Die zomer werd ik verliefd op het mooiste meisje ter wereld (links). We hebben elkaar nog weergezien, Gerdje en ik, meer dan 60 jaar later (rechts). |
IN ANTWERPEN HEETTE het bedot, maar wij zeiden katjeduuk. Er waren er veel die meespeelden, de Antwerpse familie, die in die zomer bij mijn tante logeerde, was kroostrijk. We waren jong, zeg maar non ho l'età per amarti, we huppelden als kalfjes doorheen een lange, hete zomer
die naar zee, zand en ambre solaire
rook. Die kroostrijke familie woonde in Borgerhout, in de Vandeperrelei en
meer bepaald in het nummer 79. Geef toe dat het merkwaardig is dat ik dat nog weet, er zit meer dan een halve eeuw tussen. Zoiets kan alleen maar met de liefde te
maken hebben. En zo is het inderdaad, die zomer werd ik, onverwachts & onvoorbereid wegens dat non ho l'età, verliefd op het mooiste meisje van heel
de wereld, een telg van die kroostrijke familie.
Tijdens ’t katjeduuk spelen
verstopten wij ons, dat meisje en ik, bijvoorbeeld achter de staldeur van het varkenshok van
Zoë. Gerdje (die ouder was in jaren / en daardoor meer ervaren) nam daar mijn hand vast, meer moest dat niet zijn. We zeiden niets, we deden niets, maar ik
voelde mijn jeugdig hartje in mijn keel kloppen. We keken niet, we zoenden niet, we
streelden niet, laat staan dat we getast zouden hebben, we hielden handjes vast. Elke dag, een hele zomer lang. En uiteindelijk, op ’t einde van die
zomer, memoriseerde ik haar adres, die Vandeperrelei. Was ik van plan er ooit naartoe te gaan? Eens ik meer man geworden
was bijvoorbeeld? Ik kan het me niet herinneren. Het was, denk ik, meer bedoeld als
souvenir, een adres als aandenken, iets om nooit te vergeten.
Ik herinner me ook die ene keer dat ik een botsautootje met
haar mocht delen. Dat geschiedde onder de tonen van Oh Carol, song waarvan ik dacht dat Paul Anka die zong, maar waarvan youtube me nu leert dat het op conto van de door mij helemaal vergeten Neil Sedaka staat. De tekst staat hoe dan ook in mijn geheugen
gegrift: But if you leave me / I will
surely die! Gelukkig waren dat alleen maar woorden. Tijdens de daaropvolgende
vakantie leerde ik Christine uit Charleroi kennen die me in ruil voor eeuwige trouw haar borsten toonde. Zou het daardoor komen dat ik nooit naar de
Vandeperrelei in Borgerhout getrokken ben? ’t Zou kunnen, seks heeft me, moet ik
toegeven, wel meer van ’t rechte pad weggeleid. Of… op ’t rechte pad gezet,
dat kan ook, echt weten doe je nooit.
3 opmerkingen:
De familie goed gekend.
Haar papa, inspecteur, stond ook ieder jaar, net als mijn pa, aan de vloedlijn als jurylid van de fortenbouw van Le Soir.
(Luc Blomme)
Inderdaad, katjeduuk was belot, een spekke was een bol en een sjieke was tuttefrut. Ja wij hadden ook jaren een Antwerpse familie, dank zij dat karton aan het raam: "Appartement a louer. Eau, gaz, électricité" .
(Luc Blomme)
Correctie: geen belot maar bedot
Een reactie posten