— De Laatste
Vuurtorenwachter en Max (rechts) in de Rue du Pénèry in Vabre. —
|
TEGEN DE WAND van de Puèg del Borion⇲ staan vijf huisjes gedrukt. Ze
kijken uit over het dal waarin het dorp ligt. Die huisjes stonden in 1992 voor
weinig geld te koop. Ik legde mijn hand op het allergoedkoopste en maakte
het gaandeweg bewoonbaar. Een na een werden ook de andere huisjes gekocht, door mensen die, zoals
ik, over onvoldoende middelen beschikken om zich een vakantiehuis in meer
gegeerde Franse streken (Provence, Ardèche…) aan te schaffen. Dat heeft een aangenaam neveneffect: we zijn elkaar waard. Niemand
denkt van zichzelf dat hzij tot de middenklasse behoort
Onze straat heet niet voor niets Rue du Pénèry, waarbij het Occitaanse pénèry verwant is aan het Franse pénurie en het Nederlandse penarie: gebrek, armoede, nood. Zelf
denk ik dat de straatnaam op financiële
nood slaat, mijn buren daarentegen beweren dat het ademnood betreft, want er moet flink geklommen worden om de Rue du
Pénèry te bereiken.
Rechts van me verblijven Serge en Ghislaine. Ze zijn verwant aan Max en
Brigitte die het verste huisje bezetten. De schoonbroers Serge en Max zijn
specialisten in het opsporen van eekhoorntjesbrood⇲, een dure paddenstoel die in het
achterliggende bos groeit.
Max ken ik ’t langst van al. Hij was, na mij, de eerste die zich in de
Rue du Pénèry een huisje aanschafte. Dat schept een band. In die pioniersdagen
hebben we elkaar hand- en spandiensten verleend en in de tijd dat alleen wij
die bergwand bezet hielden hebben we ons ook wel in kwajongensstreken uitgeleefd.
Zoals die keer dat we de gemeentesecretaris wijsmaakten dat ik van plan
was daar te trouwen. Konden we bij die gelegenheid de Rue du Pénèry voor alle
verkeer — dat er eigenlijk niet is — afsluiten? Mocht Max op straat een banket
aanrichten? En lampions ophangen? Mocht ik de vertaling van mijn officiële
Nederlandstalige paperassen aan Max overlaten? En kon de burgemeester voor een geschikte
bruid zorgen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten