zondag 4 februari 2024

De Sex Pistols of de rock ’n roll heruitgevonden



The Great Rock ’n’ Roll Swindle (1980) vertelt de ontstaansgeschiedenis van de Britse punkgroep Sex Pistols. Van Greil Marcus verneem ik dat er veel over, voor en tegen die film te zeggen valt, maar daar is ’t mij hier nu niet om te doen. Waar ’t mij wel om te doen is? In de film hoor je de Sex Pistols ook repeteren. In Lipstick Traces zegt Greil Marcus daarover: ‘Geen repetitie voor een opnamesessie of een concert, maar voor de idee van de Sex Pistols zelf. Je hoort hen teruggrijpen naar de primitiefste rock ’n’ roll stem om zodoende de zelfvoldane zelfparodie te vernietigen die rock ’n roll geworden was. Tegelijk hoor je hen de muziek uit het niets (‘out of whole cloth’) heruitvinden.’
Vervolgens beschrijft Marcus wat hij op die plaat hoort. Dat is zo geestig dat ik de twee paragrafen vertaal (°):
De band gaat van start met "Johnny B. Goode", maar Johnny Rotten kent de tekst niet, of hij weigert die te zingen; na Deep-down-in-Lweezeeanna kan hij alleen maar gekrijs, gespuw en vogelgeluiden bedenken. "Ah, fuck, het is verschrikkelijk", kreunt hij, maar de muzikanten gaan door en krijgen greep op het nummer. "Ik haat dat soort songs", roept Rotten: "Stop, stop ermee! Het is een marteling!” De band stopt niet, dus roept hij ze uiteindelijk ter orde: "AAAAAAAAAAAH!" Het tempo vertraagt. "Is er niets anders wat we kunnen doen," vraagt hij in wanhoop - en dan komt de verbinding met "Road Runner". De associatie klopt: zowel ‘Johhy B. Goode' als 'Road Runner' zijn elementaire rockstatements, de eerste een basis leggende mythe, verhaal van een plattelandsjongen die gitaar kan spelen als ’t rinkelen van een belletje, de laatste zo'n beetje als het verslag van hoe goed het voelde te luisteren naar die eerste.
De band maakt de kleine overstap naar het tweede nummer en Rotten raakt in paniek. "Ik ken de woorden niet", roept hij. “Ik weet niet hoe het begint. Ik ben ’t vergeten.” Je hoort zo'n vermoeide verlegenheid in zijn stem dat je bang bent dat hij zal weglopen. "Stop ermee, stop ermee", roept Rotten weer. In zijn stem vecht gewelddadig cynisme tegen wanhoop en verliest. De band is geen seconde gestopt en hij probeert het opnieuw: "Wat is de eerste regel?" En dus roept drummer Paul Cook terug, met dank aan Jonathan Richman, zoals die het op zijn achttiende in Boston in 1969 schreef: "One two, three, four, five, six." Dat is de eerste regel van Road Runner. Met die woorden in zijn hoofd gaat Johnny Rotten van start, nog geen anarchie of antichrist, gewoon een jonge gast die van oude woorden nieuwe cultuur maakt.
Al wat hierboven staat, kun je ook daadwerkelijk horen, en ’t is waarlijk leuk om het nog 1s te beluisteren, klik hier.
(°) In Greil Marcus. Lipstick Traces: A Secret History of the Twentieth Century. 496 pp. Faber & Faber. 2011.

Geen opmerkingen: