zaterdag 28 september 2024

In memoriam André Breton († 28 september 1966)

1957. André Breton aan zijn werktafel. 42 rue Fontaine, Paris. Gelatine silver print, 18,4 x 29,4 cm.



VANDAAG, 28 september, is het exact 58 jaar geleden dat André Breton overleden is, ‘paus van het surrealisme’, hij werd 70. De Laatste Vuurtorenwachter heeft al iets staan over Breton, Surrealisten op de barricaden, daar wil ik vandaag, bij wijze van in memoriam, iets aan toevoegen, al weet ik niet meteen wat.
Dan valt het me te binnen dat Nadja in mijn kast staat, Bretons bekendste boek. Lang geleden bij De Slegte gekocht. Heb ik het daarna ook gelezen? Ik zie dat ik hoekjes heb omgeplooid, een goed teken, zo ook op bladzijde 57, waar Breton zijn ontmoeting met Nadja beschrijft. 4 oktober 1926: ‘(…) aan het eind van een van die volstrekt werkeloze en zeer droefgeestige middagen waarvan ik het geheim schijn te bezitten, bevond ik me in de Rue Lafayette; nadat ik een paar minuten had stilgestaan voor de etalage van de boekhandel van l’Humanité en mij het laatste werk van Trotski had aangeschaft, liep ik doelloos verder in de richting van de Opéra. (…) Plotseling zie ik, misschien nog op tien passen van mij af uit de tegenovergestelde richting een jonge, heel armoedig geklede vrouw komen, die mij ook ziet of gezien heeft. (…)’ Nadja! Ik zie dat ik op die plek iets aan de marge toevoeg: ‘Zie ook 39.’ Ik blader terug en lees: ‘Ik heb er altijd ongelooflijk naar verlangd, ’s nachts in een bos een mooie naakte vrouw tegen te komen (…)’ Blijkbaar dacht ik bij 't lezen dat Nadja voor Breton dat verlangen belichaamt, niet naakt maar armoedig gekleed, niet in het bos maar in de grootstad, Nadja als het vleesgeworden surrealisme. Ik weet niet of dat toen goed gezien heb, maar ik vind het ook nu weer een mooie gedachte. 
Na bladzijde 57 plooi ik geen hoekjes meer om, zie ik, nergens staan nog aantekeningen, ’t zou me niet verwonderen dat het daar, kort na bladzijde 57, voor mij gestopt is. Nu ga ik dat ook niet meer veranderen, liever kijk ik naar een mamsel die het boek hier in een Franse spraakwaterval samenvat als iets wat je moet gelezen hebben (of dat tenminste in je kast moet staan.)
Flor Vandekerckhove

André Breton. Nadja. Vertaald door Laurens Vancrevel en Renée de Jong-Belinfante. Uitg. Meulenhoff A’dam. 1973. (De omslag van het boek dat ik in handen heb ziet er iets anders uit, het vermeldt naam van de schrijver en titel, maar de zwarte achtergrond en de tekening zijn dezelfde, tekening gemaakt door Nadja, a.k.a. Léona Delcourt.


Geen opmerkingen: