‘Schaars zijn inderdaad de exacte beelden die op me afkomen uit een verleden dat, zoveel weet ik wel, toch op meer dan behoorlijke wijze gevuld is. Vergane feiten duiken slechts sporadisch weer naar de oppervlakte. Samen beleefde avonturen die anderen mij vertellen —hé weet je nog!— slaan mij met verstomming. Data blijven raadsels. Soms doemt een gezicht op dat ik al lang geleden opnieuw en anders heb gemoduleerd, of ik hoor een woord, heel duidelijk ineens, een stem, vergeten, weer aanwezig. Ja, een stem, dat wel.’ (°)
Ik ben de zeventig voorbij wanneer ik voor het eerst iets van Ivo Michiels lees. Óver Ivo Michiels daarentegen las ik lang geleden al. Ik woonde nog in Gent. In de krant las ik over de schrijver die in Frankrijk ging wonen, alleen maar om te schrijven.
‘Ik nam afscheid van het RITCS, van uitgeverij Ontwikkeling en van het NVT. () Ik naderde de zestig en verhuisde naar Frankrijk, niet alleen omdat ik voelde dat een bepaalde fase van mijn carrière was afgesloten, maar ook omdat ik de ambitie had nog tien boeken te schrijven. Ik zag absoluut niet hoe ik dat in Vlaanderen geschreven zou krijgen. Dat kon alleen in strenge eenzaamheid en afzondering.’ (°°)
Alhoewel ik in die tijd zelf nog niet schreef, eigende ik me meteen die romantische gedachte toe en wanneer ik na een scheiding een pootje geld in handen kreeg, greep ik de kans en verwierf me op mijn beurt een bouwval in Frankrijk. In gedachten trok ik me jaarlijks op mijn berg terug en wanneer ik daar vele maanden later weer van neerdaalde had ik een vuistdik manuscript op zak, waarrond uitgevers zich verdrongen om er een boek van te draaien. De daaropvolgende drieëndertig jaar gebeurde dat ook, maar anders. Maandenlang werd veertien dagen, vuistdik werd extreem kort, uitgever werd internet, verblijf werd passage, decor werd onderwerp, romantiek werd oude knoken. En oude knoken zeiden me onlangs dat ’t tijd werd om dat huisje te verkopen. Dat is inmiddels ook gebeurd.
Afsluiten doe ik met Sigrid Bousset die Ivo Michiels meermaals ging interviewen. Inmiddels heeft ze ook diens biografie geschreven. (°°°) Ik weet nog niet of ik het boek koop, ik twijfel. Wil ik wel nog 480 bladzijden over die man lezen? Als ik het doe, dan vooral hierom. In Boussets ‘Meer dan ik me herinner’ zegt Ivo Michiels:
Afsluiten doe ik met Sigrid Bousset die Ivo Michiels meermaals ging interviewen. Inmiddels heeft ze ook diens biografie geschreven. (°°°) Ik weet nog niet of ik het boek koop, ik twijfel. Wil ik wel nog 480 bladzijden over die man lezen? Als ik het doe, dan vooral hierom. In Boussets ‘Meer dan ik me herinner’ zegt Ivo Michiels:
‘Ik zie weinig artistiek risico, weinig pakkende creativiteit. Het probleem is nog altijd hetzelfde: het woord is voor de meesten een vorm van communicatie, dus wordt ook van literatuur verwacht dat die in de eerste plaats communiceert op zo evident mogelijke wijze. In muziek of beeldende kunsten is dat totaal anders. Gisteravond zag ik een geniaal filmpje uit de jaren zestig met de Beatles. Er is geen enkele vergelijking mogelijk moet de rap en hiphop vandaag. Die rap kon je je niet voorstellen in de Beatles-tijd. Het afwijkende creëren blijft in diverse kunsttakken bemoedigend doorgaan. Alleen in de literatuur is het altijd moeilijk geweest.’ (°°°)
(°) Ivo Michiels. Mag ik spreken? Journal brut — een reconstructie. 2011. De Bezige Bij, A'dam. 682 pp.
(°°) Sigrid Bousset. Meer dan ik me herinner. Gesprekken met Ivo Michiels. 2011. De Bezige Bij, A’dam. 270 pp.(°°°) Sigrid Bousset. Wat ik haar niet vertelde. 2025. Uitg. De Bezige Bij. 480 pp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten