henri Edebau die oorlog in politieke gevangenschap doorbrengt?
De kwestie leidt me naar de site van de Oostendse heemkring De Plate. Daarin valt mijn oog op de datum bij de foto: 24 april 1949. Dat is in het krantenstuk 1943 geworden. Tikfout. Het is inderdaad in 1949 dat in de Oostendse vismijn een bib geopend wordt. Vissers kunnen er boeken ontlenen en die op zee meenemen. Omer Vilain herinnert zich de pioniersdagen: ‘Al na de eerste zeereis waren de splinternieuwe boeken doordrongen van de geur van vis en olie.’ Ook ik herinner me die bibliotheek. Het lokaal, nauwelijks groter dan een slaapkamer, is in mijn tijd drie halve dagen per week open. Mij vallen de ijzeren kisten op die op de bovenste planken staan en waarop scheepsnummers aangebracht zijn. Hier en daar vertoont de rij een lacune. Daar hebben kisten gestaan die niet naar de bib teruggekeerd zijn: schip vergaan. In mijn tijd zijn de meest uitgeleende titels: IJzeren mannen op houten schepen, Schepen van vroeger en nu, Berging op zee, Verhalen van de Zuidzee, De zeewolf, Jaws en de Pensées van Blaise Pascal.
Die bib bestaat niet meer. Wanneer de video aan boord komt, verdwijnt de leescultuur uit de visserij. De video geeft de doodsteek aan de Bibliotheek der Zeelieden die in 1996 voorgoed de deuren sluit. t Is iets waaraan je pessimistische beschouwingen zou kunnen knopen, maar ik ga dat niet doen. En dat van die Pensées van Pascal is uiteraard een flauw grapje.
Flor Vandekerckhove


Geen opmerkingen: