Ze volgt Bourdieu ook waar die zegt dat zelfs het meest intieme een maatschappelijke aard heeft. Je leest het in haar Meisjesherinneringen (°), die zich grotendeels in Clinchamps-sur-Orne afspelen, in een vakantiekolonie waar ze monitrice is. Mede door haar afkomst — kind van kleine kruideniers-caféhouders — voelt ze zich minderwaardig: ‘Er zijn mensen die worden overweldigd door de werkelijkheid van anderen, door hoe ze praten, hun benen over elkaar slaan, een sigaret opsteken. Die verzinken in de verhevigde aanwezigheid van anderen.’
Daar komt nog een extra schaamte bij, ‘(…) de schaamte van de trots dat ze een object van begeerte is geweest (…) een meisjesschaamte.’ Nadat de hoofdmonitor (‘H’) haar liefdeloos ontmaagdt, probeert ze vruchteloos zijn liefde op te wekken. De schrijfster (‘ik’) reflecteert tientallen jaren later over wat het meisje (‘zij’) overkomt: ‘Ik weet niet of ze haar eerste nacht met H. herkent in de dramatische beschrijving die Simone de Beauvoir geeft van de ontmaagding. Of ze het eens is met “De eerste penetratie is altijd een verkrachting.” Misschien niet, als ik afga op mijn onvermogen, vandaag nog, om in verband met H. het woord verkrachting te gebruiken.’De schrijfster (‘ik’) kijkt afstandelijk naar het meisje (‘zij’). Die afstandelijkheid uit Ernaux in een schrale, kale taal. Zelf zegt ze nog over dat taalgebruik: ‘Om verslag te doen (…) heb ik niet het recht om eerst de kant van de kunst te kiezen, noch om te proberen iets ‘spannends’ of ‘ontroerends’ te maken. (…) Geen poëzie van de herinnering, geen juichende spot. Plat schrijven is me van nature eigen, precies zoals ik dat deed toen ik mijn ouders schreef om hen het belangrijkste nieuws te vertellen.’
Waardoor ze toetreedt tot het kleine clubje schrijvers waarvan Louis-Ferdinand Céline hier zegt: 'Schrijvers interesseren me alleen als ze stijl hebben; als ze geen stijl hebben, interesseren ze me niet. En stijl is zeldzaam, meneer, het is zeldzaam.’ Schrijvers die zich onderscheiden door zo’n eigen stijl zijn, ook voor mij, vooral dáárom de moeite van ’t lezen waard; om die heel eigen stijl te doorgronden. (°°)
Niet alleen de stijl, ook de inhoud van Meisjesherinneringen inspireert me. Het boek laat me nadenken over het schrijven van mijn jongensherinneringen. Over de periode rond mijn eigen ontmaagding valt ook wel iets te vertellen, niet à la Annie Ernaux uiteraard, wel in een stijl die ik zelf bedacht heb, in provoverzen bijvoorbeeld, zeer geschikt voor internetlezers.
Flor Vandekerckhove⇲
(°) Annie Ernaux, Meisjesherinneringen, vert. Rokus Hofstede, 119 pp. De Arbeiderspers, 2017 (tweede, herziene druk 2022)
(°°) Een goede Nederlandstalige bespreking van Arnaux' aparte stijl, en wat ze ermee betracht, is Het dubbele leven van Annie Ernaux, in De Groene Amsterdammer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten