Die vergissing is gemakkelijker te verklaren. Over de ware cafénaam heeft zich in 1962
de schaduw van een film van Roger Vadim gelegd. Brigitte Bardot heeft in dat jaar ongetwijfeld mijn kinderlijke aandacht getrokken met de affiche waarop zij die film, Le repos du guerrier, propageert. Als
mijn vader dan toch zijn repos in een
café moest zoeken dan had ik liever dat hij dat als guerrier deed dan als invalide.
Voortschrijdend inzicht leerde me vervolgens dat mijn vader invalide noch guerrier was, waarna de naam zich in mij genesteld heeft als Repos des voyageurs, zoals veel cafés ook
nu nog heten.
Terwijl ik deze scheve kwestie recht aan ’t zetten was, begon ik me iets anders af te vragen. Waarom heette dat café eigenlijk Au repos des invalides? Het bevond zich krek op de grenslijn van Bredene en Oostende. Was er een verband met bedevaarders die vanuit Oostende naar de Visserskapel in Bredene trokken, waarbij de minder valide bedevaarders onderweg een rustpunt aangeboden werd? Had het te maken met het zeemanstehuis Godtschalck dat zich daar rechtover bevindt? Kwamen oudere, invalide vissers er nu en dan een kraken? Was de waard zelf een invalide mens en trok hij een cliënteel van lotgenoten aan? Was het etablissement een stamcafé van gekwetste oorlogsveteranen?
Terwijl ik deze scheve kwestie recht aan ’t zetten was, begon ik me iets anders af te vragen. Waarom heette dat café eigenlijk Au repos des invalides? Het bevond zich krek op de grenslijn van Bredene en Oostende. Was er een verband met bedevaarders die vanuit Oostende naar de Visserskapel in Bredene trokken, waarbij de minder valide bedevaarders onderweg een rustpunt aangeboden werd? Had het te maken met het zeemanstehuis Godtschalck dat zich daar rechtover bevindt? Kwamen oudere, invalide vissers er nu en dan een kraken? Was de waard zelf een invalide mens en trok hij een cliënteel van lotgenoten aan? Was het etablissement een stamcafé van gekwetste oorlogsveteranen?

Flor Vandekerckhove
(*) Rudolf Weise. De Schorre van Lissemoris en de Oude
Vuurtorenwijk. Oostende, 2007. Oostendse historische publicaties nr 16. 120 ps. p.45.