In mei 2011 overleed Chandler. Ik vermoed dat zijn voornaam Jacques was, zeker weet ik dat niet meer, hij werd destijds door ons gemeenzaam bij zijn familienaam genoemd, Chandler. [Daniël Eyland verlost me uit mijn onzekerheid: Jacques was inderdaad zijn voornaam, geboren Oostende 27-04-1947 en getrouwd met Marie-Jose Robaeys. Zij hadden een zoon Steve, geboren Oostende 13-09-1972. Jacques was de zoon van Robert, geboren Hackney GB op 24-05-1922.] In de Vierde Moderne was Chandler een klasgenoot. Hij was een zittenblijver. In die klas wachtte hij zijn achttiende verjaardag af, leeftijd waarop hij eindelijk van de schoolbanken verlost zou worden. Die schoolbanken beknelden hem. Ze beknelden hem letterlijk, hij was een lange slungel die zich maar met moeite in zo’n bank kon wringen. Ze deden dat ook figuurlijk, Chandler
had geen enkele interesse in het onderricht dat hem daar gegeven werd.
Alhoewel hij maar enkele plaatsen van mij
verwijderd zat, heb ik hem niet goed leren kennen. We hadden geen
gemeenschappelijke interesses, in zijn vrije tijd hield hij zich op in
etablissementen waar ik mezelf niet durfde te vertonen, er was enig
klassenverschil (Chandler was duidelijk van betere komaf, zo verraadden het
gouden polshorloge en de al even gouden ring die hij droeg) en zijn waterige
oogjes wezen al op enig drankmisbruik. Hij lachte ook teveel, vooral om zichzelf.
Vervolgens vernam ik meer dan veertig jaar
lang niets meer over hem. Dat duurde tot ik in een krant een reportage las over daklozen in Oostende. Daar hoorde een interview bij. Een van die daklozen
vertelde de interviewer dat hij in betere tijden een winkel uitgebaat had die
failliet ging, waarna hij van de regen in de drop kwam. De foto toonde me een man die ik al eerder
verschillende keren op straat gezien had, zich inderdaad ophoudend tussen de daklozen. Hij was me opgevallen omdat hij me van
een ander kaliber leek te zijn. Hij oogde aristocratisch; een dakloze van betere komaf. En er was nog iets, maar ik kon er de vinger niet op leggen.
Enige tijd later liep ik, al joggend, een
andere schoolmakker tegen het lijf. Hij was het die me vertelde dat Chandler de geïnterviewde was. Meteen
wist ik ook wat mijn aandacht op de man gericht had: ik had hem herkend, zonder
dat ik erin geslaagd was die herkenning thuis te wijzen.
Vanaf dat moment hield ik de
daklozengemeenschap in Oostende nauwlettend in het oog, maar Chandler heb ik er
niet meer gezien. Had hij zich ‘herpakt’ en zichzelf weer een dak aangeschaft? Was hij in een ziekenhuis of instelling opgenomen? Was hij vertrokken
om zonniger oorden op te zoeken?
Later zag ik die andere klasgenoot weer. Hij
had het bericht in de krant gelezen. Chandler was overleden. Niet
alleen de schoolbanken hadden hem bekneld, het leven had dat al evenzeer. Hij werd nauwelijks vierenzestig.
Jaques Chandler staat aangekruist. Meer over deze schoolfoto in De jongens van het lager middelbaar↗︎. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten