— Ivan Schamp en Mauricette Willaert animeren de zangstonde in
woonzorgcentrum Jacky Maes. —
|
We noemen hen vrijwilligers. In Vlaanderen zijn dat er zo’n 750.000. Daarvan
zijn er 73 actief in het Bredense woonzorgcentrum Jacky Maes. Daar rijden ze met
boeken rond of met de koffiekan, ze gaan op wandel met
residenten, animeren een zangstonde … Minstens twee ervan zijn jeugdvrienden
van me: wijlen Roland Vanmassenhove en Ivan Schamp.
Schamp doet
het al zes jaar. Hij animeert er regelmatig een zangstonde. Omdat
ikzelf nog cantor van een studentenclub geweest ben, vraag ik hoe het er bij
hem aan toegaat. Neen, er wordt niet gesalamanderd. En ja, hij heeft er zijn pluk aan: ‘Vooraf
zoek ik uit wie jarig is en er moet ook een liedjeslijst gemaakt worden.
Tussen die liedjes door vertel ik anekdotes, ook dat vraagt een beetje
voorbereiding. De zangstonde zelf gebeurt in team. Mauricette Willaert is een
goede voorzangster en ex-marineofficier Martin staat in voor de muzikale
begeleiding.’
Die vrijdagmorgen ga ik het met eigen ogen bekijken. Ik maak foto’s,
zing mee met De boerinnekesdans
en spreek met residenten over Jan Thijs en De tijd van toen.
Thuis denk ik nog een beetje na over de belangeloze inzet van mijn
medeburgers. En ik moet zeggen … Menslievendheid…
‘t is iets waarmee ik het altijd een beetje moeilijk heb. Steeds weer denk
ik: daar moet iets achter zitten, iets wat ik niet ken, een geheim bijvoorbeeld.
Het geheim (°)
Ik vraag Schamp naar
het geheim. Hij antwoordt: ‘Emoties zijn niet alleen passieve belevingen, ze kunnen
ook opgevat worden als actie-tendenties : een drijfveer om een bepaald doel te
bereiken.’
Olala, daar begrijp ik niets van, ik zal ‘t zelf moeten uitzoeken. Nog dezelfde dag begeef
ik me naar het hoogste duin van ’t Sparrenbosje. Van verre zie ik de wandeling
met rolstoelpatiënten naderen. Op de gezichten staat bittere ernst, zowel op
die van de rolstoelgebruikers als op de gezichten van de vrijwilligers, want de
tocht gaat niet over rozen — eerder over kiezelstenen, losgeraakte stoeptegels en kasseien. Zodra de sliert het
duinengebied betreedt, gebeurt iets. Op het wandelpad, in de
bedding van het oude tramspoor, houdt de stoet halt. De rolstoelgebruikers
maken zich van hun karren los. De ene doet dat al kwieker dan de andere,
maar op den duur staan ze allemaal recht. Daarna nemen de vrijwilligers de vrijgekomen zitplaatsen in. De residenten van het woonzorgcentrum stellen zich op achter de rolstoelen
en de stoet komt weer in beweging. Ik geloof haast mijn ogen niet, de
rollen zijn waarlijk omgekeerd: de rolstoelgebruikers duwen de vrijwilligers! Niets
dan blije gezichten: de enen omdat ze eens mogen neerzitten, de anderen omdat
ze op miraculeuze wijze weer lopen. Ze roepen, lachen en er worden gore
moppen verteld. Sommigen maken er een race van en proberen elkaar af te troeven. Op ’t einde van dat pad
gebeurt hetzelfde, maar omgekeerd: weer wordt er van plaats gewisseld. En als de
sliert uit de duinen tevoorschijn komt, is het aan niets meer te merken wat
daar gebeurd is. Van de gezichten valt alleen nog bittere ernst af te lezen, want de
tocht gaat niet over rozen — eerder over kiezelstenen, losgeraakte stoeptegels
en kasseien.
Flor Vandekerckhove
(°) Het verhaal werd in
gang gestoken door de zin die Ivan Schamp me opstuurde: ‘Emoties zijn niet alleen
passieve belevingen, ze kunnen ook opgevat worden als actie-tendenties : een
drijfveer om een bepaald doel te bereiken.’ Hij
deed dat in het kader van een experiment dat ik enige tijd geleden aanvatte.
Daarbij vroeg ik lezers of ze me een zin wilden geven. In ruil beloofde ik hun
aan verhaal. Meer erover staat hier. Het experiment is inmiddels afgelopen.