Performancedichter Didi de Paris (°1957) wordt dit jaar 68. Vandaar de titel van zijn nieuwe boek, MIJ 68, waarin hij terugblikt op 50 jaar literaire underground. (°)
IN MEI 68 was Didi de Paris ⇲ nog geen schrijver, bijlange niet, hij was nog maar het zoontje van papa & de keppe van mama en heette gewoon Onze Dirk. In MIJ 68, zijn nieuwe boek, staat wat hij zich van het revoltejaar herinnert, dat blijkt vooral de maand september te zijn, omdat… Ernest Claes toen stierf, ’waarmee ik mij diep verbonden voel’. Waarmee de toon wel gezet is: dit wordt lachen. Al gauw wordt ‘t ook duidelijk dat MIJ 68 doorspekt is met literaire verwijzingen. In het tweede stukje wordt dat Van Ostaijen. Op een volgende bladzijde staan in één zin Hadewych, Guido Gezelle en de Oostakkerse gedichten. Wanneer je ’t boek dichtklapt, weet je wel wie de auteur beïnvloed heeft en tegen wie hij zich afzet, en wat je dan ook weet is dat het ene ‘t andere niet uitsluit.
Er zijn niet zoveel auteurs die hun geestigheden kort weten te houden, Didi de Paris kan het wél. Het boek telt 106 stukjes, in totaal 112 bladzijden licht leesvoer, de lezer langs de non-carrière van de auteur leidend: ‘Meestal moet u, zo u al interesse heeft voor literatuur, diep delven eer u mij vindt. Zoals de meeste van mijn activiteiten situeren mijn literaire activiteiten zich ondergronds. Mijn kunstenaarschap beslaat ongeveer een halve eeuw. Ik belichaam ook vijftig jaar underground. In het antropoceen voel ik mij vaak alleen.’ Let op het rijm, waarmee de auteur in performances ongetwijfeld scoort, maar gelukkig zijn er bij tijd en wijle ook zinnen die gewoon lekker lezen: ‘Ik, de inktvis die uit de inktpot kwam gekropen, zag vaak zwarter dan een mijnwerker. Als slaaf van het alfabet sleepte ik het kadaver van de poëzie met me mee.’ En ‘() passioneel was Brussel, wulps, frivool, verleidelijk en met borsten als koepels van canonieke basilieken, dat was Brussel, gelaagd als een krop witlof in de keel, het spruitje op de landkaart was Brussel, de hemel en de hel van Jacques Brel, Brussel was het canvas van Pieter Breughel de Oude. Brussel was Achetez les beaux tomates Eddy Merckx! Brussel woekerde, was een olievlek, morsig. Brussel was Oe-lala (een bruisende stad), zeepbel, Brussel was Bruxelles en Brussel was Brüsel, in tienduizend Bruzzele-menten geslagen was Brussel O-lala-lààààààà (wa es da naa?), Brussel was Nederlands en Frans en zwans en Ensor en Hergé en dik oké, Sjeik Bab el Ehr.’ Die sjeik heb ik moeten opzoeken, ’t is een slechterik uit Kuifje.
(°) Didi de Paris. MIJ 68. 2025. Uitg. Les éditions de Paris. 112 pp. Publieksvoorstelling zaterdag 10 mei, 19.30u, in het Auditorium van de Leuvense Bib, Tweebronnen, Rijschoolstraat 4, Leuven. Geert Waegeman zorgt voor de muzikale omkadering. Drink na de voorstelling.
MIJ 68 is ook titel van de reeks optredens die na de zomer van start gaan, wisselend van samenstelling, naargelang de mogelijkheden van de organisator. ’t Is ook tijdens die optredens dat het boek te koop zal zijn. Namen die mogelijks aan zo’n optreden participeren, en waarvan Didi zegt te hopen dat hij ooit eens met ál die mensen samen kan aantreden: Wagonman, Rinus van de Melkwegboer, Barbara Claes, Tom Bessemans, Karel Bijnens, David Dessers, Wim Smeyers, René van Densen, TiMO Jacobs, Gilbert Lens, Geert Waegeman, Pierrette COffrée, Teuk Henri, Yvan Vander Sanden, Kris J. Y. Verdonck⇲, Bert Lezy (Blaastaal), Charlotte Vandenbroucke, Martin Valcke, Dominique De Groen, Delphine Lecompte⇲, Antoine Boute, Remo Perrotti, Lukas Simonis, Andy Fierens, Nooit Nooit, Jan Ducheyne, Elvis Peeters⇲, Michaël Vandebril, Ilse Derden, Juan Maria Bollé, Bart Schoofs, Katja Louisa Stonewood.) Meer info bekom je via didi.deparis@telenet.be⇲.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten