zaterdag 23 september 2023

Een nabeschouwing: Dikke Matille, Patrick Lagrou en Hugo Claus

Links: 1955. Het beeld van George Grard⇲ wordt op de sokkel naast het kursaal geplaatst. Sindsdien is het in Oostende onderwerp van beroering.

[Dit stukje ligt al enige tijd op publicatie te wachten. Ik stelde het uit tot de wind rond de Oostendse Dikke Matille was gaan liggen, ik wachtte tot na de beslissing van het schepencollege over de toekomstige plaats van het beeld.]

Doordat ik De Laatste Vuurtorenwachter ook via Facebook propageer, klik ik al eens op dat sociaal medium. Telkens weer valt het me op dat auteur Patrick Lagrou daar druk in de weer is met het speuren naar volks ongenoegen, om er vervolgens met goedgeplaatste memes het voortouw in te nemen. Hij slaagt daar ook wel in, z’n memes genieten grote populariteit.
Een schrijver kan uiteraard deelnemen aan het maatschappelijk debat en zich daarin engageren, veel auteurs gaan Lagrou daarin vooraf, George Orwell ter linkerzijde bijvoorbeeld, Ferdinand Céline op rechts, maar dat engagement laat telkens wel indrukwekkende literaire sporen na, wat Lagrous memes geenszins doen. Lagrou onderscheidt zich op FB niet van de overvloed aan FB-roeptoeters die aan een scheve zin genoeg hebben. 
Als Lagrou dan toch zo graag op FB toeft, heb ik een uitdaging voor hem. Kan hij daar aan literatuur doen? Op twitter is het mogelijk met twitteratuur, in de weblog doe ik het met handpalmverhalen
poëtische oneliners en het mini-essay, genres die rekening houden met de beperkte aandachtsboog die het internet bij lezers veroorzaakt. Het internet biedt dus echt wel literaire mogelijkheden, maar kan Lagrou op FB literatuur produceren?  
Vindt Patrick Lagrou bijvoorbeeld dat het Oostendse standbeeld De zee moet blijven waar het ligt? Dat hij het roeptoeteren aan anderen overlaat, daar is op FB echt geen gebrek aan. Concentreert hij — een schrijver toch — zich niet beter iets wat niemand hem voordoet? Kan hij literatuur produceren die met FB matcht? Stel je voor!
Er zijn, ook met Dikke Matille, antecedenten die Lagrou leren dat het anders kan dan met goedkope memes. Over het standbeeld in kwestie schrijft Wim Noordhoek op 11 juli 2015 in zijn Avondlog. ‘Je rijdt recht op haar af als je Oostende binnenkomt, op weg naar zee. Ze was ook bedoeld als baadster, liggend aan zee. Maar nu ligt Dikke Mathille in een vijver naast het Leopoldspark, na een bewo­gen bestaan.’  Daarna vertelt de Nederlander over de verhuizing van het standbeeld, niet de betwiste (en inmiddels afgewende) verhuizing van nu, maar deze van 1964. Het beeld ’van George Grard (1901-1984) werd rond 1949 in brons gegoten en op 29 april 1955 aan de oostkant van de Kursaal geplaatst. Aan zee. De Oostendenaars doopten haar 'Dikke Mathille'. En meteen kwam er discussie over deze naakte vrouw 'met loerdige vormen'. Katholieke studenten schilderden haar een broekje aan. Vandalen probeerden haar met een krik van haar voetstuk te lichten om haar te laten neerstorten op de dijk. Zodat de gemeenteraad haar in 1964 op een meer discrete plaats legde, in het Leopoldpark. Vaak nog gooit men kilo's waspoeder in het bassin zodat Mathille verdwijnt in een metershoog schuimbad.’ 
Waarna hij Hugo Claus citeert, die zich nooit verlaagd zou hebben tot het schrijven van soortement memes.
Eens lag zij gewend naar de zee
Gereed met haar goddelijke reet.
Jeugdgroeperingen gooiden stenen naar haar ogen
of verfden haar buik in de menie.
Heren der gemeente interpelleerden want zij beefden
omdat haar ‑ en hun ‑ schaamte zichtbaar was.
"Want is dit, heren, tegenover de vele vreemden
die in onze stad roulette komen spelen
het beeld van onze vrouwen,
dit krolse vlees, deze kronkelende wilde?"
Mondgemeen noemt men haar de dikke Mathilde.
Zij ligt nu lager, in een plantsoen,
en wordt niet meer aangeraakt.
Alsof de verblufte weerzin door haar nabijheid stokt,
alsof de glans van haar flanken verschrikt.
Zij ligt schotvrij voor de gapers,
zij wekt de kei in hun kruis
en in hun blik het gebed: "O, gebenedijde, o mocht ik u 
ongestraft berijden."

2 opmerkingen:

Philippe Clerick zei

Als twitteratuur mogelijk is, zou memeratuur ook mogelijk moeten zijn. Zou moeten.

Anoniem zei

Persoonlijk vond ik dat matille terug op haar plaatsje van weleer had mogen komen. Geen probleem daarmee, maar wat kwam er in de plaats zeg!? Verdorie, we kunnen in Oostende nooit verbeteren maar zijn gespecialiseerd in verslechteren.. ik hoop dat het stadsbestuur daar eens lessen uit trekt. Als je wil vernieuwen doe het dan met gevoel, respect en smaak want niet iedereen kan tegen abrupte veranderingen, en ook niet iedereen zit op dezelfde lijn dat zijn een sociologisch maatschappelijke kwesties we die moeten ook gerespecteerd worden, anders kunnen we evengoed naar een dictatuur terug gaan. Het geheugen van Oostende wordt tegenwoordig wel heel hard door elkaar geschud.