woensdag 4 juni 2014

Bloed, eer en bodem, maar in omgekeerde volgorde


Dit verhaal is gebaseerd op waargebeurde feiten, met name een brandstichting in VB-secretariaat en café 'Roeland' in Gent, 1997. 
Het VB organiseerde daarna een betoging tegen het 'linkse geweld'. 
Uiteindelijk bleek de dader van  deze brandstichting de uitbater van het café te zijn.


Om aan m'n werk in de immosector te ontsnappen, verborg ik me in Vlaams huis Roeland, café waar niemand me kent. Naast me zat een koppel dat al in de ochtend donkerbruin bier aan ’t consumeren was. Ik hoorde hoe die man zijn vrouw kutmarokkaan noemde. Ik ben geen held, toch vond ik dat ik de eer van die vrouw moest verdedigen. Ik stond op, positioneerde me vlak voor die twee, keek in vier waterachtige, arische ogen en zei: ‘Meneer, zijt gij niet beschaamd om uw partner kutmarokkaan te noemen?’ De vrouw gooide haar glas tegen mijn onderlip en ik begon te bloeden. Dat bloed zocht zich een weg over mijn kin, langs mijn hals, naar mijn hemd dat ervan doordrenkt werd. De waard kwam uit het niets tevoorschijn om de voordeur in brand te steken, waarlangs ik nog net kon ontsnappen. Thuis zei mijn vrouw: ‘Dat ge nog geen enkel stukje bodem verkocht hebt, tot daar! Dat ge ons gezin daarmee de eer onthoudt waarop het recht heeft, daar nog aan toe! Maar als er nu ook bloed aan te pas komt, dan zoekt ge beter iets anders.’ Ze bedoelde werk, ik dacht café.


Geen opmerkingen: