't Is iets wat je normaliter tijdens een autoreis in Frankrijk doet,
maar wij deden het in eigen land. We kozen ervoor om via de routes
nationales naar huis te rijden. Daardoor komt het dat we in de omgeving van Sint-Niklaas voorbij ’t Amerikaantje passeerden, legerstock zoals er in mijn jeugd wel meer waren. Verleden tijd, samen
met de andere restanten van de Tweede Oorlog verdwenen ze gaandeweg uit het straatbeeld
alsmede uit de distributiesector. ’t Amerikaantje leek de laatste der Mohikanen, gedachte die versterkt werd door de polyester indiaan die ons naar binnen stond
te lokken. Deze kans kon ik niet laten liggen. We parkeerden vlak naast de indiaan. Mijn verwachtingen waren even vaag als hooggespannen.
Ze werden zowel bevredigd als teleurgesteld.
Binnen werd ik overvallen door een vlaag van intense
nostalgie. De geur, het winkelconcept, de loods, de waren, de schimmel… Alles wierp
me een halve eeuw terug in de tijd. Tussen de legertassen zag ik ook de mijne liggen, die ik in 1969 voor twintig frank gekocht had en die ik nog altijd met me meetors
(geel omcirkeld op onderstaande foto). Hij kost nu vijf euro, zie ik. Da’s een vertienvoudiging, maar nog
altijd géén geld voor een tas die, zo mag ik ervaren, de rest van je leven
meegaat.
Het deed me eraan denken dat ik in die tijd een licht kaki hemdje van ’t Amerikaanse leger droeg, a vintage
army jacket, een zomerjasje dat bij de standaardkleding
van de linkse jongeling hoorde, een vestimentair protest tegen de Amerikanen in Vietnam. Dat jasje heb ik ooit verloren gelegd, wellicht in een meisjeskamer.
Ik keek om me heen en ja hoor, daar zag ik de rekken staan met tientallen, wat zeg ik, honderden kaki legerhemden en -jassen, de ene nog meer vintage dan de andere. Belachelijk lage
prijzen: tien, twaalf euro. Mijn dag kon niet meer stuk. Althans dat dacht ik.
Want weet je wat? Tussen die honderden stukken vond ik geen enkel zomerjasje dat
mij paste. ‘Dat komt,’ zei Tania, ‘doordat het legerkleren zijn.
In ’t leger zitten geen mannen van in de zestig. Dat zijn allemaal jonkies, die
hebben kleine maten.’ Haar
woorden overtuigden me niet helemaal, maar extra large kon ik daar toch niet vinden.
Toen we weer in de auto zaten en onze weg vervolgden, vroeg mijn vriendin nog: ‘Had John Lennon in die tijd ook niet zo’n
hemd?’
‘We hadden allemaal zoiets’, zei ik, ‘maar ik was eerst.’ Dat was een kribbig antwoord, ik was nogal teleurgesteld door mijn
mislukte zoektocht. Toen ik het later op het internet opzocht, zag ik evenwel dat ik in die Lennonkwestie gelijk had. Lennons foto’s met vintage legerhemd dateren van de jaren zeventig. Ik droeg zo’n jasje al in
1969.
Een kopie van dat van Lennon kun je vandaag nog altijd kopen. In de
internetwinkel Amazon.com betaal je er 149,99 dollar voor, plus 15,95 verzendingskosten.
Dat van mij is in ’t Amerikaantje al
te koop voor 10 euro, helaas alleen voor jongens met kiekenborstjes.
P.S.: Het heeft me niet meer losgelaten. Vijf jaar later heb ik weer zo'n legervest en -hemd. 't Eerste komt van 't internet, 't tweede van de markt in Vabre. Ik ben weer helemaal in stijl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten