* In D.L.Vuurtorenwachter plaatst Flor Vandekerckhove sinds 1988 columns, herinneringen, leesnotities, (mini-)essays, polemieken, verhalen, gedichten… ****************** ************* 'Deze vuurtoren belicht de verdwijnende wereld van een babyboomer/soixantehuitard.' ******************* ****
woensdag 23 januari 2013
Onder filosofen
zaterdag 19 januari 2013
Geschiedenis van de Astrid
— Links: — Werk der Gezonde Lucht Gent, later genoemd Home Astrid. Rechts: Zo moet ik het gebouw nog gezien hebben. Toch schrik ik er nu van dat het zo groot blijkt te zijn. — |
[Ik postte dit stukje in 2013. Ik herwerk het in 2024 ten behoeve van de FB-groep 'Bredene Retro'.]
vrijdag 18 januari 2013
Een vrijheidsstrijder uit Bredene
— 2018 - Flor Vandekerckhove vertelt het verhaal van Zegher Janszone (†1329), naast het gedenkteken in een plantsoen naast de Dorpstraat van Bredene. — |
Zegher Janszone vluchtte naar Zeeland maar na Onze Vrouwe Lichtemisse kwam hij tot Oostende met wel 500 kloeke gasten en deden ze die van Bredene met hun zweren en die zulks niet zou doen en wilden ze dood smijten, zo komende naar Oudenburg. De baljuw van Brugge dit horende, kwam daar naar toe om met hen af te rekenen en hij [bedoeld wordt Zeger Janszone] werd voor het klooster van St. Aernouts gevangen met zijn zoon en met 20 van zijn principaalste medeplichtigen en dan zijn ze naar Brugge gebracht waar hij met gloeiende ijzers gestoken is geweest en is hij gesleept tot aan de galg. De andere zijn geradbraakt geweest en daarna onthoofd, de lichamen onder de oksels gebonden met koorden aan nieuwe galgen en de hoofden op staken gesteld.’
[Deze post dateert van 2013. In 2024 redigeer ik hem opnieuw, ten behoeve van de FB-groep Bredene Retro.]
donderdag 10 januari 2013
Katholiek Bredene op straat
Ooit was die processie indrukwekkend, toen vertrokken stoeten uit alle kerken van Bredene en ook uit deze van de Opex, Oostende, om bij de kapel samen te vloeien. In katholiek belang werd de Vissersprocessie nauwelijks overtroefd door de Zeewijding⇲, die vandaag niet meer door de straten trekt, die werd vervangen door een Duynewake⇲.
Ooit was dat dus anders. Aan die tijd worden we herinnerd door Marc Reynebeau die een mooi geïllustreerd boek schreef over de geschiedenis van het katholicisme in onze contreien. (°) Ook ik heb die tijd meegemaakt: processies, het binnenhalen van een nieuwe pastoor, bedevaarten, openbare vieringen, zeewijdingen, auto- en andere paardenzegeningen… Van die manifestaties werden veel foto’s genomen, leert me een blik in het familiearchief. Ik stoot zelfs op een ware ontdekking. Op de ommezijde van een fotootje staat 16 juni 1938. De foto toont me een beeld van een processie. In ’t wit gehulde maagden houden linten vast die naar een centraal omhooggehouden bloemenkrans leiden. Onder die krans stapt de centrale figuur, bloementuil ter hand. Als ik er een loupe bijhaal, herken ik in een van de begeleidende maagden Henriette De Clercq⇲ die elf jaar later mijn moeder zou worden. In die processie is ze vijftien jaar.
Veel kans dat deze foto echt historisch genoemd mag worden. Wellicht toont hij ons de allereerste processie van de gloednieuwe parochie van Bredene-Duinen. De centrale figuur met zwarte kap verbeeldt wellicht Theresia van Lisieux⇲, heilig verklaarde non naar wie de kerk van Bredene-Duinen genoemd wordt. Op het moment dat de foto gemaakt wordt, bestaat die kerk⇲ nog niet, maar: ‘In 1936 ontstaat de zelfstandige parochie Sint-Theresia, voorheen ressorterend onder de parochie Sint-Rickiers van Bredene-Dorp. In 1939 start de bouw van nieuw bedehuis ten noorden van het voorlopige, ten gevolge van het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog pas ingehuldigd in 1947.’
Flor Vandekerckhove⇲
(°) Marc Reynebeau, ‘Katholiek Vlaanderen. Een beeldverhaal’, uitgeverij Lido, 272 blz., 39,90 €.
[Deze post dateert van 2013. In 2024 redigeer ik hem opnieuw, ten behoeve van de FB-groep Bredene Retro.]
Een familieverhaal op youtube
dinsdag 8 januari 2013
Fransmans uit Bredene
‘Rond de eeuwwisseling werkten ruim 50.000 Vlamingen op de Noord-Franse suikerbietvelden. Elk jaar lieten ze overwegend West- en Oost-Vlaanderen achter zich, de baluchon op de rug, een laatste keer omkijkend naar vrouw en kinderen die ze maandenlang niet zouden zien. (…) Vandaag kennen we de seizoensarbeiders als “fransmans” of “trimards”, maar door de lokale Franse bevolking werden ze “flandriens” genoemd.’ (1)
In 1901 trekt journalist August De Winne door Vlaanderen om er de werk- en leefomstandigheden te beschrijven. (2) Over de flandriens schrijft hij:
‘De Fransmans trekken vooral naar Brie (…). Ze trekken ook naar Beauce (…) en tot in de omstreken van Lyon en Morvan in Midden-Frankrijk. In Basse-Brie en Brie-Pouilleuse kom je boerderijen tegen van twee- tot driehonderd hectaren. Tarwe oogst men er met machines. In Haute-Brie laat de rotsachtige en beboste grond dat niet toe. Daar vind je de grootste landbouwondernemingen: boerderijen van 400, 600 en 800 hectaren. In Bonneval, dichtbij Meaux, ligt de grootste boerderij van Frankrijk: meer dan duizend hectaren. (…) Er werken zestig Belgen. Een tiental onder hen blijven er het hele jaar door. Beaune bestaat uit vlakke velden, honderdvijftig tot tweehonderd hectaren groot. Het is het land bij uitstek van tarwe en suikerbieten (…) In de departementen van het Noorden en het Nauw van Calais en Seine-Inférieure zijn de landbouwbedrijven niet zo groot. In Beauce en Brie kom je alleen Vlaamse arbeiders tegen, in het Nauw van Calais en in het Noorden zijn er ongeveer evenveel Walen als Vlamingen.’
’Zonder toeven of verpoozen, ononderbroken, gehaast, vordert het werk in een baarlijk herhalen derzelfde beweging, het een door 't ander in gang gehouden, voortgestuwd, zonder zichtbaar doel of uitkomst, oneindig, streng en onmeedoogend gelijk de wanhopig gispende regen, 't lijfelijk blazen van den wind, de onafzienbare grauwheid der wolkenvracht die loodzwaar over de wereld weegt. Aan 't derve gelaat van den dag is de gang der uren niet te onderscheiden, - alle dagen der week zijn eender van uitzicht, vervuld met 't zelfde weerkeerend werk.’
(2) ‘A travers les Flandres’, Volksdrukkerij Gent, 1902. In 1982 in ’t Nederlands uitgegeven door Kritak als ‘Door arm Vlaanderen’. ISBN 9063030770.
[Deze post dateert van 2013. In 2024 redigeer ik hem opnieuw, ten behoeve van de FB-post Bredene Retro.]
zaterdag 5 januari 2013
Herinneringen aan Jacques Chandler
Jaques Chandler staat aangekruist. Meer over deze schoolfoto in De jongens van het lager middelbaar↗︎. |
woensdag 2 januari 2013
Pijpen is een werkwoord
dinsdag 1 januari 2013
Louis van Dievel, Jan de Hartog en ik
Dat laatste is, eerlijk gezegd, ook wat ik telkens weer ervaar. Zo’n bejubeld boek als Vader, van zo’n bejubelde auteur als Knausgard… Wie krijgt dat eigenlijk uitgelezen, vraag ik me al lezend heel de tijd af. En zo’n klassieker waarin Marcel Proust een half uur doorgaat over een luchter die in ’t salon hangt… Dat zal wel tot het rijk van de schone letteren behoren, maar zelf heb ik dat boek destijds in zee gekieperd! Neen, dan liever van Dievel: ‘Ik ben geen letterkundige, ik schrijf geen schone letteren, geen bellettrie, absoluut niet. Een roman moet een verhaal hebben dat de lezer bij zijn nekvel pakt en hem mee naar het einde van het boek neemt.’