maandag 10 februari 2020

Marc Loy en ik: 't is geen toeval dat wij nog altijd schrijven


— Links, paasvakantie 1965. Marc Loy (links), Koen Levecke (†)↗︎ en Flor Vandekerckhove nemen deel aan een fietstocht die van Bredene naar Nijlen gaat. Meer over die tocht en de deelnemers: hier↗︎. Foto rechts: Marc Loy en Flor Vandekerckhove 55 jaar later, aan boord van het schoolschip Mercator, op de achtergrond het gebouw waar die twee ook school gelopen hebben, Loy heeft er later ook gewerkt. (Foto Davy Coghe) —

Nu en dan nodig ik een oud-schoolmakker uit om te kletsen over het leven en hoe hem dat vergaan is. Deze keer is ‘t omgekeerd: Marc Loy (°17 juni 1950) interviewt mij, ten behoeve van De Zeewacht, weekblad waaraan hij al sinds 1984 journalistieke stukken levert. Deze keer leidt dat naar een paginalang interview waarin ik het over mijn schrijfpraktijk heb: ‘Flor Vandekerckhove is sinds 1988 literair aan de slag’, met als quote: ‘Ik schrijf elke dag, dat maakt me gelukkig.’ (°)
Wat niet in dat interview staat zijn de vragen die ik hém stel. Zoals deze: of hij het zich beklaagt dat hij van de journalistiek nooit zijn beroep gemaakt heeft; iets wat bij de (mislukte) oprichting van een dagblad dat 24 uur heette, gekund had. Marc: ‘Ik zou misschien wel de stap gezet hebben, maar als je ziet hoe het met het journalistieke beroep vergaan is, ben ik blij dat ik dat niet gedaan heb. In de beschutting van mijn lerarenwerk heb ik van de journalistiek mijn hobby kunnen maken.’
Zijn antwoord legt een verschil bloot. Voor Marc is schrijven een vrijetijdsbesteding, voor mij is ’t iets wat ik niet verhelpen kan, vergelijkbaar met wat Arno zegt: ‘Ik speel geen muziek voor het geld, maar om met mezelf in evenwicht te komen.’
Voor de rest is het geen toeval dat Marc en ik ook vandaag nog schrijven. We herinneren ons een reeks in het blaadje van de jeugdclub, waarbij Marc een hoofdstukje in de stijl van een of andere romancier publiceert en ik daar een vervolg in de stijl van een andere auteur aan brei, en zo verder. Ik denk niet dat het experiment lang duurt, maar de intentie verraadt dat we al op jeugdige leeftijd schrijfplezier ervaren.
Ik heb nogal moeten zoeken naar een jeugdfoto waarop Marc en ik niet te ver van elkaar af staan. Aan de afwezigheid van gemeenschappelijke ervaringen kan dat niet liggen. Eerder al heb ik een stukje gepost over Marc en ik die een zeehond van een gewisse dood proberen te redden, die post heet Tabakzakken↗︎; het is trouwens met Marc dat ik mijn eerste sigaret rook, het niet heel waarheidsgetrouwe verslag daarvan vind je onder Laika↗︎. Bovenal zijn er de fietstochten waaraan we samen deelnemen; soms zijn die erg avontuurlijk, zoals deze waarover ik schrijf in De zilte mossel↗︎. Volledigheidshalve moet ik daar aan toevoegen dat ik Marc ooit een bromfiets verkocht heb, iets waarover ik tot vandaag wroeging heb, lees dit↗︎ en ge zult begrijpen waarom.

(°) Marc Loy In De Zeewacht dd 7 februari 2020.

Geen opmerkingen: