Clara Wichmann
De
Nederlandse anarcho-socialiste Clara Wichmann (1885 – 1922) is maar 37 jaar
geworden. Aan dat korte leven
heeft zij veel betekenis weten te geven.
Dat geldt voor haar bijdragen tot het anarchisme, maar ook voor de
ontwikkeling van bredere theorieën betreffende recht, straf en misdaad.
Wichmann heeft een parcours
doorlopen dat haar van de burgerij tot in de kern van de revolutionaire
beweging zal brengen. In de studentenbeweging neemt ze feministische
standpunten in. Op de universiteit ontdekt ze het marxisme. Later, als
anarchiste, blijft ze trouwens Marx op waarde schatten. Ze voegt evenwel een merkwaardig
subjectief element toe aan diens materialisme: ‘We hebben ons echter af te vragen, of dit niet een onvolledigheid in
het marxisme is en het niet beter ware geweest, naast dit objectieve feit ook
het subjectieve beleven te stellen.’ En verder: ‘Het verschil tussen de kommunisten en anarchisten is niet voornamelijk
dat ze een ander eindideaal hebben, maar dat de weg daarheen een andere is. (…)
Veel meer wordt bij de anarchisten de nadruk gelegd op alle waarden die de
persoonlijkheid betreffen.’
De Nederlandse dichteres
Henriette Roland-Holst (die ons de Nederlandse tekst van De Internationale gaf)
heeft met Clara veel gepolemiseerd over die kwesties (*). Over Wichmann zei
Holst uiteindelijk: ‘Dieper dan vele anderen heeft zij
het sociaal-ethies tekort van het marxisme beseft en de daaruit voortvloeiende
gevaren voor de praktijk aangewezen: het alles of bijna alles verwachten van de
omstandigheden en, in verband hiermee, het opvatten van de verwezenlijking van
het socialisme als in hoofdzaak afhankelijk van de ekonomische “vooruitgang”;
de onderschatting van de betekenis der persoonlijkheid en van het persoonlijk
verantwoordelijkheids-gevoel.’
Clara, die getrouwd is met
de dienstweigeraar Jo Meyer (en sindsdien als Clara Meyer-Wichmann door het
leven gaat), is dan ook vooral geïnteresseerd in geweldloze actie. Daardoor komt het wellicht ook dat de
atheïstische Clara in 1917 aangetrokken wordt door de Bond van
Christen-Socialisten, waar ze de predikant Bart De Ligt leert kennen die zijn
christendom tot in het anarchisme doortrekt. Via die bond komt ze ook in contact met de Internationale
Anti-Militaristische Vereniging die het blad ‘De wapens neder’ verspreidt. In
1919 wordt ze actief in de ‘Bond van Revolutionair-Socialistische
Intellectuelen’.
In 1920 is ze medestichter
van de BRAC, de Bond van Religieuze Anarcho-Communisten (kort daarna verandert
de naam in Bond van Anarcho-Socialisten), waarin ze haar eigen theorie verder
kan ontwikkelen: ‘Het doel moet in de
middelen aanwezig zijn omdat iedere daad haar eigen gevolgen meebrengt.’
Haar opvattingen over
geweldloosheid trekt ze niet zover door als haar geestesgenoot De Ligt die
vanuit zijn religieuze overtuiging wel een variante op de Tolstoiaanse totale
berusting lijkt na te streven.
Clara Meyer-Wichmann is ‘realistischer’. Uiteraard, zegt ze, gaat de revolutie gepaard met een
machtsovername, maar: ‘Wordt de
toehoorders op vergaderingen niet telkens weer voorgehouden, dat de ontwapening
der bourgeoisie alleen kan geschieden door de bewapening van het
proletariaat? Wordt de propaganda
voor dat andere, veel afdoender, veel meer wezenlijk revolutionaire en zuiver
proletarische strijdmiddel: de ontwapening der bourgeoisie door de chronische
staking van alle fabrikage en transport van munitie, soldatenkleding,
enzovoorts, niet aan de gesmade syndikalisten en anarchisten overgelaten?’
Flor Vandekerckhove
‘Bevrijding’ bevat een keuze
uit het werk van Clara Meijer Wichmann. Het werd samengesteld door Thom
Holterman en Hans Ramaer. Er wordt
geen datum van publicatie vermeld. Ik kocht het boek lang geleden op een zgn.
‘alternatieve boekenbeurs’ in Gent.
(*) In de biografie
‘Henriette Roland Holst 1869-1952’ van Elsbeth Etty (ISBN 90 254 1118 5 –
Uitgeverij Contact 1996) wordt uitvoerig op die polemieken ingegaan. (ps
412-414).
Clara Wichmann |
Wichmann heeft een parcours
doorlopen dat haar van de burgerij tot in de kern van de revolutionaire
beweging zal brengen. In de studentenbeweging neemt ze feministische
standpunten in. Op de universiteit ontdekt ze het marxisme. Later, als
anarchiste, blijft ze trouwens Marx op waarde schatten. Ze voegt evenwel een merkwaardig
subjectief element toe aan diens materialisme: ‘We hebben ons echter af te vragen, of dit niet een onvolledigheid in
het marxisme is en het niet beter ware geweest, naast dit objectieve feit ook
het subjectieve beleven te stellen.’ En verder: ‘Het verschil tussen de kommunisten en anarchisten is niet voornamelijk
dat ze een ander eindideaal hebben, maar dat de weg daarheen een andere is. (…)
Veel meer wordt bij de anarchisten de nadruk gelegd op alle waarden die de
persoonlijkheid betreffen.’
De Nederlandse dichteres
Henriette Roland-Holst (die ons de Nederlandse tekst van De Internationale gaf)
heeft met Clara veel gepolemiseerd over die kwesties (*). Over Wichmann zei
Holst uiteindelijk: ‘Dieper dan vele anderen heeft zij
het sociaal-ethies tekort van het marxisme beseft en de daaruit voortvloeiende
gevaren voor de praktijk aangewezen: het alles of bijna alles verwachten van de
omstandigheden en, in verband hiermee, het opvatten van de verwezenlijking van
het socialisme als in hoofdzaak afhankelijk van de ekonomische “vooruitgang”;
de onderschatting van de betekenis der persoonlijkheid en van het persoonlijk
verantwoordelijkheids-gevoel.’
Clara, die getrouwd is met
de dienstweigeraar Jo Meyer (en sindsdien als Clara Meyer-Wichmann door het
leven gaat), is dan ook vooral geïnteresseerd in geweldloze actie. Daardoor komt het wellicht ook dat de
atheïstische Clara in 1917 aangetrokken wordt door de Bond van
Christen-Socialisten, waar ze de predikant Bart De Ligt leert kennen die zijn
christendom tot in het anarchisme doortrekt. Via die bond komt ze ook in contact met de Internationale
Anti-Militaristische Vereniging die het blad ‘De wapens neder’ verspreidt. In
1919 wordt ze actief in de ‘Bond van Revolutionair-Socialistische
Intellectuelen’.
In 1920 is ze medestichter
van de BRAC, de Bond van Religieuze Anarcho-Communisten (kort daarna verandert
de naam in Bond van Anarcho-Socialisten), waarin ze haar eigen theorie verder
kan ontwikkelen: ‘Het doel moet in de
middelen aanwezig zijn omdat iedere daad haar eigen gevolgen meebrengt.’
Haar opvattingen over
geweldloosheid trekt ze niet zover door als haar geestesgenoot De Ligt die
vanuit zijn religieuze overtuiging wel een variante op de Tolstoiaanse totale
berusting lijkt na te streven.
Clara Meyer-Wichmann is ‘realistischer’. Uiteraard, zegt ze, gaat de revolutie gepaard met een
machtsovername, maar: ‘Wordt de
toehoorders op vergaderingen niet telkens weer voorgehouden, dat de ontwapening
der bourgeoisie alleen kan geschieden door de bewapening van het
proletariaat? Wordt de propaganda
voor dat andere, veel afdoender, veel meer wezenlijk revolutionaire en zuiver
proletarische strijdmiddel: de ontwapening der bourgeoisie door de chronische
staking van alle fabrikage en transport van munitie, soldatenkleding,
enzovoorts, niet aan de gesmade syndikalisten en anarchisten overgelaten?’
Flor Vandekerckhove
‘Bevrijding’ bevat een keuze uit het werk van Clara Meijer Wichmann. Het werd samengesteld door Thom Holterman en Hans Ramaer. Er wordt geen datum van publicatie vermeld. Ik kocht het boek lang geleden op een zgn. ‘alternatieve boekenbeurs’ in Gent.
(*) In de biografie
‘Henriette Roland Holst 1869-1952’ van Elsbeth Etty (ISBN 90 254 1118 5 –
Uitgeverij Contact 1996) wordt uitvoerig op die polemieken ingegaan. (ps
412-414).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten