Edna O'Brien |
De Ierse schrijfster Edna O’Brien (°1930)
heeft in 2012 haar memoires gepubliceerd. Het boek werd in 2013 in het
Nederlands vertaald en uitgegeven als Een
meisje van buiten. De titel verwijst naar De buitenmeisjes (The Country
Girls, 1962), haar eerste boek.
‘De
eerste alinea van mijn roman ging over de angst voor de vader — “Ik werd wakker
en zat meteen rechtop in bed. Alleen als ik me ergens zorgen over maak word ik
zo gemakkelijk wakker en even wist ik niet waarom mijn hart sneller klopte dan
normaal. Toen herinnerde ik het me weer. Dezelfde reden als altijd. Hij was
niet thuisgekomen.”
Maar
mijn moeder kwam in mijn eerste boek prominent in beeld, van haar was het boek
doortrokken. Tijdens het schrijven voelde ik al dat ze het zou afkeuren, omdat
ze argwaan koesterde tegen het geschreven woord. “Papier weigert geen inkt”,
was een van haar meest sarcastische uitspraken.’ (p.156)
We bevinden ons te midden van het katholieke
Ierland dat we kennen uit The Magdalena
Sisters, een film over misdadige nonnen die tot in de jaren zestig
ongestoord hun gang konden gaan.
Het eerste boek van O’Brien was meteen een
schot in de literaire roos, maar de Ierse goegemeente zag dat enigszins anders:
‘De dag van de publicatie was niet anders
dan andere dagen, recensies druppelden binnen, lovende woorden, verstoord door
geluiden van thuis. Mijn moeder schreef over de reactie van buren, hoe
geschokt, gekwetst en vervuld van walging ze waren. Ik had haar een exemplaar
gestuurd, maar ze had de ontvangst nooit bevestigd; na haar dood vond ik het in
een kussensloop, de aanstootgevende woorden doorgehaald met zwarte inkt.
Wanneer ik met de kerst thuis zou komen, zouden velen zich van me afkeren,
schreef ze. De directrice van het postkantoor, toevallig en protestantse, liet
mijn vader weten dat ik als passende straf naakt door het stadje geschopt zou
moeten worden. Stenigen kwam dan later.’
‘In de
fragiele toestand was ik gelukkig niet op de hoogte van de correspondentie
tussen de deugdzame aartsbisschop McQuaid en de toenmalige minister van
Justitie, Charlie Haughey, die het er samen over eens waren dat het boek een en
al vuiligheid was en niet in nette huisgezinnen thuishoorde.’ (p.169)
Zoals al die andere kunstenaars die het haar
voorgedaan hadden, ontvluchtte Edna O’Brien de beklemming van deze gesloten
maatschappij. Wanneer ze er later terugkeert is alles veranderd: ‘De heerschappij van de bisschoppen en hun
priesters was voorbij. Er waren net twee rapporten verschenen, het Ryan Report
en het Murphy Report, waarin talloze grimmige en pijnlijke details
gedocumenteerd stonden over het systematische misbruik van kinderen door
priesters, christelijke broeders en zusters, in weeshuizen, wasserijen,
novicehuizen en op scholen, gedurende de afgelopen vijftig jaar. De talloze onthullingen
over mishandeling, uithongering, kastijding en niet-aflatend seksueel misbruik
waren des te schrijnender omdat ze hardnekkig ontkend waren door de
samenzwerende Kerk en Staat. Er was ziedende, hartverscheurende woede. Op
Paaszondag werden voor de St Mary’s Pro-Cathedral in Dublin de hekken behangen
met kinderschoentjes, met zwarte linten omwonden, als symbool van verloren
kinderjaren, en op diverse aanplakbiljetten stonden bittere levensverhalen te
lezen, (…) Op een ander aanplakbiljet werd het katholieke geloof bestempeld als
een “nazigodsdienst”.’ (p.369)
Flor Vandekerckhove
Edna O’Brien, Een meisje van buiten. De Bezige Bij Amsterdam. ISBN
9789023477372. 14,99 euro.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten