dinsdag 11 mei 2021

Zeereisje met verregaande literaire gevolgen

De cartoon van Yvon Kermarrec verbeeldt een meerdaagse bootreis met het jacht Cpt Bestenbustel, in mei 1988. Die ging over en weer van Oostende naar Haringvreter↗︎ op het Veerse Meer. Vooraan zitten van links naar rechts: Marc Loy, Flor Vandekerckhove en Yvon Kermarrec (†). Remi Vansteene is roerganger en kok. Boven alles en iedereen torent schipper-eigenaar Daniël Crabeels. Let op de vogel die in veel van Kermarrecs cartoons voorkomt: het zeekieken.



OVER DE TRIP valt veel te vertellen. Over jachteigenaar Daniël Crabeels↗︎ bijvoorbeeld, die, ik zeg het niet graag maar 't is waar, op zee erg meevalt — schipper naast God is kennelijk zijn natuurlijke staat —, er valt ook wel iets te vertellen over andere jachten die aan het zeereisje deelnemen en over de bemanningen ervan, over ontmoetingen onderweg en over de invloed van die tocht op mijn schrijverschap. Dat laatste interesseert u 't minst van al, toch is ’t daarover dat ik u zal onderhouden.
’t Begint al bij ’t uitvaren. Yvon Kermarrec↗︎ die rechtstreeks van een uitgaansnacht aan boord stapt, wil eerst zijn roes uitslapen. We proberen hem te wekken, het dek dient gezwabberd. Vraag ik aan Marc Loy↗︎: ‘Is hij dood?’ Loy, die zijn klassieken kent, antwoordt: ‘Neen, hij slaapt alleen maar.’ Waarna hij op bijbelse wijze declameert: ‘Kermarrec, kom tevoorschijn!’ En kijk, na enig aarzelen komt Yvon uit de kajuit, zijn gezicht bedekt met een doek. Crabeels maakt er korte metten mee: ‘Maak de doek los en zet Yvon in de wind!’ Zeg nu zelf! Komt omzeggens heel deze passage niet letterlijk uit de Bijbel?! Die nacht, terwijl ik wachtloop, maak ik een notitie die mijn literaire toekomst bepaalt: 'Verzamel inspirerende bijbelverhalen↗︎.' Een ervan, Esau & Jacob↗︎ komt meteen na thuiskomst al in Het Visserijblad↗︎. Er volgen vele andere (zelf vind ik Onderweg, op zoek naar verhalen↗︎ wel geslaagd, met een mooi tableau van Luc Blomme trouwens.)
Er is meer. Aan boord lees ik een verhaal dat Marcel Proust schier eindeloos weet uit te melken. Tegen de tijd dat we Zeebrugge passeren — moeilijke zeegang — ben ik het oeverloos gezwam over Swann & Odette dermate beu dat ik het boek met een forse armzwaai in zee gooi. Kermarrec vindt dat een meesterlijke daad: ‘Zo hoort de aankomende schrijver met de hem voorafgaande literatoren om te gaan: overboord ermee!’ Terwijl Marcel Proust door de Leviathan↗︎ opgeslokt wordt en Crabeels al zijn stuurmanskunst aanwendt om ons zonder averij voorbij Zeebrugge te laveren, groeit er tussen Kermarrec en mij een vriendschap die drie jaar standhoudt, wat voor mijn doen erg lang is. De vriendschap concretiseert zich in literair tijdschrift Vivaldi↗︎.
Tot hiertoe is roerganger Remi Vansteene buiten beeld gebleven, maar wanneer we in Haringvreter aanleggen, roept hij plotsklaps: 'To hell with facts! We need stories!’ Dat Remi Ken Kesey↗︎ kent, hadden we nooit durven denken. Woorden die hoe dan ook tot gevolg hebben dat Yvon en ik ter plekke een Frans schrijverskoppel bedenken dat Jean-Pierre Sartre & Germaine de Beauvoir heet, met een gemeenschappelijk oeuvre, geboekstaafd als Chic et pas Cher. Hoef ik eraan toe te voegen dat heel de crew zich van ’t lachen op de dijen slaat en daar pas mee ophoudt als de vuurtoren van Oostende weer in zicht komt? Neen toch!
(Gebaseerd op waargebeurde feiten.)

Geen opmerkingen: