Boven op de Bau des Poun kijken
we naar het huisje aan de overkant van de vallei. De huizenrij staat scherp afgetekend
tegen de wand van de tegenovergelegen berg, de Puèg del Borion. Omgekeerd gaat moeilijker: het bos slorpt de point de vue in zich op. Buren die zeggen te weten waar dat punt zich exact bevindt, wijzen in
een richting die voor mij onaanvaardbaar is. Tegenspreken durf ik niet — zij
wonen hier, ik niet — twijfelen doe ik des te meer.
Op de wandeling nemen we een oud laken mee. Aan het uitkijkpunt knoop ik de lap rond een tak. Terug thuis
neem ik de verrekijker ter hand. Vergeefs.
Diezelfde dag rijdt houthakker Antoine met zijn motocycle over de bergkam. Na afloop gaat hij er een kraken bij de buren.
Hij zegt: Er hangt godver een laken aan
de point de vue. De buurman beaamt: ’t
is dat van les Belges. Antoine wijst de richting aan, waardoor de buurman
leert dat de point de vu zich geenszins
bevindt waar hij hem al heel zijn leven situeert.
En dit is heden. Om beurten turen de buurman en ik door de verrekijker.
Ja, dáár, links van het dorp, hoog tegen de Bau
des Poun, is soms een miniem wit stipje te zien, soms niet. ’t Kan een
waaiend laken zijn. Een rode lap ware duidelijker, zegt de buurman. Waardoor ik me m’n rode vaan in de kelder herinner. We gaan
de kwestie meteen beslechten. Tania rondt de Bau des Poun met de auto, in de koffer de vlag. Van de point de vue stuurt ze me een tekstberichtje.
Ha! Op de Bau del Poun wappert nu
onmiskenbaar de rode vaan. De buurman en ik heffen de Internationale aan, hij
in ’t Occitaans, ik in ’t West-Vlaams.
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten