NET ALS Mary Hopkin⇲ hebben ook wij gedacht dat die dagen eeuwig zouden voortduren: We'd live the life we choose / We’d fight and never lose / For we were young and sure to have our way… Maar — teken aan de wand — ze zingt er in 1968 al in de verleden tijd over: Those Were The Days⇲.
In de Kapel(le)straat van Bredene, op een braakliggend terrein naast Europahotel⇲, staat in die tijd een krantenkiosk. Uitbater is Daniël Crabeels⇲, jongeman die, als student al, bijzonder ondernemend is. De daaropvolgende zomervakantie huurt hij voor die kiosk jobstudent Marc Loy⇲ in, zelf gaat hij liever opdienen in dancing Cosmo⇲, wat lucratiever is.
Marc Loy en Daniël Crabeels zijn jeugdmakkers⇲, telkens ik ’t gat schoon vind⇲, zoek ik die kiosk op. Kijk, hoe ik daar op een zonnige middag een boekje zit te lezen: baardje; openstaand, loshangend hemd; slank; pattes d’éléphant⇲; sandalen… Maar ik twijfel, ’t kan ook een ietwat gelijkende, latere/vroegere kioskuitbater zijn die daar zit, gesteld dat die er geweest is. (°) Hoe dan ook, laat ons, in een vlaag van suspension of disbelief⇲, aannemen dat ik het ben. Op de plank achter me ligt koopwaar uitgestald, ik denk tweedehands. Misschien probeert Crabeels daar zijn Karl May-collectie⇲ te slijten.
Dat krantenstalletje heeft meer dan anekdotische betekenis. Jobstudent Marc Loy heeft in die ene zomer voldoende drukinkt gesnoven om eraan verslingerd te raken. Al veertig jaar werkt hij inmiddels als reporter voor De Zeewacht⇲, weekblad waaraan hij sinds 1984 journalistieke stukken levert. Voor Daniël Crabeels is de kiosk het begin van een ondernemende carrière die hijzelf als ‘helpen van mensen’ omschrijft, wat van hem een vermogend man heeft gemaakt. Misschien heeft ook het korte bestaan van zijn tijdschrift Camelot⇲ wortels in die kiosk, wat dan ook geldt voor zijn Facebookpagina waarop hij rechtse praat rondstrooit, als ware hij de mannelijke Mia Doornaert⇲. Ook voor mij is de foto tekenend. Nog altijd zit ik erbij en kijk ernaar, maar bijlange niet meer zo rank & slank als de jongeman op de foto, nu met mijn vuurtorenlamp gericht op de verdwijnende wereld van de babyboomers.
(°) Na publicatie veroorzaakte dit verhaal enig over en weer geschrijf. Danny Lagrou vond de kioskfoto in de Beeldbankkusterfgoed. Daar wordt weinig bruikbare info bij vermeld, maar toch wel dit. Het dianegatief zou vervaardigd zijn in 1974, dus ruim nadat Daniël Crabeels en Marc Loy de keet bemanden. Ook Marc Loy denkt dat de foto van 'na zijn tijd' dateert. Wat uiteraard ook betekent dat de krantenkiosk ruim na de sixties is blijven bestaan. En hij bestond ook al voor 1968, zegt Erik Poppe: 'Wat die krantenkiosk betreft moet je weten dat ik 3 jaar lang in juli en augustus heb bemand, als jobstudent voor de eigenaar, mijn nonkel Oskar Poppe. Als ik het mij goed herinner, was dat in 1964, 1965 en 1966. Oskar sprak altijd van de “aubette”. De kranten- en tijdschriftenmarkt was in die tijd in Bredene volledig in handen van mijn familie met de krantenwinkel van Oskar Poppe (broer van mijn vader) en de krantenwinkel van Paula Mestdagh (zus van mijn moeder), beide gelegen in de Duinenstraat. Maar dit volledig terzijde. Dus die slanke jongeman op de foto had evengoed ik kunnen zijn. En de koopwaar op de plank betrof pakketten van een drietal tijdschriften (Panorama, Het Rijk der Vrouw, Libelle, De Post, …) netjes verpakt in plastiek en voor een habbekrats te koop. Wat ik nooit geweten heb, is dat Marc daar ook een zomervakantie gesleten heeft en dat Danny de kiosk zou overgekocht hebben van Oskar Poppe.' Dat laatste lijkt hoe langer hoe meer onwaarschijnlijk, temeer dat we intussen weten wie de jongeman van de foto is. Dirk Van Tyghem laat ons weten: 'Dit ben ik die een seizoenjob deed voor de dagbladhandel 'Poppe' uit de Duinenstraat.'
1 opmerking:
Dit ben ik die een seizoenjob deed voor de dagbladhandel 'Poppe' uit de Kapellestraat. Het is in het jaar 1974 of 1975 .
Een reactie posten