— Alphonse Lemmensplein — |
Het is lang geleden, meer dan dertig jaar. Eerst luidt de titel Herinneringen aan Brussel, maar deze die
er nu staat, valt me al schrijvend te binnen, hij zal meer lezers lokken.
Een oude buurt en iedereen is er even arm. Er wonen jonge zwarten
die occasieauto’s exporteren, oude Vlamingen die een stuk ijzer op maat kunnen draaien, kruideniers van Noord-Afrikaanse origine, een Turkse bakker en er
is ook een Brusselse winkelierster die doet alsof ze je niet
begrijpt als je haar in ’t Nederlands om een stuk chocola vraagt, wellicht omdat de klemtoon dan verkeerd ligt.
Als ’t mooi weer is, breng ik de middagpauze door op het Lemmensplein
dat om de hoek ligt. Terwijl ik er een boterham nuttig kijk ik naar het leven
dat er bruist in de prille dagen van de globalisering.
In die tijd ontwikkel ik een speelse theorie die stelt dat alles een
kwestie van seks is, een ironische variante op het ernstige Alles Is Politiek, dat feministen met
succes in stelling brengen. Doordat ik mijn theorie aan de
werkelijkheid wil toetsen heb ik veel oog voor de manifestaties van Eros
& Thanatos op en rond dat plein.
In New York staan de twin
towers nog overeind, zelfs zwarte
zondag moet nog vallen, maar het gaat er toch al heftig aan toe. Op
weg naar het plein passeer ik een schooltje dat tegelijk een vesting is.
IJzeren deur, sloten van het king size type, kettingen, getraliede ramen. De glazen
deur van een apotheek toont een indrukwekkende afgeplakte barst, wellicht veroorzaakt door iemand
die dringend iets nodig heeft. Politiemannen met kogelvrije vesten houden verveelde Marokkanen tegen. Allemaal voortekenen van wat komen zal.
Tegelijk heerst daar een dorpssfeer. Er spelen Afrikaantjes op het
plein en op de banken zitten oude Belgen te breien. Huizen wachten leegstaand
op de sloop, maar vlak ernaast is nog bewoning en er zijn buurtwinkels, een postkantoor, de apotheek met de gebarsten deur, een slager…
— Gerda Chuffart, 'n toffe collega. — |
Op dat plein eet ik mijn boterhammen in gezelschap van Gerda, een toffe collega. Ze heeft mollige rondingen en daardoor veel bekijks. We lachen
erom. ‘Gerda,’ zeg ik, ‘jij zult nooit om een wip verlegen moeten zitten.
Al die Arabieren zijn meteen bereid.’ Het is politiek niet erg correct van me om dat te zeggen en de blikken
van die mannen zijn al helemaal niet koosjer, maar Gerda gaat helemaal mee
in de theorie die ik aan ’t ontwikkelen ben. ‘Ik mag het hopen,’ zegt ze, ‘want
alles is een kwestie van seks.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten