Zelf ben ik
niet zo’n feestganger, maar daar vormt het Feest
van de arbeid toch ’n beetje een uitzondering op. Het is niet zo dat ik op
die dag het huis verlaat om mij, in ’t rood gehuld, eens goed te laten gaan,
maar ik maak van die dag wel gebruik, zij het niet elk jaar, om in Gent m'n oude
strijdmakkers op te zoeken. Die oude strijdmakkers zijn de kameraden waarmee ik,
toen ik nog jong & dynamisch was, het kapitalisme te lijf ging. Het is
telkens een vreugdevol weerzien, vooral met degenen die de idealen van hun
jeugd trouw gebleven zijn. Ja, 1 mei steunt op een lange traditie waar ik
inmiddels deel van uitmaak. En daar wil ik nu een stukje over schrijven.
Kan ik die
viering koppelen aan het thema van de Groote
Oorlog waarin we dit jaar ondergedompeld worden, zeg maar verdrinken? Laat
me eens kijken. Honderd jaar geleden werd 1 mei ook al gevierd. Toen waren er
overal in Europa bijeenkomsten waarop de arbeidersbeweging op de gevaren van het
militarisme wees. Zowel in Duitsland als in Frankrijk wezen de socialisten er
toen op dat de strijd om de koloniën en invloedssferen naar een oorlog konden
leiden.
Ik vraag me
af of er ook dit jaar weer zo’n redevoeringen zullen zijn. Want zopas heb ik
een stuk gelezen van de door mij zeer gewaardeerde journalist John Pilger die
onomwonden stelt dat de eenzijdige berichtgeving over Oekraïne ons klaarstoomt
voor alweer een nieuwe wereldoorlog. (*) Is zijn vrees terecht?
De
verwittigingen die op 1 mei 1914 geuit werden, waren dat wel degelijk, zo bleek
kort nadien. Nauwelijks drie maanden na de viering brak de Eerste Wereldoorlog
uit.
De
arbeidersbeweging, toen nog eensgezind verenigd in wat we als de Tweede Internationale kennen, had die
oorlog inderdaad al van verre zien aankomen. In november 1912 riep ze haar
organisaties en partijen op om zo’n oorlog te beletten. En, zo voegde ze eraan
toe, als er dan toch een oorlog zou uitbreken dan moest die gebruikt worden om de
val van het kapitalisme te bewerkstelligen. Krasse taal!
In de zomer
van 1914 was het zover. Maar de socialisten deden niet wat ze twee jaar eerder
afgesproken hadden, integendeel. In de Duitse Reichstag stemden de sociaal democraten
de financiële kredieten goed die de oorlog zouden bekostigen. Dat deden ook de
socialisten in andere landen. De Belgische socialist Camille Huysmans zei
hierover: ‘De Internationale is dood,
zeiden de enen, omdat ze de oorlog niet heeft kunnen verhinderen. Het antwoord
hierop is eenvoudig: de Internationale alléén heeft haar plicht gedaan. Maar ze
heeft de macht niet om de oorlog te verhinderen. Meer nog. We wisten allen dat
ze in 1914 de macht daartoe niet had. (…)’
Daar was
niet iedereen het mee eens. Sommigen beschouwden dat wel degelijk als verraad.
Het socialisme scheurde middendoor. Het schisma bleef bestaan en het bestaat
vandaag nog steeds.
Tijdens die
oorlog wierpen de Russen het oorlogvoerende regime in hun land omver. Was dit
voor de Internationale niet het moment om de vredesleuzen weer van onder het
stof te halen? De Vlaming Camille Huysmans was in elk geval betrokken bij een
poging om de oude waarden in eer te herstellen. Hij riep op tot het organiseren
van een socialistische wereldconferentie in Stockholm. Hij kreeg de wind van voren,
en niet alleen vanuit nationalistische hoek.
Ook de Belgisch
socialist Emile Vandervelde was over dat initiatief niet te spreken. In
opdracht van de regering werd hij zelfs naar Rusland gestuurd om er de
socialisten juist aan te porren om de oorlog tegen Duitsland verder te zetten.
Vandervelde heeft dat zelf altijd ontkend, maar zowel zijn biograaf (Abs) als
Nic Bal (*) betwijfelen of Vandervelde in deze kwestie wel de waarheid spreekt.
Hoe dan ook,
in Stockholm ontmoette Huysmans wel degelijk Vandervelde die op weg was naar Rusland.
Vandervelde en Deman namen daar de trein naar Petrograd.
In die trein
delen de twee Belgen een coupé met Leon Trotski en diens echtgenote. Zowel
Vandervelde als Deman vermelden die ontmoeting in hun memoires. De eerste beweert
dat hij in dat coupé een lang gesprek met Trotski had die inmiddels de kant van
de bolsjewieken gekozen had. Trotski ging, zo vertelt Vandervelde, tekeer tegen
de socialisten die de oorlog wilden voortzetten. De Man daarentegen zegt dat
Trotski elk gesprek met Vandervelde weigerde. De Man en Vandervelde waren het
er wel over eens dat Trotski een ‘warhoofd’ was die zich als een ‘zenuwlijder’
gedroeg, een man die ‘geen zelfbeheersing’ had.
Wat op een
botsing van persoonlijkheden lijkt, is veel meer dan dat. Die treinreis illustreert beter dan wat ook de breuk die het socialisme in die dagen beleeft. Nic Bal vertelt het zo: ‘In de voormiddag van 17 mei 1917 stoomde de
trein het Finlandstation van Petrograd binnen. Vandervelde en De Man werden
opgewacht door enkele verkleumde functionarissen van het Belgisch gezantschap
met een kleine Belgische vlag. Een enorme menigte met rode vlaggen en
spandoeken verwelkomde Trotski. Een muziekkorps zette de Internationale in. Een
beetje smalend riep Trotski Vandervelde toe: “Je merkt, citoyen, dat dit
onthaal mij wordt voorbehouden, en niet de voorzitter van de Internationale.”
Vervolgens werd hij in triomf op de schouders van de menigte gehesen en naar
buiten gevoerd. Na Lenin was de tweede vijand van het nieuwe regime in zijn
vaderland teruggekeerd, die binnen de maanden mede aan het hoofd zou staan van
de Oktoberrevolutie, de “tien dagen die de wereld schokten”.’
Flor
Vandekerckhove
(**) De citaten komen uit:
Nic Bal, Zij droegen de rode vlag. De
legendarische leiders van de socialistische strijd. 1988. A’pen, Standaard
Uitgeverij. 246 ps.
1 opmerking:
Rik Deconinck is beroepshalve erg met dat onderwerp bezig. Hij geeft een aanvullingen op het stuk.
1- Reeds in de vorige congressen van de Internationale kwam het vredesthema telkens weer ter sprake. Ook in 1907, 1910...Iedere keer weer was men even gedecideerd.
2- De belangrijkste vraag voor mij blijft: waarom hebben de Duitse sociaal-democraten die kredieten massaal goedgekeurd (op een paar uitzonderingen na)? De enige reden die ik plausibel vind is dat ze bang waren dat hun organisaties (vakbonden, coöperaties, socio-culturele...)zouden verboden worden/ de wind van voren krijgen.
3- Daarnaast blijft het verbazen dat zovelen vol enthousiasme naar de aanwervingskantoren trokken.
4- Stockholm: ik vind dat een - in moderne termen uitgedrukt - overgemediatiseerd evenement. Ik heb eens nagegaan hoeveel vredesinitiatieven er niet genomen werden door telgen van koningshuizen, door de paus, door ....en dan is het Stockholminitiatief maar één van de vele. Wel belangrijk omdat ze kon teren op de steun van enkele politici en regeringsleiders in de neutrale landen. In de loop van 1915 en 1916 had Huysmans al meerdere pogingen gedaan om de socialistische leiders bij mekaar te brengen, maar hij slaagde er maar in om ofwel de socialistische leiders uit de entente-landen, ofwel die uit de centrale landen, ofwel die uit de neutrale landen bijeen te brengen. Zielig.
Misschien was dat zijn antwoord op Zimmerwald en Kienthal.
Maar ze allemaal bijeenbrengen, nee dat lukte niet. Groot obstakel was : wie gaat betalen voor al die schade, en wie gaat gebieden verliezen.
Huysmans probeerde voordurend om de krijtlijnen voor een toekomstige vrede vast te leggen zodat de socialisten een mondje zouden kunnen meespreken tijdens de vredesonderhandelingen NA de oorlog. Maar ondertussen zaten al die leiders gevangen in de logica van eerst de vijand op de knieën krijgen en dan opleggen dat de Duitsers moeten betalen (van de Ententekant bezien) of andersom dat de Duitse invloed in Europa groter wordt (van de Centrale kant bezien). Ik denk trouwens dat de Duitsers hoopten om Vlaanderen in protectoraat (of een andere aanhorigheid) te nemen.
Doordat de Russen de tsaar buitengooiden in februari 1917 leek het Huysmans, Troelstra, Branting e.a. toe dat er meer kans bestond om een vredesconferentie te houden. Vandervelde heeft Huysmans daarin enigszins gesteund. Want het ging over onderhandelingen voor de periode na de oorlog, maar ondertussen moesten de Duitsers wel aan twee fronten aan de praat gehouden worden, dus ook aan het Russische front. Daarom trokken Vandervelde en De Man naar Rusland, om die oorlogsmoeë Russen te overtuigen om verder te vechten. En dan zouden de Duitsers wel in een status quo komen te staan en uiteindelijk vrede willen.
Kerenski was hun gastheer. de bolsjewieken van hun kant stelden dat er maar één mogelijkheid was om de oorlog te beëindigen: naar huis gaan...
Gans de zomer van 1917 hoopte Huysmans op de komst van voltallige delegaties, maar ofwel hadden ze geen zin om te komen, ofwel lieten ze zich afschepen door hun regering die hen geen reispas wou geven. Stockholm leidde dus tot niets.
Een reactie posten