JE WEET DAT IK graag een nieuw genre uittest, een nieuwe vorm onderzoek: de drabble, het rijmloze kwatrijn, het mini-assay… Veelal sta ik er alleen in. Niemand anders schrijft zo’n drabble⇲, nergens vind ik een vergelijkbaar gedicht⇲, en zo’n mini-essay⇲ is heel zeker mini, maar is het ook een essay? Nu ben ik weer aan ’t experimenteren. Met iets. Maar wat het is? Omdat ik in het duister tast, leg ik het mijn harde lezerskern voor (een leraar Nederlands, een woordkunstenaar, een actrice, een essayist). Iemand antwoordt: ’t is poëzie, iemand zegt: ’t is proza, iemand denkt dat Toon Tellegen⇲ dichtbij komt, iemand zegt dat ik het niet te ver mag doorvoeren, iemand zegt dat ik niet ver genoeg kan gaan. Iemand steekt de definitie van prozagedicht in mijn postbus — poëzie met het uitzicht van proza — waardoor ik plotsklaps besef dat ik in deze net het omgekeerde bewerkstellig: proza met het uitzicht van poëzie. En wat ik ook besef is dat het in zijn uitgepuurde vorm du jamais vu is. Daarom, waarde lezers, komt het mij toe deze nieuwe vorm een naam te geven, alsmede er de vereisten van in steen te beitelen. Maak kennis met iets wat nooit eerder bestaan heeft: proza in de vorm van een vers, afgekort provovers (mv. provoverzen? de beoefenaar ervan: een provoversaal?) Dat provovers wordt door mij geijkt in vijf geboden.
(1) inhoudelijk is het provovers een klassiek verhaal: protagonist, conflict, uitkomst;
(2) dat verhaal is een drabble, het telt exact honderd woorden, titel niet inbegrepen;
(3) de titel van het provovers bestaat uit één woord, nooit een eigennaam;
(4) leestekens ontbreken in het provovers, alsook kapitalen (behalve als het een eigennaam betreft);
(5) de vorm van het provovers kenmerkt zich door lijnafbrekingen, dermate georganiseerd dat ze het lezen faciliteren. Visueel maken die lijnafbrekingen er een vrij vers van — een proza+ — dat de lezer kan savoureren als ware ’t eenvoudige poëzie van het soort dat hzij als spreker ook gemakkelijk parlando⇲ ten gehore kan brengen.
Je kunt bovenstaande provoverzen in een eerdere fase van hun wording beluisteren op youtube. De filmpjes zijn van een tijd waarin het promovers nog niet geijkt was, de naam nog niet bestond. Ze zijn bijgevolg 'onzuiver'. ‘besmet’ staat hier, ‘scharniertje’ staat daar, ‘inspiratie’ vind je ginds en ‘vrijheid’ zie je ginder ontstaan. P.S.: het anti-kerstverhaal 2020 dat onderweg is, zal het eerste provovers anti-kerstverhaal ooit zijn. Ho! Ho! Ho! Dat u dit nog mag meemaken!
2 opmerkingen:
Toch behoorlijk poëtisch hoor
ja, mooi, ik hoef in principe alleen de hoofdletter weg te laten in het begin van mijn gedichten en ben al flink in de richting, al rijm ik dan weer wel meestal ... Ik vind het toch wel poëtischer dan de meeste prozagedichten ...
Een reactie posten