woensdag 29 september 2021

In memoriam Robbie Ghekiere

— Links Robbie Ghekiere (†), verder Peter Duuring (†), Cathy Cornelissen, Vincent Pauwels (†) [Foto archief Willie Panhuis] —


In Gent overleed op 11 augustus Robbie Ghekiere (°Moorslede, 13 juli 1947). Robbie heeft in mijn politieke vorming een belangrijke rol gespeeld. Samen met Peter Duuring animeerde ze halverwege de jaren zeventig in Gent een jaarlijks weerkomende cyclus die de naam van Léon Lesoil↗︎ kreeg. Tot vandaag onderhoud ik contact met enkele makkers die in die tijd via deze vormingscyclus het marxisme leerden kennen. Ik stuurde hen het overlijdensbericht en een van hen, Frans Van Heddeghem, reageerde met het ophalen van herinneringen die nauw verwant zijn aan de mijne. (Flor Vandekerckhove)
Mieke en ik waren geschokt toen we het overlijden van Robbie vernamen.
We hebben haar lang elk jaar tijdens de Gentse Feesten weergezien, maar nu was het toch al een hele poos geleden. We herinneren ons dat ze altijd heel oprecht vriendelijk was. Ze heeft het nochtans niet altijd gemakkelijk gehad. En telkens moesten we dan ook terugdenken aan de zeer jong overleden Peter Duuring.
Zelf denk ik terug aan de periode van de Leon Lesoil vorming in Gent, die me zelfs enkele jaartjes tot 'trotskist' heeft gemaakt. En al is er om allerlei redenen niet zoveel terecht gekomen van de wel zeer hooggespannen idealen van weleer, toch blijf ik dankbaar terugdenken aan de fijne, slimme, geëngageerde, onbaatzuchtige mensen die ik er heb ontmoet en waarvan ik er sommigen wat beter heb leren kennen. Robbie was daar een van. De marxistische vorming van Lesoil was op niveau, heb ik altijd gevonden. Voorbereidende documenten, verslag van de lezing of het debat en van de documenten, vermoedelijk ook het gedegen werk van de altijd vlijtige Robbie. Zij zat altijd aan het tafeltje aan de ingang.
Het toeval wil dat ik onlangs, bij het opruimen van mijn oude archieven een bundel uitgeschreven teksten van de Lesoil-vormingsavonden heb teruggevonden, tussen oude nummers van Rood en tussen meestal Franstalige diepgravende teksten van de Vierde Internationale. Ik heb veel weggegooid, maar die grijze wat harde pagina's met Lesoilteksten heb ik behouden. Ze dateren uit de periode 75-76-77. Het gaat onder meer om lezingen van Ernest Mandel, Pol Verbraecken, Mark Van Ryssen, Tony Van den Heurck, Eric Coryn, François Vercammen, Freddy De Pauw, W. Jansen, Eddy Labeau, Guy Desolre…

maandag 27 september 2021

Samenzwering? Brainwashing? De vrijheid belaagd?

— ’t Is de hoed die ’t doet. (drie maal) Centraal Annie Vanhee, Rechts: Daniël Crabeels.—


IN HAMLET waart de geest van de overleden koning over de paleismuren. Shakespeare laat de paleiswacht zeggen: Something is rotten in the state of Denmark. ’t Is een sterke oneliner, bruikbaar telkens de indruk ontstaat dat er vreemde dingen aan ’t gebeuren zijn. 
Dat denk ik wel eens wanneer ik los van elkaar staande FB-berichten van twee mij nabije bekenden lees. De ene heet Annie, de andere Danny. We zijn leeftijdgenoten, ik ben met hen opgegroeid, ook in ’t volwassen leven ben ik hen nabij gebleven en nog altijd volg ik hun handel & wandel met aandacht. Over elk van hen heb ik stukjes geschreven; over Danny Zeereisje met verregaande gevolgen↗︎, over Annie Volkskunstenares↗︎. Ge zult zien: ik ben die mensen genegen.
       [Maar ze werken me ook al eens op de zenuwen.]
Soms maant Annie me om naar haar FB-pagina te kijken en ze doet dat in dwingende bewoordingen: ‘Dit is een noodkreet, dit gaat over het einde van onze vrijheden, tot zover heeft niemand daarover wakker gelegen, wel nu is het moment’. Als ik daar vervolgens naar kijk, verneem ik dat het volk zich laat knechten. Gewoon omdat het zich laat… vaccineren. Dat Annie hard tégen is, verwondert me niet, zij vertoeft altijd op plekken waar u en ik niet komen; wat me wel verwondert is de militante toon: ‘Waar is het volk dat opstaat? Ze worden geknecht zonder het te beseffen.’ 
Waarna mijn oog al eens op de FB-pagina van Danny valt. Hem ga je bij de anti-vaxxers niet aantreffen, integendeel. Maar wat zie ik? Hij loopt storm om iets heel anders. ‘Het zijn altijd weer dezelfden die denken vrij te denken, maar gebrainwasht zijn door WOKE en andere excessen die ONVRIJ zijn. Geluk ermee. We leven midden een samenzwering van idioten.’ U leest het goed, ook bij hem: samenzwering, gebrainwasht, onvrij. 
Danny en Annie zijn tegengestelden, ik verneem dat de ene de andere op FB zelfs ‘ontvriend’ heeft, maar beiden zijn het er wel over eens: er is een samenzwering! De vrijheid wordt belaagd! Voor Annie zit de pillenindustrie erachter, voor Danny is het WOKE. Men brainwasht het volk, zeggen beiden, bij Annie bevinden de snoodaards zich rechts, bij Danny links. Als ikzelf om me heen kijk, zie ik toch iets anders: niemand wordt hier gebrainwasht, nergens ontwaar ik een samenzwering, de vrijheid staat, ietwat wankel als immer, overeind. Waaruit blijkt dat ik — oude trotskist↗︎ nochtans  het schoolvoorbeeld van een gematigde mens ben. Er is waarlijk something rotten in the state of Denmark.         [120]

Facebook

zondag 26 september 2021

Leren schrijven met Adrienne Rich



In 2020 vertaal ik een eerste gedicht van Adrienne Rich, End of an Era↗︎, ik leid het in met een citaat waaruit blijkt dat we met een behoorlijk linkse mevrouw te maken hebben.
‘Ik stam uit een land dat veertig jaar vastzit in de diepvries van de geschiedenis. Elke burger die vandaag leeft in de Verenigde Staten, is doordrenkt van retoriek uit de Koude Oorlog, de verschrikkingen van het communisme, het verraad van het socialisme, de waarschuwing dat elke collectieve herstructurering van de samenleving het einde betekent van persoonlijke vrijheid. En ja, er zijn gruwelen geweest en verraad die openlijk verzet verdienen. Maar we worden niet uitgenodigd om stil te staan bij de slachtpartijen van het stalinisme, de verschrikkingen van de Russische contrarevolutie, náást de slachtpartijen van de blanke suprematie. We worden niet aangespoord om hier een meer menselijke samenleving te helpen creëren als reactie op dat wat ons geleerd is te haten en te vrezen. Het discours zelf is bevroren op dit niveau.’ (in ‘Notes towards a Politics of Location’. Mijn vertaling.) 
Ik wil er meer over weten en vertaal nog een gedicht, What Kind Of Times Are These. Wat me leert dat Adrienne Rich↗︎ waarlijk goede gedichten schrijft. Merkwaardig, want ’t is politieke poëzie. En heet het niet dat politiek de lyrische kwaliteiten van een gedicht ondermijnt? Niet zo bij Adrienne Rich. Ik wil weten hoe ze het voor elkaar krijgt, haal mijn vertaling van What Kind Of Times Are These nog eens op, plaats het onderaan dit stuk en onderwerp het aan een indringende blik.
In de eerste lijnen doet ze iets wat heel het gedicht zal bepalen, ze brengt de politiek naar de natuur. 
Er is een plek tussen twee rijen bomen waar het gras bergop groeit / en de oude revolutionaire weg in schaduwen afbreekt / nabij een gemeenschapshuis, verlaten door degenen die vervolgd werden / en in die schaduwen verdwenen. 
Waardoor er als ’t ware een pastoraal gedicht ontstaat, gemakkelijk verteerbaar, een gedicht over de natuur gaat er bij iedereen wel in. Vrees niet, zegt de dichter enerzijds, we hebben het over bomen, anderzijds gaan de pastorale openingszinnen tegelijk over de nasleep van een mislukte revolutie. De revolutionairen zijn vervolgd, waarna ze ‘verdwenen’ zijn. Wat mij, oude trotskist, meteen aan de Sovjet-Unie laat denken en het lot van de linkse oppositie. Maar Rich roept me meteen tot de orde:
dit is geen Russisch gedicht, dit is nergens anders dan hier, / ons land dat dichter bij zijn eigen waarheid en angst komt, / zijn eigen manieren om mensen te doen verdwijnen.
Vervolgens ontwijkt ze meesterlijk de val waarin zoveel politieke poëzie loopt. Ze weigert uitdrukkelijk om de zaken te benoemen: Ik zal je niet vertellen waar de plaats is. Maar de goede verstaander weet wat/wie ze bedoelt met: Ik weet al wie het wil kopen, verkopen, doen verdwijnen.
Het slot van het gedicht bevestigt mijn vermoeden. Doordat ze erin slaagt de politiek in een pastoraal gedicht te bedden, houdt ze onze aandacht vast. Ze zegt het zelf met zoveel woorden: want om je in tijden als deze / überhaupt te laten luisteren, is het nodig / over bomen te praten.
Het wereldwijde web leert me dat Adrienne Rich in What Kind Of Times Are These een dialoog met Bertolt Brecht↗︎ voert en meer bepaald met diens gedicht Aan zij die na ons komen↗︎. Ik haal het uit de kast en lees waarlijk: Wat zijn dit voor tijden, waarin / Een gesprek over bomen haast een misdrijf is / Omdat het een zwijgen over zoveel wandaden bevat. Brecht schrijft het tussen 1934 en ’38 en zegt terecht: ‘Werkelijk, ik leef in duistere tijden!’ Rich, die tot degenen behoort tot wie Brecht zich richt (die Nachgeborenen), is van een andere tijd, de onze, een tijd waarin het juist wel nodig is over bomen te praten.



Gedicht plus vertaling op youtube
Wie het origineel naast de vertaling wil leggen, klikt hier↗︎.

vrijdag 24 september 2021

Mijn nageslacht en ik

— Rechts: de Akai Force. —


Een gezelschapsmens ben ik niet, een familieman evenmin, ik breng mijn tijd graag in afzondering door. In die afzondering gedijt al eens iets wat van mijn (groot)vaderlijke gevoelens getuigt. Zo heb ik in 2020 een boekje gemaakt dat Zelfonderzoek↗︎ heet. Dat is samen met mijn dochter gebeurd en we zijn erin geslaagd dat te doen zonder elkaar voor de voeten te lopen; als gelijken, zij beelden, ik woorden. 
Dit jaar smaakte ik dan weer het grootvaderlijke genoegen dat een mijner kleindochters achttien werd. Daar was ik aan ’t denken terwijl ik op de Spinoladijk↗︎ in m’n eentje naar zon, zee & zand aan ’t kijken was. Alzo mijmerend viel mijn eigen achttiende me te binnen. In het zog van die gedachte dacht ik aan Yellow Submarine, song die me verblijdde toen ikzelf 18 was. Zag ik daar opeens geen periscoop uit zee oprijzen?! Enfin, dat echt gemijmerde verhaal↗︎ [179] gaf ik aan mijn achttienjarige kleindochter als verjaardagscadeau. Ge ziet, ik mag dan niet het type van de gezellige opa zijn, ik doe wel een en ander.
Wist u trouwens dat mijn zoon al van kindsbeen een groot Panamarenco-gehalte
 heeft? Zijn oude kindertekeningen hebben me tot enkele gedichten geïnspireerd en een ervan heet Naar Charlerwa↗︎. Die zoon is intussen al lang geen kind meer, maar dat Panamarenco-gehalte heeft hij gelukkig behouden. Daar bovenop heeft zich recentelijk een muziekmicrobe genesteld. Hij maakt muziek met mij onbekende electronica die Akai Force heet, toestel dat ik in hoofding afbeeld. Voor Naar Charlerwa heeft hij nu met behulp van die machine een muziekstukje gemaakt, een eerste compositie. Daaraan heb ik achteraf het gedicht in spoken word↗︎ toegevoegd. Waardoor Naar Charlerwa geëvolueerd is van een gedicht naar een muzikale compositie, gemaakt door vader en zoon, is dat niet cool?    [111]


Naar Charlerwa

Muziek en beelden Bert Vandekerckhove

Woorden Flor Vandekerckhove

www.youtube.com/watch?v=6F5SJk4P1RQ

woensdag 22 september 2021

Avondgenoegen, alleen nog digitaal



Er is een tijd geweest waarin u mij op podia kon aantreffen. Daar stond ik dan in real life, van jetje gevend, verhalen te vertellen, poëzie te declameren. Noël Warmoes↗︎ begeleidde me op de trekzak en later deed Dimer Geedts↗︎ het op piano. Samen heetten we Ostend Social Club Avondgenoegen↗︎. Wel, die tijd… die is voorbij. In plaats daarvan overspoelt een vloed van virtuele optredens het internet, opgenomen in het cabaret René Descartes↗︎ en vereeuwigd door het filmhuis United Fucking North Sea Pictures Entertainment, beter bekend onder de afkorting United Fucking. Halverwege 2020 maakte dat huis voor ’t eerst een top-10↗︎. Nu weer. Oude klassiekers & nieuwe hits! Uit de hitparade verdween Drie meisjes op de pier↗︎, een verhaal over taboes in de vissersgemeenschap. [409]. Ook verdween De boerin uit West-Vlaanderen en de kersentijd↗︎, over een West-Vlaamse die naar Cuba uitwijkt [430]
Dit zijn de meest bekeken filmpjes, opgaand van 10 tot de absolute top op 1. (Flor Vandekerckhove)

**** Meer dan 400 views  *****

10
. Het einde der coronatijden. Dat gedicht moest ferm aan populariteit inboeten. Het stond verleden jaar op 5. Misschien komt dat doordat de epidemie te lang duurt. Moedeloosheid overvalt ons, en toch: het gedicht bezingt het einde van de lock down! Kijk er eens naar, het zal u deugd doen: klik hier↗︎. [433]
9. Een onderbroken stukje telefoonseks
. Dit filmpje was in 2020 niet in de top-10 te bekennen. Het komt dus uit het niets binnen in de de hitparade van 2021. Komt het door de seks? Oordeel zelf: klik hier.↗︎ [444]
8. De plechtigheid.
In 2020 stond dit verhalende gedicht nog op 3. Het maakt u deelgenoot van een confrontatie tussen jonge vissers en marinesoldaten. Plaats van de handeling: uitgangsbuurt Oostende. Periode: midden vorige eeuw. U hoort het hier↗︎. [478]
7.
Elk z’n goeienavond is mijn antwoord op Arno’s supermooie song Oostende bonsoir. De beelden komen van advertenties die het gebruik van alcohol promoten. Erg toepasselijk. Het gedicht stond verleden jaar op 8, het heeft opgang gemaakt. Kijk & luister er eens naar:  klik hier.↗︎ [489]

***** Meer dan 500 views *****

6.
Ensor en zijn bende in Oostende is er er flink op vooruitgegaan. Het gedicht bezingt de Oostendse kunstscene, verzameld rond het graf van grootmeester James Ensor. De foto’s zijn van wijlen Eric Stuckmann. Verleden jaar stond het filmpje nog op 10, nu op 6. Klik hier↗︎. [559]
5. Karel de stichter van Bredene Duinen. In dat gedicht laat ik me inspireren door een bekend standbeeld in de wijk waar ik woon. Het filmpje is van de troon gestoten! Het gedicht stond in 2020 op 1, maar nu niet meer. Kijk maar, er staat niet wat er staat: Klik hier↗︎. [611]
4. Rode Mustangs en mannen met een zwarte moustache
. drie plaatsen vooruit! Paul van Vliet mag over meisjes van dertien zingen: ‘te groot voor de poppen, te klein voor de kerels’. Zelf maak ik er een jongensversie van. Rode mustangs: 
hier↗︎. [612]

***** Meer dan 1000 views *****

3.
Mijn vriendin Delphine Lecompte komt uit het niets de top-10 binnengewandeld, en dan nog op 3! Die indrukwekkende opwaardering komt vooral doordat de dichteres waarvan sprake een indrukwekkende passage gemaakt heeft in het TV-programma De slimste mens. Het aantal views steeg toen spectaculair. ’t Is dan ook een mooi gedicht. Oordeel zelf en klik hier↗︎. [1746]

***** Meer dan 6000 views *****

2.
Tepelklem. Dit verhaal komt uit het niets de top-10 binnengestormd, rukt meteen op naar de tweede plaats. Ja, ’t gaat snel. Twee maand geleden had het 3.400 views verzameld, dat zijn er nu ruim 6000 geworden. Klik hier.↗︎ [6144]

***** Meer dan 13000 views *****

1.
CFNM. Ook uit het niets komt ook de absolute nummer 1 van 2021: CFNM. Blijkbaar raakt het onderwerp een gevoelige snaar. En zeggen dat u nooit eerder van die lettercombinatie gehoord hebt. Daar kunt u iets aan doen, zoals bijna 14.000 mensen dat voor u al deden, Klik hier↗︎. [13584]

maandag 20 september 2021

De vrouw met drie benen weer opgezocht

— Het schilderij Three Legs Girl is van de Poolse kunstenaar Wiola Stankiewicz. — 



Mijn Facebook-weerzin blijft groot, maar ik zie er het nut wel van in. Het medium laat me toe mijn verhalen bijkomende bekendheid te geven. Bovendien kan ik oude verhalen via FB weer uit de vergetelheid halen, waardoor ze een tweede leven krijgen (in de analoge wereld zou men spreken van een tweede druk). Dat heb ik gedaan met De vrouw met drie benen (2014), een vergeten verhaal dat, dank zij FB, weer gelezen werd. Omdat De vrouw met drie benen een van m’n eerste surrealisme light↗︎ verhalen is, breng ik het ook in de blog nog eens onder de aandacht. Uiteraard ga ik die post uit 2014 hier niet reproduceren, je kunt die daar↗︎ gemakkelijk weervinden, nu maak ik er nu een filmpje van. Daarin hoor je me het verhaal declameren, met toevoeging van beelden die het surrealistische karakter in de verf zetten en ik zet er ook een bekend liedje op dat de vervreemding accentueert. [73]
Flor Vandekerckhove

De vrouw met drie benen
op youtube en op… muziek

www.youtube.com/watch?v=Hmd7hP1RW60

zaterdag 18 september 2021

Meet deze wolk eens

— Ik schrijf dit stukje tijdens hoogdagen van ‘woke en 'cancelculture'. Momenteel gaat het erg om Jan Fabre en het al dan niet verwijderen van diens beeld De man die de wolken meet. Mij ga je op de cancelcultuurbarricaden niet aantreffen. Evenmin vind je me weer in het gezelschap van oudere heren die, gezeten in de chesterfield, zich afvragen ‘of we nu ook dát nog over ons heen moeten krijgen.’ Waar bevind ik me dan? Wel, ik ga op zoek naar Bep, dochter van Roel van Es. —


Van Gerrit Achterberg↗︎ hoor ik voor het eerst tijdens mijn middelbare schoolopleiding, ook dat hij zijn hospita vermoord heeft. Moordenaar-dichter is een sterke combinatie, zoiets vergeet je niet gemakkelijk. Meer dan een halve eeuw later lees ik ’s mans biografie. (°) Ik ben 200 bladzijden ver:
Op de avond van de vijftiende december [1937] vond de tragedie in de Boomstraat plaats, op een moment dat moeder en dochter Van Es daarop niet verdacht waren. Het politierapport: ‘Het was iederen avond de gewoonte dat de dochter van mevrouw Van E. enige boterhammen op de kamer van A., die op de bovenste verdieping is gelegen, bracht. (…) blijkt dat A. het meisje — toen zij in de kamer verscheen — heeft willen vastpakken. Hiertegen heeft het meisje zich verzet, waarbij zij tevens om hulp riep. Op dit hulpgeroep begaf mevrouw v. E. zich ijlings naar boven, teneinde haar dochter bij te staan. Toen zij in de kamer kwam heeft A. de deur afgesloten, waarop de bewoonster voor het raam naar buiten om hulp heeft geroepen. Hierop heeft A. zijn Browning getrokken en een schot gelost op zijn hospita, dat haar in de linkerzijde dodelijk heeft getroffen. De zestienjarige dochter, die inmiddels de kamer had verlaten, werd door de kostganger gevolgd. Hij loste op de trap staande een schot. De kogel verwondde het meisje aan den hals ter hoogte van de halsader, zich deze werd niet geraakt.’

Hier kan Nick Cave een ferme moordballade van maken. (°°) En dan, elf bladzijden verder:

Het is paradoxaal: vanaf het moment dat Achterberg in de diepste ellende kwam te zitten, in gevangenis en later gesticht, werd hij verlost van de maatschappelijke druk, (…) van de wisselende, gespannen relaties met vrouwen, en was hij voor het eerst geheel en al vrij om te dichten. (…) 1937 was dan wel zijn crisisjaar, maar tevens het jaar van de totale overlevering aan de poëzie. Een andere weg was er niet. De prijs was hoog, te hoog voor wie denkt aan de slachtoffers.
Nog 500 bladzijden te gaan, maar vanaf nu krijg ik het niet meer uit mijn hoofd: hoe is het die zestienjarige dochter van de hospita verder vergaan? In de biografie valt over dat meisje — Bep — niet veel meer te achterhalen, wel dat de dichter haar vereeuwigt in Zestien↗︎, gedichten die nota bene tot de mooiste uit de Nederlandse poëzie gerekend worden, werk van een groot dichter, een verkrachter ook. En hoe bekender dichter Gerrit Achterberg wordt, hoe meer zijn achtergebleven slachtoffer in het niets verdwijnt. Dat is ook wat journalist Gobert van Colmjon opvalt (‘In de aanhoudende apologie van het dichtersgenie vormt zij nog steeds een hinderlijk attribuut waarbij kennelijk niet al te lang mag worden stilgestaan.’) en in 2002 geeft hij in het dagblad Trouw verslag van zijn zoektocht↗︎. Uiteindelijk vindt hij haar wel en dit is wat ze hem zegt:
'Het is te laat. Ik ben eenentachtig, wat schiet ik er nog mee op? Ik vind het fijn dat er nog belangstelling is, dat men mij niet helemaal is vergeten. Maar ik wilde dat men zich eerder om mij bekommerd had. Ik heb geen enkele hulp gehad, van niemand. Geen enkele instantie heeft na de schietpartij contact met mij gezocht. Ik heb het allemaal zelf moeten doen. Ik heb later nog eens aan mijn huisarts verteld wat mij allemaal is overkomen. Hij zei: Tjongejonge, mevrouw, u heeft wel wat meegemaakt in uw leven. Geen wonder dat u nerveus bent. Ik ben een heel nerveuze vrouw, dat heb ik daar van overgehouden.'


(°) Wim Hazeu. Gerrit Achterberg. Een biografie. 1988. de arbeiderspers A’dam/A’pen. 751 pp.
(°°) Wat tot een notitie leidt waarin ik mezelf opdracht geef om de lyrics van Caves Murder ballads↗︎ aan een indringende blik te onderwerpen en te kijken of ik die kan koppelen aan Moordballade/Droomballade↗︎ en aan Zestien↗︎ van Gerrit Achterberg.

De e-boeken van Flor Vandekerckhove zijn gratis. 

Vraag ernaar via liefkemores@telenet.be.

(Vermeld de titel.)

donderdag 16 september 2021

Vijf reëel gedroomde dromen


 

Het surrealisme wordt mede gevoed door Freud, maar psychiatrie is één zaak en kunst is iets heel anders. Freud gebruikt dromen om zijn patiënten te helpen, surrealisten daarentegen vertellen ze opdat iedereen ervan zou kunnen genieten. Surrealisten zijn overtuigd van de mogelijkheid van vrije associatie van ideeën, terwijl Freud juist betoogt dat deze associaties helemaal niet vrij zijn, dat zij door het onderbewuste beïnvloed worden. Voor Freud is humor een defensielijn, voor surrealisten voegt humor een extra dimensie toe aan het kunstwerk. Zelf voel ik me geenszins onderlegd om iets zinnigs over het droomfenomeen te vertellen, mij ga je daarover niemand horen tegenspreken. Wel kan ik vijf voorbeelden geven van reële dromen die ik in een verhaal gegoten heb. (Flor Vandekerckhove)


Ik mag wel zeggen dat de ‘gevangenisdroom’ de bij mij meest voorkomende droom is; ik droom van gevangenissituaties in tal van varianten. ‘Schommelen’, is op zo’n reële droom gebaseerd. Ik publiceer het verhaal hier voor het eerst en dan nog wel meteen op youtube. Toen ik die nacht even wakker werd, schreef ik de droom op en dit is wat ik er ’s anderendaags van kon maken [62]. Klik op www.youtube.com/watch?v=04iu6xUDS-Y.

Veel weerkomend is de droom van een huis of landgoed waar ik me bevind en waaruit ik, door niet altijd duidelijke krachten, belet word te vertrekken. Heeft het te maken met de vrees mijn vrijheid te verliezen? In dit geval geraak ik niet weg uit… een bordeel [104]
. Klik hier: www.youtube.com/watch?v=cPwZN6d2BoY.

Wat ook waar is: veelal is het door eigen schuld dat ik in zo’n ‘gevangenis’situatie terechtkom. In dit verhaal heb ik verkeerdelijk een reis geboekt naar een onbestaand land dat ‘Noordpolen’ heet. Ja, geraak daar maar weer uit weg. Het verhaal heet Avondlied [217] en staat hier op youtube
: www.youtube.com/watch?v=A7l2YaxcKBA


Ontsnappen, ik probeer het wel, soms wordt de poging onderweg gesaboteerd. In dit geval zelfs door een schildpad die Plato citeert
. Klik hier: https://florsnieuweblog.blogspot.com/2020/02/schildpad-citeert-plato.html

Toch ben ik in zo'n gevangenisdroom niet altijd kansloos. Soms slaag ik er wel degelijk in te ontsnappen. Drie van die geslaagde-ontsnappingsdromen staan gebundeld in Wegwezen (mooi verlucht met schilderijen van Bennie Simoens.) Wegwezen, een triptiek [212])
. Klik hier: www.youtube.com/watch?v=eZaLXA-MNzc

dinsdag 14 september 2021

Hoe de dichter net op tijd het zeemansverlangen kon scheppen


Zeemansverlangen


Aan Christiane, 

waardin van café Zeemansverlangen,

OPEX Oostende


O hoe graag trek ik de jaren vijftig in en van daaruit naar cinema 

Cameo waar Belgavox onze trieste koning Boudewijn toont die stilletjes 

Schreiend handen op de rug door de stad schrijdt op weg naar de haven

Om daar op protocollaire wijze te luisteren naar wind & zintuigelijk verlangen


O hoe graag fiets ik de wind trotserend naar het klooster van de libertijnen

Waar Marlene Dietrich in de jaren veertig gehuld in wit habijt stil schreiend 

Door witte gangen schrijdt op weg naar het oksaal boven in de libertijnen

Kerk om er ingetogen te zingen van wind en zee en mansverlangen


O hoe graag zoek ik in de ochtendzon het gezelschap van zouaven op die 

In doodsangst naar tranchées verlangen en na afloop stil schreiend naar

De kazemat terugschrijden met aan hun gordel zeven oren van gedode

Vijanden die ze bezingen in wind en luide gezangen over doodsverlangen


O hoe graag ga ik op pad met Henri Morton Stanley die me in die tijd nog

Neger noemen mag en thuisgekomen vertelt hoe hij zich schreiend een 

Weg terug door ’t woud moest kappen alzo verzwijgend dat al wat hij kappen 

moest een handvol handen was om die in het koninklijk paleis op te hangen


O hoe graag ben ik de scheepsjongen van weleer op de Sancta Maria die

Vlak voor ’t slapengaan naar de schrale stem van lichtmatroos Bob luisteren

Mag die van Amerika zingt en en van zwervers zoals wij die verstoten worden

Uit havens die op koning Boudewijn wachten en ook op heelheidsverlangen


O hoe graag keer ik terug naar de dag waarop ik naast God gezeten zie hoe 

Hij stilletjes schreiend de aarde schept die woest en ledig is en hoe hij tussen

Licht en duisternis een scheiding maakt en zegt dat het aan de dichter is om

De zaak al dichtend verder af te werken met zee en erbij passend verlangen


O hoe graag keer ik stil schreiend op mijn schreden weer Henri Morton Stanley 

Achterlatend die de weg in ’t woud voorgoed is kwijtgeraakt en Marlene Dietrich 

Die haar lot bezingt ondersteund door het zouavenkoor en koning Boudewijn om

Zoals door God gevraagd de zaak dichtend af te werken in wind en in verlangen


O hoe haast ik me stil schreiend om noodgedwongen de keuze te maken die zich 

In mijn scheppingswerk opdringt want met razendsnelle schreden schrijdt hij voort de 

Tijd en maar net op tijd krijg ik het voor mekaar dat Columbus blindelings Amerika 

Passeert en thuiskomt met aan boord het pas door mij geschapen zeemansverlangen


Flor Vandekerckhove


De schepping van het

ZEEMANSVERLANGEN

Zoals opgevoerd in cabaret René Descartes↗︎.
 

www.youtube.com/watch?v=DtW9jP6nn_M


Marvin Gaye en café Zeemansverlangen in de docu Transit Ostende. 1981 van Richard Olivier.


zondag 12 september 2021

Godfried Bomans, het wat en het hoe

In mijn boekenkast: alles van A.L. Snijders, een en ander van Simon Carmiggelt, niets van Godfried Bomans.



Godfried Bomans overhandigt in 1963 een Edison aan Marlene Dietrich, ik kijk ernaar↗︎ en kom onder de indruk van ’s mans humor. Daarna kijk ik in mijn boekenkast: een en ander van Simon Carmiggelt, omzeggens alles van A.L. Snijders, niets van Godfried Bomans. Van de drie grootste Nederlandstalige stukjesschrijvers ontbreekt Bomans heelengans. Dat heeft een reden, al ben ik vergeten welke. Ik haal er Jeroen Brouwers bij die mij er weer aan herinnert (°):
‘Welke was de opvatting van de katholieke literator Bomans over literaire zaken die alles met ‘het katholicisme’ te maken hadden, zoals ‘het geval Hermans’, 1951, waarin de auteur van Ik heb altijd gelijk wegens openlijk beleden antipapisme voor het gerecht werd gedaagd, of zoals ‘Het ezelproces’ wegens vermeende godslastering door Gerard Reve, 1965, of zoals de nationale deining rondom Reves huldiging in de Vondelstraatkerk te Amsterdam, 1969?’
1951, 1965, 1969. De data zijn deze vanaf mijn prille kindertijd, tot op de drempel van de volwassenheid. De katholieke kerk weegt als lood op de dingen. Literatoren zoals Reve en Hermans stellen dat gewicht in vraag. Bomans daarentegen was:
‘() te vinden op de plaatsen waar hij zeker wist dat de ‘kinderlijke dingen’ en ‘de geur van vroeger’, waarnaar op jeugdsentimentele wijze zijn heimwee uitging, nog onaangeraakt aanwezig waren: — in Vlaanderen bijvoorbeeld, waar () de ‘H.H. Geestelijken’ nog immer zijn zoals Godfried ze in zijn kinderjaren heeft ontmoet.’
Wie, zoals ik↗︎, dat katholicisme in Vlaanderen als een juk ervaart, heeft in die tijd geen boodschap aan de katholieke stukjes van Godfried Bomans, daar geef je als jonge man je geld niet aan uit, die vindt de oude man daardoor niet weer in zijn boekenkast. Maar Brouwers zegt ook dat hij wel schatplichtig is aan Bomans en hij noemt in zijn boekje vele anderen die dat ook zijn. Dat komt doordat Bomans niet belangrijk is om wát hij schrijft, wel om hóe hij het doet. Dat is wat Bomans ook zelf zegt: 
‘Voor zover (mijn werk) enige waarde heeft, schuilt deze niet in wat er gezegd wordt maar hoe het gezegd is.’  
En dit is wat Brouwers onlangs nog over zijn eigen werk in de krant laat optekenen: 
‘Het kan me niet schelen wat er staat, het is allemaal gelul, als het er maar voortreffelijk staat.’ (°°)
Flor Vandekerckhove


(°) Jeroen Brouwers. De wereld van Godfried Bomans. 1988. Uitg. Atlas - A’dam/A’pen. 192 pp.

(°°) Jeroen Brouwers, in DS der Letteren, 4 september 2021.


De e-boeken van Flor Vandekerckhove zijn gratis. 

Vraag ernaar via liefkemores@telenet.be.

(Vermeld de titel.)




vrijdag 10 september 2021

Adrienne Rich: Wat zijn dit voor tijden



VAN ADRIENNE RICH heb ik al een gedicht vertaald, Einde van een tijdperk↗︎, een geslaagd geëngageerd gedicht, en da’s zeldzaam. Ik wil meer over haar weten en een recente biografie (°) geeft me die kans. Wie echter, zoals ik, geen zin heeft om bijna 500 Engelstalige bladzijden over haar leven te lezen, kan toch veel over Adrienne Rich opsteken in een korte docu op youtube, n.a.v. haar overlijden in 2012: Adrienne Rich (1929-2012): The Life of the Legendary Poet & Activist↗︎
Adrienne Rich was veel tegelijk, moeder van drie zonen, en een van de belangrijkste dichters van de Verenigde Staten, toen ze in de al veertig was, werd ze een lesbisch feministisch icoon. Vanaf de jaren zestig tot het einde van haar leven was ze ook een linkse intellectueel. Zonder zich bij een marxistische groep aan te sluiten, integreerde Rich zich steeds meer in marxistische milieus. Verschillende van haar gedichten werden bijvoorbeeld voor het eerst gepubliceerd in het marxistische tijdschrift Monthly Review. Het marxisme van haar voorkeur vond ze onder meer weer in het werk van Raya Dunayevskaya, ooit secretaris van Leon Trotski (Raya Dunayevskaya wordt 
 hier↗︎ in De Laatste Vuurtorenwachter vermeld). Haar onverzettelijkheid werd fel opgemerkt, in 1997, toen ze in de Verenigde Staten weigerde een National Medal of Arts te accepteren ‘omdat de betekenis van kunst, zoals ik het begrijp, onverenigbaar is met de cynische politiek van de regering-Clinton’. ‘Kunst’, zei ze, ‘betekent niets als het gewoon de eettafel van macht siert.’ 
Hoe kan ik haar beter huldigen dan door nog een gedicht te vertalen? Wat zijn dit voor tijden. Ja, dat vraag ik me ook wel eens af, en dat deed Bertolt Brecht voor ons ook al, want Wat zijn dit voor tijden verwijst naar ‘An die Nachgeborenen' een vers van Brecht. Daar vertel ik later nog wel over, nu niet, anders wordt het teveel. 
Flor Vandekerckhove                                                                  [64]


Wat zijn dit voor tijden op youtube



(°) Hilary Holladay Nan. The power of Adrienne Rich: A Biography. Uitg. A. Talese/Doubleday. 2020. 480 pp. Een uitgebreide en interessante boekbespreking staat hier↗︎. Onlangs is er van die boekbespreking ook een Nederlandse versie↗︎ gepubliceerd.

woensdag 8 september 2021

Ledeberg: ik heb niet voor niets geleefd



Ooit was ik een veelbelovend commercieel kaderlid. Van dat veel beloven kwam uiteindelijk niets in huis, ik werd almaar linkser en op den duur was er met mij geen commerce meer te bezeilen. Ik heb dat lang geleden al verteld in De smaak van zeewater (*), waaruit ik hieronder citeer, want ik heb mijn veelbelovend commercieel verleden nog eens opgezocht, op de foto ziet u me ernaar wijzen.
‘Het hoofdkwartier — het moederhuis, de zetel, het centrale verdeelpunt, het administratieve en commerciële centrum — van het bedrijf was gevestigd in een randgemeente van de stad. Een klis huizen was het, een gezwel. Als je de autosnelweg afreed, zag je het beneden liggen. Het deed me denken aan het dorpje waar Asterix en de zijnen de Romeinen succesvol buiten de poorten hadden weten te houden. 
Vanop de hoogte zag je een wirwar van daken, schots en scheef, huizen die te dicht tegen elkaar gebouwd waren en straten waarvan het onwaarschijnlijk leek dat er een auto door zou kunnen. Elke werkdag zag ik dat beeld en telkens opnieuw werd ik erdoor verrast. Die gemeente, vlak naast de stad, was een anachronisme, een vergeten overblijfsel uit vroege tijden, het was een wanordelijke hoop stenen, houtwerk en mensen. 
Als je beneden kwam en de grote bocht van de afrit nam, je wagen in de smalle straatjes stortte, werd het beeld bevestigd. Kasseiwegen, gevels die zich naar elkaar toe bogen, afgebladderde verf, kleurloze mensen die zich haastig voortbewogen dicht tegen de wankele gevels die zich naar de straat bogen, kledij die wij uitsluitend kennen van televisiereportages uit Wladiwostok, winkels uit het eerste deel van de negentiende eeuw. En dan was er nog de wind die door de straten waaide. Vanwaar die ook kwam, altijd maakte hij daar beneden een draaikolk, verzamelde zijn krachten, nam in hevigheid toe en gierde vervolgens door de straten. Onderweg nam hij alles mee: papier, stof, plastic, rommel, uitlaatgassen, stank.’
Je ziet: in 1991 ben ik een beginnend schrijver, ik heb veel woorden nodig om het Ledebergse centrum van de jaren zeventig te beschrijven, het lijkt wel Stijn Streuvels. Een halve eeuw jaar later maak ik er weer een tochtje: groenteboer Braem is weg, de papeterie van Devreese is weg, de matrassenwinkel, het reisbureau, de hoedenmaker, de bloemenwinkel, de kleermaker, allemaal weg… Er is veel hoogwaardige stielkennis uit de wijk verdwenen; de snelle hap heeft er de plaats van ingenomen: pizza, pita, pasta, Thai, sushi, belegde broodjes… Doordat ik daar destijds ook secretaris van de middenstand was, een bijberoep, kende ik de winkeliers. En hun besognes. Een ervan was de bushalte waarnaar u me in hoofding ziet wijzen. Dat was een strijdpunt en ik zie dat we die strijd gewonnen hebben. Ook ijverden we voor meer parkeergelegenheid. Op de foto valt dat niet te zien, maar aan gene zijde van het fototoestel wordt nu een parkeertoren gebouwd. Tevreden verlaat ik Ledeberg, ik heb niet voor niets geleefd.
Flor Vandekerckhove

(*) Flor Vandekerckhove. De smaak van zeewater. Verhalen. Uitg. Manga, Oostende. 1991. 172 pp.


De e-boeken van Flor Vandekerckhove zijn gratis. Vraag ernaar via liefkemores@telenet.be.