zondag 14 februari 2016

Gold Card

Ze vertegenwoordigde een firma die Gold Card heette. Ik schatte dat ze naar de veertig ging. Ze sprak zakelijk, maar vriendelijk. Ze lachte gul, maar niet op overdreven wijze. Ze sprak een mooi Nederlands en ze droeg casual chic. Een stijlvolle dame, een stadsmens. Klasse! Ze legde me het systeem uit. Gold Card verkocht klantenkaarten. Die wilde ze aan ons bedrijf koppelen. Ons kon het alleen maar baat brengen. Het kostte ook niets, want het waren de consumenten die de kaart betaalden. In onze branche kregen we de exclusiviteit. Het systeem had, zo moest ik toegeven, alleen maar voordelen. Ze had een mooi afgetraind lichaam, Ik mocht haar Marie-Thérèse noemen en ik tekende het contract. Op de winkeldeur bracht ik de mooie zelfklever aan, zwarte achtergrond, gouden letters, klasse!
Welke voordelen Gold Card ook te bieden had, ik had dat contract niet mogen tekenen. Dat begreep ik pas toen de zaakvoerder me vroeg waarom die sticker aan zijn voordeur hing. Ik zei dat ik nergens iets van wist en dat ik de klever daar zou laten weghalen.
Nu was die zelfklever wel weg, maar het contract daarmee nog niet. Ik moest kordaat handelen en belde meteen naar Gold Card om de overeenkomst op te zeggen. Niemand nam op. Om te beletten dat het helemaal ontspoorde reed ik nog dezelfde dag naar het Martinigebouw, waar Gold Card kantoor hield.
Op de vijftiende verdieping keek ik tegen een vieze deur aan. Er was geen bel. Ik begreep dat daar geen kantoor van Gold Card was. Alles rook opeens naar zwendel. Ik was de pineut en kon alleen maar wachten op de dingen die zouden komen.
Die kwamen vlugger dan verwacht. Marie-Thérèse had nu haar supervisor meegebracht, ook een hele mooie vrouw trouwens. Goed gecast ook, want Marie-Thérèse was een brunette en de supervisor was blond. De blonde hield zich minzaam lachend op de achtergrond, terwijl Marie-Thérèse op de voorgrond deed alsof wij oude bekenden waren.
Uiteraard, antwoordde ze op mijn vraag of ze het contract had meegebracht. Natuurlijk, zei ze, toen ik vroeg of ik het nog eens mocht bekijken. Het wantrouwen dat ik aan die vieze deur opgebouwd had, brak zienderogen af. Marie-Thérèse legde me intussen uit waarom ze met haar supervisor naar mij toe gekomen was. Dat had namelijk een reden.
'Gold Card bestaat niet', zei Marie-Thérèse. 'De naam dekt een bedrijf', zei ze, 'dat personeelsleden rekruteert, stimuleert, motiveert, perfectioneert, controleert, elimineert en liquideert.' Terwijl ik deze wending ten volle probeerde te begrijpen haalde ze het door mij ondertekende contract boven. Mijn adem stokte. Demonstratief scheurde ze het papier middendoor en dan nog eens. Ze overhandigde me de snippers die ik dankbaar in ontvangst nam. Ik herademde.
Dat ik die kromme zaak, tegen alle verwachtingen in, toch nog recht gekregen had, maakte me zo blij dat ik welgemutst een nieuw document ondertekende. Daarin stond dat ik mijn ontslag aanbood en vrijwillig afzag van mijn rechten. 'De zaakvoerder zal je dankbaar zijn', zei Marie-Thérèse, 'en jou lonkt de vrijheid, voorwaar een zeldzaam goed in deze tijd.' Wat ik alleen maar kon beamen. We knikten elkaar bemoedigend toe, Marie-Thérèse, de supervisor en ik. Dat hadden we goed geregeld. We namen afscheid van elkaar op de manier waarop mensen dat doen die samen iets van grote betekenis gedaan hadden, iets waarop ze trots mochten zijn. We kusten elkaar wel niet, maar ’t scheelde toch niet veel.
Het was niet de eerste keer dat ik ontslagen werd, maar nooit eerder was dat met zoveel klasse gebeurd. De zaakvoerder had echt geen moeite gespaard. En goedkoop kan ’t niet geweest zijn, want het waren echt twee hele mooie vrouwen. Klasse!

Flor Vandekerckhove

vrijdag 12 februari 2016

De moord op Gorki

— Maxim Gorki —
In Moskou overleed op 18 juni 1936 Maksim Gorki. De Russische schrijver was de voorman van het socialistisch realisme. Volgens de Wikipedia gebeurde dat overlijden ‘onder verdachte omstandigheden’.
Op het internet probeer ik iets over die verdachte omstandigheden te vinden. Daar stoot ik op de Red Flag (Rode Vaan), het blad van een politieke partij die als CP (MLM) door ’t leven gaat. Het krantje bloklettert: How Trotsky Murdered Maxim Gorky and Many Others. Hola, dat zijn al geen verdachte omstandigheden meer, dat is regelrechte moord.
Er werd, lees ik in die Rode Vaan, een onderzoek naar die verdachte omstandigheden geopend en dat bracht in 1938 een indrukwekkend complot aan het licht; met name de banden die de Rus Trotski onderhield ‘met Duitse, Poolse en Japanse fascisten, alsmede met de Britse geheime diensten via de Amerikaanse trotskist Max Eastman. Geen klein bier dus en er volgde een proces. De rechters vernamen daar dat Leon Trotski het ook een goed idee gevonden had om de geliefde schrijver Maksim Gorki een kopje kleiner te maken.
— Gorki en Jagoda in 1935. —
De methode die de samenzweerders daarvoor gebruikten wordt in het stuk omschreven als ‘killing by degrees’. Het slachtoffer werd langzaamaan vergiftigd door zijn dokters. Red flag legt van naaldje tot draadje uit hoe die dat geflikt hebben. Waarna de moraal volgt. De trotskisten ‘werden vernietigd in de USSR. Ze moeten overal vernietigd worden. Ze vermoordden de grootste proletarische auteur aller tijden. Nadat Trotski gedood werd moeten we ons afvragen waarom we de rest nog zouden laten leven.’ Ja, dat daar letterlijk. Bij de CP (MLM) leggen ze elke ochtend een trotskist tussen de boterham.
Omdat ik zelf een oude trotskist ben, is het een kwestie die me persoonlijk aanbelangt. De zoektocht leidt me nu naar The Murder of Maxim Gorky, met als ondertitel A Secret Execultion. In dat boek verneem ik dat ook die auteur de mening toegedaan is dat Gorki vermoord werd. Maar, zegt hij, niet door Trotski, wel door… Stalin!
Terug naar de Red Flag. Ene Jagoda zou, opgejut door Trotski, die moord beraamd hebben. Die Jagoda is een hoge pief die onder Stalin wel meer zuiveringen uitgevoerd heeft. Nu wordt hij zelf weggezuiverd. In maart 1938 zit hij, naast 20 anderen, in de beklaagdenbank. Hij bekent dat hij de opdracht voor de moord gegeven heeft, terwijl hij tegelijk zijn onvoorwaardelijke liefde voor Stalin uitschreeuwt. Het mag niet baten, hij wordt geëxecuteerd, net als 17 andere beklaagden, waaronder de bekende Boecharin.
Heeft Jagoga inderdaad de moord bevolen? Zijn bekentenissen blijken waardeloos te zijn. In 1956 geeft Sovjetleider Nikita Chroestsjov toe dat het proces een grote show geweest is, waarbij de beklaagden gefolterd werden en uiteindelijk om het even wat bekenden.
Flor Vandekerckhove

Arkady Vaksberg. The Murder of Maxim Gorky. A secret Execution. 2007. New York, Enigma Books. 421 pp.

donderdag 11 februari 2016

Strooibus

— Strooibus —

Toen de as over het strooiweide verspreid werd, maakte de strooibus een kort geluid dat in mijn herinnering het midden hield tussen een blender en de lader die in een geweer geschoven wordt. In de verte ruisten de populieren zoals ze dat daar altijd doen. De lijkbezorger overhandigde me een doosje waarin een blokje as van moeder zat. Ik vond het een macaber toemaatje, maar zei toch bedankt voor de attentie. Op de parking zette ik het doosje op het dashboard en reed naar huis. Er was geen koffietafel, dus maakte ik koffie. We zaten in de fauteuil, mijn zoon en ik, en terwijl de avond over 't land viel, draaiden we elk een joint.

Flor Vandekerckhove

woensdag 10 februari 2016

Bevaderen


Mijn dochter is een merk aan ’t construeren, een hemdenmerk, een merk voor mannenhemden. Ze ontwerpt die hemden, ze naait ze en verdeelt ze. Omheen dat merk organiseert ze pop-ups, facebookdingen en een website. Dat merk heet Benny Blasé, de site vind je hier en de faceboekpagina staat daar. Tot zover de reclame.
Die dochter van mij staat al lang niet meer in haar kinderschoenen, maar dat merk van haar nog wel. Benny Blasé zet zijn allereerste stappen. En dit is wat je dan als vader denkt: als dat maar goed komt. Wegens concurrentie & marktschommelingen & crisis & onzekerheid & boekhouders & kapitalisme & oorlogsdreiging & interestvoeten & stress & instortende beurzen & kastekorten & dubieuze debiteuren & cashflow & belastingen & textielbaronnen & geldwolven & economische bubbels…
Weet je wat het is? Hoe oud ze ook zijn, het blijven je kinderen. Ik zie dat aan hun moeder die hen blijft bemoederen. Ik heb die moeder er trouwens al menig keer op gewezen, maar ze kan het niet laten, ’t is haar natuur. Vaders hebben daar niet zo'n last van. Bevaderen bestaat ook wel, maar ’t is te weinig om het te benoemen; bevaderen, het staat zelfs niet in de woordenlijst.
Gisteren zat ik bij mijn dochter aan tafel, waar ik naar haar ondernemersdrift luisterde, haar betrachtingen, realisaties, verwachtingen en onzekerheden. Je onthoudt toch vooral dat laatste, de onzekerheden. Je zou die willen wegnemen, want, ja, het blijft, zoals gezegd, je kind.
Maar wat kan ik doen? Mijn kast hangt vol hemden die ik nooit aantrek. Ze hangen daar al zo lang dat ik niet weet wanneer ik ze gekocht heb en waarom. Mijn visie op de hemdenmarkt is van generlei waarde. Ik voel me nutteloos.
Het was er uit voor ik ’t besefte. Ik zei: ‘Waarom spreek je niet eens met Rachida Aziz? Zij heeft al die watertjes al doorgezwommen, ze heeft al menig zakelijk wolfijzer en commercieel schietgeweer getrotseerd. Ze zou je ongetwijfeld goede raad kunnen geven. Waarom contacteer je haar niet eens?' Daar had mijn dochter niet meteen een antwoord op. Ze zweeg. Dat deed ik eveneens, want bevaderen gebeurt, zoals gezegd, in homeopatische proporties.
Wat kan ik verder doen? Tegen mijn dochter kan ik nog zeggen dat ze Aziz’ winkel, Azira, hier kan vinden. En tegen Rachida zeg ik dit: ‘Mocht Benny Blasé je contacteren, weet dan dat hij de dochter van De Laatste Vuurtorenwachter is.’  Als bevaderen volstaat dat, vind ik, want het wordt al gauw te veel.
Flor Vandekerckhove

Over de watertjes die Rachida Aziz alreeds doorgezwommen heeft

dinsdag 9 februari 2016

Hendrik Conscience en ik (4)


WIE deze blog volgt weet dat ik me al vele jaren De leeuw van Vlaanderen wil toe-eigenen, het meesterwerk van Hendrik Conscience. Dat heb ik hier al uit de doeken gedaan. De trouwe lezer weet ook dat ik daar tot nu toe niet in geslaagd ben, verre van zelfs, en dat ik het nu nog eens probeer.
In een voorafgaande aflevering, die hier staat, heb ik u Rooie Machteld al leren kennen, de heldin die de plaats inneemt van Consciences blonde. Ook heb ik u hier al de plek de gebeurtenissen getoond. Het slot van Wijnendael en de Groeningekouter heb ik naar de Oostendse Oosteroever verplaatst, een gebied dat vandaag in volle ontwikkeling is. Over die plek wil ik nog iets zeggen.
Ten westen van het Visserijdok ligt daar nu het Vismijngebouw. De uitbater zegt er grootse plannen mee te hebben. Daar plaatsen de Oostendenaaars vraagtekens bij, vooral omdat de visserij er op sterven na dood is. Wat willen die uitbaters aanvangen met een nieuw gebouw als er in Oostende geen vissers meer zijn?
De toekomst van het gebied ten oosten van het dok is daarentegen nu al duidelijk. Daar is een tabula rasa aan de gang. Haast alles wat er aan de visserij herinnert is met de grond gelijkgemaakt. Daar ontplooit zich nu een spectaculaire nieuwbouwwijk, met pretenties die in Monaco niet zouden misstaan en in Dubai al evenmin.
Conscience situeert zijn verhaal in het verleden, in 1302. Mijn toe-eigening verplaatst het naar de toekomst, 2102. Hoe zal die Oostendse Oosteroever er tegen die tijd uitzien? Aan de hand van wat daar nu gebeurt kunnen ons daar wel iets bij voorstellen.
Ten oosten van het dok zal het gebied volgebouwd zijn: nachtclubs, chique appartementen, hotels, bars en casino’s. Die bouwwerken mogen vandaag futuristisch ogen, in 2102 zal ’t een indrukwekkend, maar lelijk zootje geworden zijn. Jo Clauwaert heeft dat goed aangevoeld in zijn hierboven afgedrukte tekening. Tegen de kaai liggen geen vissersschepen meer, maar jachten. De gebouwen verdringen elkaar, ze ogen futuristisch, maar ook chaotisch, wat te zien is aan de wankele O die Clauwaert in het woordje Oos(teroever) aangebracht heeft. Alleen de oude watertoren op de achtergrond herinnert ons nog aan het gebied zoals we het gekend hebben.
Ten westen van het dok zien de dingen er compleet vervallen uit. Op de tweede tekening is goed te zien dat alles er schots & scheef bij staat. Daar liggen nog enkele gammele vissersvaartuigen. Maar omdat er in 2102 nauwelijks nog vis in zee zit, worden die niet langer door vissers uitgebaat, maar door mensensmokkelaars. Ze voeren geen vis aan, maar klimaatvluchtelingen. Die komen terecht in het oude vismijngebouw dat nu terecht het uitzuiggebouw genoemd wordt. Men concentreert er legale en illegale uitgezogenen; de eersten hebben papieren, de illegalen hebben er geen. Voor de rest hebben ze allemaal dezelfde taak, ze moeten de uitzuigmarkt van vers bloed voorzien. Wie nauwkeurig naar het tweede beeld kijkt, ziet boven het uitzuiggebouw ook enkele Vlaamse leeuwen wapperen, want in 2102 is Vlaanderen uiteraard een onafhankelijke staat geworden. En geloof me, een verbetering is dat niet.
Kortelings op dit scherm!
Flor Vandekerckhove
(Vervolgt)

maandag 8 februari 2016

Ongelooflijk maar Bardi

Ik kijk om me heen en zie dat haast heel mijn interieur uit voorwerpen bestaat die ik gevonden, gekregen of tweedehands gekocht heb. Hier staat nauwelijks een meubelstuk dat nieuw aangekocht is. Ik heb een televisietoestel, maar ik heb het niet gekocht. Een tv kopen? Doe ik nooit. Altijd ga ik verder met een toestel dat een ander wegdoet.
Iedereen had al kleurentelevisie, maar ik keek nog zwart/wit. Iedereen zat op de kabel, maar ik deed het nog met een antenne. Die had ik evenmin gekocht. Ik had die gekregen, hij zat nog in de verpakking, nooit gebruikt.
Ik had hem op het dak gezet, maar om het beeld stabiel te krijgen moest er telkens ook iets anders gebeuren. Het raam moest open. En terwijl de kinderen voor ’t scherm zaten, kroop ik op het dak dat gelukkig plat was. Daar draaide ik de antenne in ’t rond en luisterde naar wat de kinderen me door ’t open raam toeriepen: niets, niets, niets, ja beter, beter, slechter, beter, nog beter, ja, goed. Houden zo, weer slechter, goed. Houden zo! Op dat punt bond ik de antenne aan de schouw vast, jawel, met een stuk koord dat ik daar gevonden had. Ik kwam van dat dak af en vervoegde mijn kroost die al naar het intussen gestarte programma Ongelooflijk maar Bardi aan ’t kijken was.
Ja, het had wel iets, een avondje tv met zo’n antenne, vooral als ’t stormde en het koordje brak. Bardi kwam en ging weer weg, kwam en ging weer weg, kwam en… Het deed niets af van dat programma, integendeel, het voegde er iets aan toe. Het maakte er een avontuur van en het leverde de inspiratie waaruit dit verhaal zojuist gemaakt werd.
Ik zie dat Ongelooflijk maar Bardi van 1989 dateert. Mijn kinderen en ik spreken er nog altijd over. Bijna had ik hier aan toegevoegd dat ’t geluk niet in een plasmascherm zit. Maar die zin is echt te melig. Ik moet iets anders vinden om dit stuk af te sluiten, bijvoorbeeld dit: die zin is echt te melig.
Flor Vandekerckhove

zondag 7 februari 2016

De lange weg van de zevende

DIT VERHAAL vangt aan met een houten doos. Daarin zit een microfilm. De doos is in Rusland eerst op een vliegtuig gezet dat naar Teheran vliegt. Daar wordt het pakje wellicht aan een koerier toevertrouwd die het met een vrachtwagen naar een door Britten gecontroleerd gebied voert. De doos wordt door de woestijnen van het Midden-Oosten tot in Caïro gebracht. Van daaruit gaat het per vliegtuig naar Noord-Afrika, dan naar Brazilië en uiteindelijk naar New York. Dat is een ingewikkelde weg, maar in de Tweede Wereldoorlog is ’t niet eenvoudig om iets van Rusland naar Amerika te transporteren. Welke richting je ook kiest, oost of west, je moet altijd door vijandelijke gebieden. 
Waarom doen de geallieerden al die moeite om die houten doos naar Amerika te brengen? Op de microfilm staan geen staatsgeheimen en er worden evenmin vijandelijke linies of aanvalsplannen in beschreven. Er staat een muziekstuk op, geschreven door de Russische componist Dmitri Sjostakovitsj, symfonie die hij grotendeels in Leningrad schrijft, terwijl hij daar, net zoals de andere bewoners, eerst een Duitse bommenregen over zich heen krijgt en daarna de honger moet trotseren die Hitler in een blokkade aan de stad oplegt.
De weerstand die de inwoners van Leningrad bieden is fenomenaal. Het aantal slachtoffers van de bombardementen is groot, de daaropvolgende hongersnood is ongezien, Men schat het totaal aantal doden in de stad uiteindelijk op een miljoen. Wie overleeft is uitgeput. Dat iemand in zo’n omstandigheden een symfonie kan schrijven wordt wereldwijd als een mirakel ervaren, ook in de Verenigde Staten waar de doos met microfilms nu arriveert.
Time beschrijft het avontuur van deze symfonie. Op de cover, een schilderij waarop Sjostakovitsj als brandweerman te zien is, op de achtergrond zie je Leningrad branden. Arturo Toscanini, notoir antifascist, krijgt de eer om de Amerikaanse première te dirigeren. De radio-uitzending grijpt plaats op 22 juli 1942. Het publiek reageert enthousiast. Voor het jaar om is voeren Amerikaanse orkesten het werk 62 keer op. In totaal zenden Amerikaanse radiostations het bijna 2000 keer uit. Het muziekstuk wordt in de woestijn van California uitgevoerd voor een publiek van 20.000 tanksoldaten, die naar Noord-Afrika vertrekken. De zevende symfonie van Sjostakovitsj wordt in Amerika een van de meest besproken muziekstukken ooit.
Toch valt dat alles in ’t niets wanneer we het plaatsen tegenover die ene opvoering op 9 augustus 1942 in Leningrad. De uitvoering vereist meer dan 100 muzikanten. In de stad restten er helaas maar 15 die de hongersnood overleven. Men vult ze aan met muzikanten uit Russische legers die in de nabijheid aan ’t vechten zijn. Luidsprekers zorgen ervoor dat het muziekwerk in heel de stad te horen is. Om te beletten dat de Duitsers op dat moment het concertgebouw bombarderen organiseren de Russen aan de andere kant van de stad een aanval op Duitse linies. De overlevenden van Leningrad luisterden met veel emotie naar de muziek. Het is een overwinning van de cultuur op de barbarij, het is hùn symfonie, de symfonie van Leningrad.

M.T.Anderson, Symphony for the City of the Dead. Dmitri Shostakovich and the Siege of Leningrad. 456 p. Candlewick Press, Somerville, Massachusetts, USA. ISBN 978-0-7636-6818-1. € 27.95.

zaterdag 6 februari 2016

Twee koertjes in Gent



In Gent woonde ik naast Maria. We zagen elkaar nooit, maar we spraken regelmatig, gescheiden door de hoge muur van onze koertjes. Telkens ze op d’r koertje een sigaret opstak, kon ik dat ruiken en dan smeet ze al eens een Marlboro over de muur. Dan zaten we samen te roken, Maria en ik, elk langs onze kant van de muur. Ze wist dat ik extreem korte verhalen schreef en vroeg telkens: 'Heb je al een titel voor ons verhaal?'

[In DLVuurtorenwachter dateert deze post van 2016. In 2022 redigeer ik hem opnieuw ten behoeve van enkele FB-groepen die zich over Gent en de Gentenaars buigen.]

donderdag 4 februari 2016

Haaskonijn


Vader slacht konijnen die hij in zijn winkel verkoopt, ik heb het hem honderden keren zien doen. Hij geeft de nekslag en snijdt de keel over. Luid krijsend komt zo'n dier vervolgens aan zijn einde.
Je houdt daar als kind iets aan over. Het verklaart waarom ik in een café een zoekertje achterlaat: particulier zoekt levend konijn te koop. Met dat zoekertje probeer ik vaders schuld uit te wissen: wie één konijn redt, redt heel de konijnenwereld.
Een week later trek ik met een mooi Belgisch haaskonijn naar huis. Ik ben vast van plan om Meneer Konijn een lang & gelukkig leven te bezorgen. Ik bouw een hok, haal stro, koop korrels en ben gul met groenteafval.
Ik kijk uit over velden, weiden en akkers die er leeg en zompig bijliggen. de maïs is geoogst en de beesten staan op stal. Al die leegte wordt alleen maar onderbroken door boerderijtjes van Saverys, mooi maar vervelend.
Om die verveling tegen te gaan, ga ik met Meneer Konijn wandelen. Eerst houd ik hem nog aan de leiband, op den duur laat ik het koordje achterwege en huppelt hij vrij & vrolijk aan mijn zij over de stukken. In de boerderijtjes schudden ze het hoofd bij het zien van zoveel stadsmanieren.
In de lente begint Meneer Konijn zelf het initiatief te nemen. Ook omdat ik niet erg handig ben, vindt hij altijd wel een manier om uit zijn hok te ontsnappen. Hij huppelt dan naar nabijgelegen boerderijen waar hij het gezelschap van andere konijnen opzoekt.
Je zou het niet van hen verwachten, maar de boeren brengen Meneer Konijn telkens weer naar huis. Hun begrip vermindert wel met het groeien van de sla.
Ik van mijn kant begrijp dat het niet kan blijven duren, de sla is haast volgroeid. Als Meneer Konijn weer eens het hazenpad kiest, maak ik daar gebruik van om het hok grondig te restaureren. Ik vul putten, span nieuw gaas en verstevig afgeknaagd hout. Als ik ermee klaar ben, ga ik naar mijn konijn informeren.
Neen, het is al enige tijd geleden, zeggen ze, dat ze Meneer Konijn nog gezien hebben. Dat zegt ook de laatste boer die ik opzoek. 't Is etenstijd en de aantrekkelijke geur van warm opgediend voedsel komt me tegemoet. Ik ruik een mij bekend gerecht en ik krijg ’t water in de mond. Ik begrijp dat ik de mensen op dat uur niet langer mag storen en keer weer naar huis. Onderweg begin ik na te denken over de merkwaardige culinaire gewoonten van het platteland. Konijn met pruimen, is dat in de stad geen wintergerecht?

maandag 1 februari 2016

Het been

In de tuin had ik zo’n voederplankje getimmerd. Dagelijks schraapte ik er de rest van mijn bord op uit, het bespaarde me een vuilniszak. ’s Avonds was alles weg. Dat was ook het geval als het kippenbouten betrof. Da’s niet klein, zo’n kippenbeen en in mijn verbeelding zag ik rond vogelnesten stapels fijn afgepeuzelde beenderen liggen. Dat was een illusie. Ik geraakte die kwijt toen ik een meeuw zag die zich op de plank kwam neerzetten. De meeuw slokte heel zo'n groot been naar binnen. Hop! Ik zag het door zijn keel passeren en weer weg was hij. Wat me liet begrijpen dat je een beetje moet oppassen met wat je op zo’n plank legt. Die beesten vreten ook op wat niet goed voor hen is. In die zin gelijken ze goed op mensen.
Flor Vandekerckhove














Op 1 januari 2022 publiceert uitgeverij De Lachende Visch een nieuw e-boek van Flor Vandekerckhove. Honderd titelloze eenparagraafverhalen wordt ingeleid door Flors oud-leraar Nederlands Alfons Vandenbussche.



De e-boeken van Flor Vandekerckhove zijn gratis voor wie erom vraagt. Vooraf bestellen kan. Het boek wordt u dan per e-mail toegestuurd zodra het in het rek van De Weggeefwinkel komt te liggen. Vraag erom via liefkemores@telenet.be↗︎