[Oorspronkelijk was het de bedoeling om hier
leesnotities neer te schrijven betreffende twee boeken die ik onlangs gelezen
heb. Het is anders uitgedraaid en nu weet ik niet meer onder welke rubriek ik
dit stuk kan plaatsen.]
Meer dan 90.000 exemplaren werden er inmiddels al verkocht
van De voedselzandloper. De toch wel
zeer magere dokter Kris Verburgh onderneemt daarin een aanval op de voedseldriehoek waarmee de overheid een
gezond eetpatroon propageert.
Daarmee gaan we ons hier niet onledig houden, maar toch wil
ik het over een driehoek en een zandloper hebben. En ook over een rechthoek,
maar voor dat laatste moeten we ons in de teletijdmachine begeven.
In 1891 kwamen socialistische arbeiders voor het eerst
op straat om de achturendag te eisen. Vele jaren later, naarmate dit verlangen in
wetgeving omgezet werd, begon de dag er voor werkende mensen als volgt uit te
zien: acht uur werken, acht uur vrije tijd en acht uur slapen. Patroons
formuleerden het enigszins anders. Zij spraken van acht uur werken, acht uur gapen en acht uur slapen. Hoe dan ook, grafisch kan die dagindeling uitgebeeld worden door een rechtboek horizontaal in drie gelijke stukken te verdelen. Laat ons die geometrische figuur met een ietwat bescheten term de tijdbestedingrechthoek noemen.
Hoe zag het leven er vervolgens uit in pakweg Sas Slijkens,
vlak naast Oostende? De man ging zes dagen werken à rato van acht uur
per dag. De vrouw bleef thuis om voor de kiekens te zorgen. Het gezin kwam
zodoende aan een betaalde werkweek van 48 uur. De kostwinner moest daarenboven elke
dag een uur, al dan niet op klompen, naar dat werk stappen. Het gezin had
bijgevolg 60 uur per week nodig om aan een inkomen te geraken.
Van die tijdbestedingrechthoek
blijft inmiddels, zoals u ook wel weet, niets meer over. De kleinzoon van die mens werkt wekelijks
maar 36 uren meer, een pak minder is dat dan de 48 uur die van grootvader geëist
werd. Op het eerste gezicht is men geneigd om van een arbeidsduurvermindering
te spreken.
De echtgenote van die kleinzoon blijft echter niet
thuis, want in een appartement mag je geen kiekens kweken. Ook zij gaat uit
werken, 36 uren. Die twee togen
niet meer te voet naar het werk, maar ze staan over en weer toch ook al gauw
twee uur in de file. Samengeteld heeft het gezin nu wekelijks 92 uren nodig om
aan het inkomen te geraken. Neen, een arbeidsduurvermindering kun je dat dan
niet meer noemen.
We gaan door.
Wanneer de kostwinner destijds thuiskwam, moest hij alleen maar zijn
voeten onder tafel steken, want zijn echtgenote had tijdens diens werkdag een
kip geslacht en klaargemaakt. Vandaag moeten die kleinkinderen eerst nog naar
de Colruyt trekken enzovoort enzoverder.
De rechthoek is een driehoek geworden, waarin het vergaren van een inkomen een buitensporig grote plek inneemt. Laat ons die driehoek, in analogie met die van het voedsel, de tijdbestedingdriehoek noemen. Ik heb er hierboven een tekeningetje van gemaakt.
De rechthoek is een driehoek geworden, waarin het vergaren van een inkomen een buitensporig grote plek inneemt. Laat ons die driehoek, in analogie met die van het voedsel, de tijdbestedingdriehoek noemen. Ik heb er hierboven een tekeningetje van gemaakt.
Wellicht hebt u dat allemaal nog niet op die manier
bekeken. Ik begrijp dat, want de werkelijkheid wordt verdonkeremaand door ‘newspeak’ en
‘windowdressing’, twee woorden waarvoor in het Nederlands maar moeizaam een
equivalent te vinden is, maar belazeren komt dicht in de buurt.
De grootouders beschikten over een inkomen, de kleinkinderen beschikken over koopkracht; grootvader noemde men een arbeider, zijn nageslacht wordt tot de middenklasse gerekend; de grootouders kozen voor Achille Van Acker, de kleinkinderen voor Ward De Bever; de grootouders sliepen in de alkoof, de kleinkinderen vallen in slaap voor het plasmascherm; grootmoeder las een Vlaams filmke, de kleindochter probeert af te vallen met De voedselzandloper…
De grootouders beschikten over een inkomen, de kleinkinderen beschikken over koopkracht; grootvader noemde men een arbeider, zijn nageslacht wordt tot de middenklasse gerekend; de grootouders kozen voor Achille Van Acker, de kleinkinderen voor Ward De Bever; de grootouders sliepen in de alkoof, de kleinkinderen vallen in slaap voor het plasmascherm; grootmoeder las een Vlaams filmke, de kleindochter probeert af te vallen met De voedselzandloper…
Woorden woorden woorden. Ikzelf was ook al dertig geworden vooraleer mijn frank
viel. Maar eens ik het begrepen had, nam ik een besluit dat mijn leven ten gronde
veranderde. Ik bestudeerde de tijdbestedingdriehoek
en ontwikkelde een alternatief dat verdraaid goed op de voedselzandloper van
dr. Verburgh gelijkt, namelijk de tijdbestedingzandloper
waarvan u hiernaast als eerste — primeur! primeur! — een afbeelding te zien
krijgt.
Dat u deze primeur krijgt, komt doordat ik geen
uitgever kon vinden die mijn zandloper op de boekenmarkt wilde positioneren
(iets wat overigens voor de meeste van mijn geschriften geldt). De Brit Tom
Hodgkinson slaagde er evenwel in een boek te publiceren waarin
ik veel van mijn zelfvergaarde levenswijsheid weer kon vinden. Maar ook
daarover wil ik het nu niet hebben, want eerst moet ik nog een beetje werken.
Flor Vandekerckhove
* Kris Verburgh, 2012, De
voedselzandloper, 224 ps., uitg. Prometheus, kost 17,95. ISBN 9789035137585.
* Tom Hodgkinson, 2007, Leve de vrijheid, 383 ps., uitg. Samenw.
Uitgeverijen Meulenhoff Boekerij, kost 22,50. ISBN 9789029079198.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten