— De Laatste Vuurtorenwachter en Rick de Leeuw (rechts). — |
De tijd van frikandellen,
Bicki Burgers, bitterballen en Mexicano’s ligt voorgoed achter me. Slaatjes nemen de plaats van junkfood in en vitamines
vervangen de verzadigde vetten. En als ik me eens goed wil laten gaan voeg ik
er een hardgekookt ei aan toe.
U geeuwt en zegt: Wat een saai leven leidt die Laatste
Vuurtorenwachter toch! Maar daarin vergist u zich deerlijk.
Gisteren haal ik
zes eieren uit het doosje en er ontplooit zich een waar avontuur. Een van de eieren blijkt
poreus te zijn. Als ik er met mijn duim over ga craqueleert de schaal. Ik ruik
aan het ei, het is reukloos.
Intussen kookt het
water. Voorzichtig voeg ik er de eieren aan toe, het gecraqueleerde als
laatste. Vijf eieren blijven op de bodem liggen, het gehavende ei stijgt meteen
naar de oppervlakte. Daardoor betrouw ik dat ei niet langer en ik beslis het
weg te gooien. Terwijl het kokende water acht minuten lang zijn gang gaat,
verlaat ik de keuken om het verdachte ei buiten aan de compost toe te vertrouwen.
Terugkerend van de
composthoop passeer ik mijn laptop die me — ping! — meedeelt dat er een bericht
binnenvalt. Luc Blomme: ‘Ik hoorde daarnet op de
radio een liedje van Peter van Laet van Mama’s Jasje: ‘De jacht is mooier dan
de vangst.’ Heb ik nu een hint gegeven voor een volgend stuk proza?
Welzeker, denk ik, maar Peter van Laet, Mama’s Jasje … Niets daarvan is me bekend. Ik
googel De jacht is mooier dan de vangst
en kom vreemd genoeg niet bij dat jasje terecht en evenmin bij die meneer Van Laet,
maar, hier, bij een gelijknamige song van Rick
de Leeuw en zijn wilde Tröckener Kecks.
Ik
lees de eerste zinnen: De
avond valt over de stad / Na een lange, hete dag / De wind brengt wat
verkoeling / Maar er kookt iets in zijn bloed.
Die laatste zin laat
me er gelukkig weer aan denken dat de eieren nog aan ’t koken zijn.
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten