woensdag 23 januari 2013

Onder filosofen


Het vermoeden had ik al, maar nu heb ik ook de zekerheid. Lieven De Cauter heeft het me bevestigd: de grootste filosofische vraag die we ons vandaag kunnen stellen is deze naar de zin van de geschiedenis.(1) Om die vraag te beantwoorden kun je overigens vanuit twee tegengestelde vooronderstellingen vertrekken. Je kunt ervan uitgaan dat de geschiedenis stuurloos is. De Cauter:Een totaal stuurloze geschiedenis is meer dan ooit perfect denkbaar: als een overvolle Titanic zijn we op smeltende ijsbergen van de ecologische catastrofes aan het afstevenen.’ Of je kunt stellen dat de geschiedenis wel degelijk te sturen valt.
Wie naar dat laatste neigt, stelt algauw de vraag: wie/wat stuurt die geschiedenis dan aan.  Is het God? Niet volgens Nietzsche, want die verklaarde God dood. Is het de voorzienigheid van Kant? Wordt die voorzienigheid geholpen door de homo economicus, de ondernemende mens die door zijn egoïsme de wereld voortdrijft, zoals liberale filosofen menen? Of wordt de geschiedenis voortgedreven door de absolute geest van Hegel? Is het de materie die de geschiedenis voortdrijft en speelt het proletariaat daarin de rol van historisch subject, zoals Marx meende? Keuze te over.
De Cauter is overigens van mening dat er zich een nieuw subject aandient: Wij (en niemand anders) moeten de geschiedenis in handen nemen, en dus de blinde machten van het kapitalisme en de technologie bedwingen, wij moeten de politieke onderdrukking van de dictatuur, de regressies van het fundamentalisme en de nationalistische identiteitspolitiek afwentelen. Het zal van onze zwermintelligentie afhangen of we die blinde machten kunnen overwinnen.’  De Cauter volgt daarin de Italiaanse filosoof Antonio Negri die het begrip multitude (de menigte) als historisch subject ijkte. Eerst geloofde De Cauter geen snars van wat Negri daarover zei, maar op het Tahrirplein in Cairo zag hij hoe geschiedenis daadwerkelijk en dwingend in een richting gedwongen werd door, jawel, de menigte.
Of dat laatste effectief het geval is moet nog blijken, want de gebeurtenissen op dat plein behoren bijlange nog niet tot de geschiedenis. Uiteraard mag dat filosofen niet beletten om daar nu al over te speculeren; dat is namelijk wat filosofen horen te doen: ordelijk nadenken over de fundamenten van het zijn en hoe we daar al dan niet verder kunnen op bouwen.
Ik lees ze graag die filosofen, althans de antikapitalisten onder hen en dan vooral zij die daarbij op een of andere manier een dialectische gedachtegang ontwikkelen. Zelfs als ik ze niet altijd begrijp, wat nogal eens het geval is; zelfs als ik er niet akkoord mee kan gaan, wat ook meer dan eens voorkomt. Ik denk dat ik ze vooral graag lees omdat hun denken naast antikapitalistische munitie ook mooie teksten oplevert.
Van wijlen Daniël Bensaïd heb ik veel gelezen, een trotskistische filosoof die een rigide militante praktijk wist te combineren met een open kijk op concurrerende marxismen.  Over die filosoof schreef ik al eerder in deze blog. (2)  Later moet ik daar zeker nog op terugkomen. Ik heb me al eens aan Alain Badiou gewaagd, een maoïst! Ook die zal ooit een plek in deze blog krijgen. Van Slavoj Žižek, een andere controversiële filosoof, heb ik een aantal korte teksten gelezen.(3) Deze Žižek (‘de Elvis van de filosofie’) wordt door de meeste marxisten met een scheef oog bekeken, maar dat belet hem niet een lezing te beëindigen met: ‘So yes, we communists are back!
Van en over de door De Cauter vermelde neomarxist Antonio Negri heb ik trouwens ook een en ander gelezen, teksten waarvan ik me al lang afvraag hoe ik daar in deze blog iets over kan schrijven. En waar ik nu een poging toe onderneem, al moet ik zeggen dat het geen gemakkelijke klus wordt, ook omdat ik trouw wil blijven aan de poëtica die ik voor deze blog hanteer. (4)
Van die Negri kun je veel beweren, maar niet dat hij een kamergeleerde is, opgesloten in de ivoren toren van de wetenschap: activist, banneling, gevangene, auteur van zowel filosofische bestsellers als van boeken waar ik nooit eerder over gehoord heb. Hij heeft een militante praktijk achter de kiezen om U tegen te zeggen, een activisme dat hem voor vele jaren achter de tralies gebracht heeft. Wie overigens mocht denken dat Het Vrije Westen geen politieke gevangenen meer kent, moet er eens ’s mans biografie op naslaan. (5)
Van hem heb ik gretig De menigte gelezen, een boek dat hij samen met Michael Hardt geschreven heeft. (6) ‘De menigte, hoewel ze meervoudig en intern gedifferentieerd blijft, is in staat tot gemeenschappelijk handelen en kan dus zelf regeren (…) De menigte is het enige sociale subject dat in staat is democratie, de regering van iedereen door iedereen, te verwezenlijken. De inzet is, met andere woorden, buitengewoon hoog (…) Mettertijd kan de menigte (…) zichzelf autonoom uiten en zichzelf regeren.’ (p.112-113) Of dit correct is weet ik niet, maar dat zo’n zinnen bijdragen tot een interessante kijk op wat zich afspeelt, bijvoorbeeld op dat Tahrirplein in Cairo, is een feit, vooral omdat Negri schrijft: ‘De vraag die moet worden gesteld luidt niet: “Wat is de menigte?” maar “Wat kan de menigte worden?”’ (p.117)
Uiteraard valt er veel over de filosofie van Negri te zeggen en er valt ook wel veel voor & tegen het begrip multitude in te brengen. Dat wordt dan ook à volonté gedaan, bijvoorbeeld op het internet. (7) Maar het mooiste wat over de theorieën van Negri geschreven werd, komt van Sonja Lavaert, een Vlaamse filosofe. (8) Haar boek is een filosofisch werk van de bovenste plank, ook omdat ze het opgevat heeft zoals ze een schilderij zou maken: ‘In feite laat ik de lezer zoveel mogelijk de weg volgen die ik zelf heb afgelegd. Dit wil zeggen dat ik (…) de lezer deelgenoot maak van mijn perspectief, en dus ook van mijn onbeslistheid en twijfels. Er is geen lineaire volgorde of continue lijn. (…) Ik speur naar details, lapsussen en ongezegdheden evengoed als naar de dragende motieven, lees een tekst achterstevoren of vanuit de voetnoten. Ik besteed aandacht aan de auteurs levensverhaal als dit van doen is, op het moment dat een verband zich opdringt, soms ook helemaal niet. Ik speel met volgordes en behandel auteurs van verschillende tijdsperiodes als tijdgenoten. (…) Ik volg een stem, stel me in de plaats van een perspectief, plaats daar tegenover mijn eigen perspectief, zoek naar gemene delers, verschillen en tegenstellingen.’ (p.8-9) Ja, zo lees ik ze graag, de filosofen, temeer omdat Lavaert ook drie composities van Bach voor ogen stonden bij het kiezen van haar uiteenzettingmethode. Als dat niet als muziek in de oren klinkt…
Dat alles maakt dat we Negri bijvoorbeeld ook kunnen volgen tijdens zijn gevangenisjaren waarin hij zich, om de beproeving te overleven, buigt over teksten die lijden en pijn als thema hebben, zoals het boek Job (een boek uit de bijbel) waarover Negri vervolgens… zelf een boek schrijft. Hoe veelzijdig kan een mens zijn?!
U begrijpt dat het boek van Lavaert niet samen te vatten is. Het is een van die werken die het waard zijn om te kopen omdat je er een leven lang in kunt lezen. En eigenlijk zouden dat de enige boeken mogen zijn die je in je bibliotheek houdt.
Flor Vandekerckhove

(1) Lieven De Cauter, De engel van de geschiedenis – Een filosofische nieuwjaarsbrief. In De Wereld Morgen: http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/01/01/de-engel-van-de-geschiedenis-een-filosofische-nieuwjaarsbrief
(2) ‘Over identiteit’ publiceerde ik in december 2011: http://florsnieuweblog.blogspot.be/2011/12/over-identiteit.html
(3) Slavoj Žižek, Geweld, Zes zijdelingse bespiegelingen. 2009. Boom A’dam. 224 ps. — Een interessante kritiek in ’t Nederlands op Slavoj Žižek vindt u op: http://socialisme.nu/blog/nieuws/15209/in-zee-met-zizek/
(4) Want in tegenstelling tot wat de lezer wellicht vermoedt, wordt er wel degelijk nagedacht over deze stukjes: ze moeten lichtvoetig zijn en toch betekenis hebben; ze moeten een eigen, desnoods marginale kijk ontplooien; zelfs de meer nostalgische stukjes bevatten, zij het steeds impliciet, een sociale commentaar; ze moeten kort zijn, zoveel mogelijk jargon vermijden en uiteraard moeten ze vooral goed geschreven zijn.
Wie het met beelden wil doen, vindt op het www een interessante documentaire van bijna een uur: http://www.youtube.com/watch?v=B7u63oVfPPs
(6) Michael Hardt & Antonio Negri, De menigte. Oorlog en democratie in de nieuwe wereldorde. 2004, De bezige bij A’dam. 391 ps. Voor zover ik dat kan nagaan is het boek vandaag alleen nog tweedehands te koop.
(7) Voor de marxist Alex Callinicos zijn de ideeën van Negri ‘an obstacle to the development of a succesful movement against the global capilalism (…)’.  Wie daarover meer wil weten, voldoende Engels kent en bovendien goed ingewerkt is in het marxistische begrippenapparaat zal enige tijd koest zijn bij het lezen van Toni Negri in Perspective: http://www.marxists.org/history/etol/writers/callinicos/2001/xx/toninegri.htm
(8) Sonja Lavaert, 2011. Het perspectief van de multitude. Agamben, Machiavelli, Negri, Spinoza, Virno. VUBPress Brussel. 493 ps.

1 opmerking:

De laatste vuurtorenwachter zei

Bert Herregods geraakt niet tot in deze plek om opmerkingen te plaatsen, maar hij schrijft me wel het volgende: 'Dat Marx het proletariaat als het subject van de geschiedenis ziet is een marxistische versie. Het is zeer twijfelahtig dat Marx daar zelf van overtuigd was. Maar dit aantonen is een te lang verhaal om hier uit de doeken te doen. Ik hou me er bij aan te stippen dat Marx het proletariaat zag als  gevangen binnen het kapitalisme, in een strijd voor hun deel van de koek, eerder dan een subject die het kapitalistisch systeem kon overstijgen (aufheben). De commentaar van een vroegfascistische filosoof/socioloog, Pareto - hij is gestorven vooraleer hij laatfascistisch kon worden genoemd) - is zeer spitsvondig. Hij noemde klassenstrijd 'wederzijdse spoliatie' (roof).
Wat Negri betreft, hij heeft me allerminst overtuigd. Zijn multitude is een typisch zogenaamd postmodernistisch begrip, in de meest negatieve zin: wanorde. Moderniteit heeft immers als hoofdkenmerk 'orde' en het is deze orde die postmodernisten aanvallen. Als we zoals de postmodernisten beweren in een gefragmenteerde wereld leven, dan past dit uitstekend in Negri's gedachtenwereld, en in de meest vage en verwarde zin als maar mogelijk. Wil je weten wat geschiedenis betekent dan kan je beter Foucault lezen, vooral 'Surveiller et punir". Als je graag filosofen leest is dit een must. Foucault, zelf geen marxist, beschouwt marxisme trouwens als synoniem voor geschiedenis, maar dan wel marxisme als komende van Marx en niet van diegenen die zich er op beroepen, over wie Marx trouwens zelf zei dat hij geen marxist was.'