Wie deze blog volgt weet dat ik me al vele jaren De leeuw van Vlaanderen wil toe-eigenen, het meesterwerk van
Hendrik Conscience. Dat heb ik hier al uit de doeken gedaan. De trouwe lezer weet
ook dat ik daar tot nu toe niet in geslaagd ben, verre van zelfs, en dat ik het
nu nog eens probeer.
In een voorafgaande aflevering, die hier staat, heb ik u Rooie Machteld al leren kennen, de heldin die de plaats inneemt van
Consciences blonde. Ook heb ik u hier al de plek de gebeurtenissen getoond. Het slot van Wijnendael en de Groeningekouter heb ik naar de Oostendse
Oosteroever verplaatst, een gebied dat vandaag in volle ontwikkeling is. Over
die plek wil ik nog iets zeggen.
Ten westen van het Visserijdok ligt daar nu het Vismijngebouw. De
uitbater zegt er grootse plannen mee te hebben. Daar plaatsen de Oostendenaaars
vraagtekens bij, vooral omdat de visserij er op sterven na dood is. Wat willen
die uitbaters aanvangen met een nieuw gebouw als er in Oostende geen vissers
meer zijn?
De toekomst van het gebied ten oosten van het dok is daarentegen nu al duidelijk.
Daar is een tabula rasa aan de gang.
Haast alles wat er aan de visserij herinnert is met de grond gelijkgemaakt. Daar
ontplooit zich nu een spectaculaire nieuwbouwwijk, met pretenties die in Monaco
niet zouden misstaan en in Dubai al evenmin.
Conscience situeert zijn verhaal in het verleden, in 1302. Mijn
toe-eigening verplaatst het naar de toekomst, 2102. Hoe zal die Oostendse Oosteroever
er tegen die tijd uitzien? Aan de hand van wat daar nu gebeurt kunnen ons daar wel
iets bij voorstellen.
Ten oosten van het dok zal het gebied volgebouwd zijn: nachtclubs, chique
appartementen, hotels, bars en casino’s. Die bouwwerken mogen vandaag futuristisch
ogen, in 2102 zal ’t een indrukwekkend, maar lelijk zootje geworden zijn. Jo
Clauwaert heeft dat goed aangevoeld in zijn hierboven afgedrukte tekening. Tegen
de kaai liggen geen vissersschepen meer, maar jachten. De gebouwen verdringen elkaar,
ze ogen futuristisch, maar ook chaotisch, wat te zien is aan de wankele O die
Clauwaert in het woordje Oos(teroever) aangebracht heeft. Alleen de oude watertoren
op de achtergrond herinnert ons nog aan het gebied zoals we het gekend hebben.
Ten westen van het dok zien de dingen er compleet vervallen uit. Op
de tweede tekening is goed te zien dat alles er schots & scheef bij staat. Daar liggen nog enkele gammele vissersvaartuigen. Maar omdat er in 2102 nauwelijks nog
vis in zee zit, worden die niet langer door vissers uitgebaat, maar
door mensensmokkelaars. Ze voeren geen vis aan, maar klimaatvluchtelingen. Die
komen terecht in het oude vismijngebouw dat nu terecht het uitzuiggebouw genoemd wordt. Men concentreert er legale en illegale
uitgezogenen; de eersten hebben
papieren, de illegalen hebben er geen. Voor de rest hebben ze allemaal dezelfde
taak, ze moeten de uitzuigmarkt van
vers bloed voorzien. Wie nauwkeurig naar het tweede beeld kijkt, ziet boven
het uitzuiggebouw ook enkele Vlaamse
leeuwen wapperen, want in 2102 is Vlaanderen uiteraard een onafhankelijke staat
geworden. En geloof me, een verbetering is dat niet.
Kortelings op dit scherm!
Flor Vandekerckhove
(Vervolgt)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten