woensdag 21 februari 2018

Doorweekte zenuwen


Dat ik de stortvlaag te vlug af zou zijn bleek een deerlijke misrekening. Kletsnat zette ik mijn tocht voort naar de meest nabije tramhalte die helaas niet echt nabij was. Tegen de tijd dat ik er aankwam was ik doorweekt. In het wachthokje stonden twee kurkdroge vrouwen luidruchtig over de klimaatverandering te discussiëren. Iets wat mijn doorweekte zenuwen geenszins wilden aanhoren. Daarom wenste ik vurig dat de tram me van dat gesprek zou verlossen. Terwijl we daar veel te lang samen stonden — zij kurkdroog en ik doorweekt — kwam een van die vrouwen vlak in mijn gezichtsveld staan. Ze wilde weten wat ik ervan dacht, van de klimaatverandering. Ik zei: ‘Madam, madam…’ en nam de vlucht voorwaarts. Terwijl de regen met bakken op mijn alreeds doorweekte wezen neerstortte, nam ik de natte weg naast de tramsporen, verwensingen uitend aan het droge deel der mensheid. Tweehonderd meter verder raasde de tram me voorbij. De twee droge vrouwen zwaaiden. Een bliksemschicht doorkliefde het zwerk. Die raakte helaas de tram niet.
Flor Vandekerckhove

Geen opmerkingen: