* In DLVuurtorenwachter plaatst Flor Vandekerckhove sinds 1988 columns, herinneringen, leesnotities, (mini-)essays, polemieken, verhalen, gedichten… ****************** ************* 'Deze vuurtoren belicht de verdwijnende wereld van een babyboomer/soixantehuitard.' ******************* ****
vrijdag 31 augustus 2012
Over sluipwegen en persjoenkeln in Bredene
maandag 20 augustus 2012
Casino Bredene en de tijd van toen
zondag 12 augustus 2012
Luc & Els
Flor Vandekerckhove en Luc Martinsen (foto Jo Clauwaert) |
PS.: over de schilderkunst van Luc Martinsen schreef ik eerder al in deze blog. Wie in onderstaande labels op zijn naam drukt komt erop terecht.
woensdag 8 augustus 2012
Ferdinand Domela Nieuwenhuis, een vrije socialist
De Vrije Socialist, het blad van Nieuwenhuis |
maandag 6 augustus 2012
Van Compostela naar huis, in één lange zin
Eerst wil hij naar Compostela fietsen, maar wanneer hij leest dat je dat beter te voet doet, komt hem dat goed uit, hij wandelt graag, en al wandelend vraagt hij zich af waarom zo’n tocht naar Compostela moet leiden en niet naar plekken in eigen land, waardoor het toch beter is, denkt hij eerst nog, bij een club aan te sluiten die alhier tochten organiseert die in wandelgidsen staan, maar ook in kranten, waardoor het eigenlijk niet nodig is bij zo’n club aan te sluiten, en terwijl hij zijn gewone wandeling maakt, vindt hij niet meteen een reden om die niet nog eens over te doen, waardoor hij twintig jaar na elkaar dezelfde tocht blijft maken en na al die jaren nog altijd geen reden heeft om die niet over te doen.
Flor Vandekerckhove
zondag 5 augustus 2012
De jongen en de vlag
Ik schraap er de bovenste laag af en daaronder vind ik wat ik hoop te vinden: een tafereeltje dat ik in 1972 schilder. Van alles wat ik ooit geschilderd heb↗︎ is dit tableautje — hoe gehavend en primitief ook — mij het dierbaarst. Ooit ga ik het restaureren.
Een knaap (1) staat op een voor de rest verlaten strand (2). Ver achter hem ligt de zee (3). De jongen draagt een wit matrozenpakje, wat op zijn afkomst wijst — een jongen van de zee — en een baret (4), het soort hoofddeksel dat ik tot vandaag draag. Rechts, ver achter hem, ligt een rode vlag ontvouwd (5), als een deken op het strand, uitnodiging om je neer te vleien.
Toen ik het tafereel schilderde, was ik een jongvolwassene. Pas getrouwd. We hadden een huis laten bouwen. Ik had een beroep. Het waren jaren waarin de jongen man wordt, het leven in eigen hand neemt. Het waren ook jaren waarin ik fundamentele politieke keuzes maakte en die waren fel rood, sterk beïnvloed door de gebeurtenissen van 1968, ja ik ben een soixante-huitard↗︎.
Dat tableautje toont het allemaal. De jongen staat met zijn rug naar de zee, emotieloos ten aanzien wat hij achterlaat, hij neemt het heft — het schopje — in eigen hand en kijkt onbeschaamd, zelfzeker naar de toeschouwer. De rode vlag toont zijn politieke engagement↗︎. Het matrozenpakje is dat van de jeugd en de baret is die van de volwassenheid. Dit ben ik in 1972!
Waarom ligt die vlag daar achter hem gestreken? In 1972 kan ik het antwoord op die vraag niet uitspreken. Ik heb eerst een leven op te bouwen, een stempel te drukken, een voetdruk achter te laten, een steen te verleggen. Ik kan het antwoord nog niet uitspreken, ik kan het alleen nog maar schilderen.
Inmiddels ligt het allemaal achter me. De vlag is gestreken. Die had ik in 1972 schilderkunstig neergelegd, maar pas vandaag kan ik woordelijk het antwoord formuleren dat het schilderijtje in zich draagt. Net zoals Ismaël ben ik teruggekeerd naar de plek die ik lang geleden verlaten had om een witte walvis te bejagen. Eindelijk kan ik zeggen wat oud-revolutionair Conrad Detrez me bij leven en welzijn voorgezegd heeft: ‘L’idée de dire la vie, ma vie, a remplacé le désir de refaire le monde’.
[In DLVuurtorenwachter dateert deze post van 2012. Twintig jaar later redigeer ik het opnieuw ten behoevee van de FB-groep Bredene Voor & Van Iedereen, van ART116, een groep die zich met kunst onledig houdt en ik presenteer het ook op het Engesltalige Practical Existentialism, ze gaan daar nogal van staan kijken, van zo'n stuk in 't Nederlands.]
vrijdag 3 augustus 2012
Van katten en mensen
Pol II luistert naar het tikken van de klok. |
Vroeger placht ik veel met mijn katten te spreken. Ik constateer dat ik dat hoe langer hoe minder doe. Pol en ik brengen de dagen zwijgend bij elkaar door. We luisteren naar het tikken van de klok.