vrijdag 14 september 2018

’t Kan wreed waaien op de kaaien (5)

Molfiet De ambulance slipt en stopt in ‘t midden van het kruispunt. Niet tot stilstand komt de draagberrie waarop de molfiet ligt vastgesnoerd. De achterdeur schokt open. De brancard schuift uit de wagen. De chauffeur ziet hoe de draagberrie op zijn weg een oud vrouwtje omver rijdt. De chauffeur springt uit de auto, legt de aangereden vrouw vlug bovenop de molfiet, schuift de brancard weer in de ambulance en rijdt met loeiende sirenes naar de spoed. Doordat het vrouwtje òp hem ligt krijgt de koude molfiet het weer warm, wat zijn herstel erg bespoedigt. Het vrouwtje daarentegen sterft van de emoties.



OsschaertWe moeten beslag op zijn vangsten leggen’ zeggen de schuldeisers tegen hun advocaat. Dus probeert hij om de visserij van de Concordia in kaart te brengen. Dat gaat moeizaam, omdat het reilen en zeilen van dat schip omfloerst wordt door een nevel van spookverhalen over een vaartuig dat, gejaagd door de winst, ten eeuwigen dage op zee rondwaart, aangevuurd door een vervloekte kapitein die naar de naam Osschaert luistert en ongrijpbaar lijkt. Dat ziet er niet goed uit voor de advocaat, want in ’t contract dat hij met de schuldeisers opgemaakt heeft staat klaar en duidelijk: geen buit, geen fluit.  


DickLange Dick kwam regelmatig haar tank bijvullen, want hij was haar brandstofleverancier. Dat ging als volgt. Nadat hij De Weeuwe genomen had liep hij tien keer al die trappen op en af, telkens goed voor vijf verdiepingen, met aan elke arm een jerrycan; opwaarts waren ‘t volle, de trap afgaand waren ‘t lege. Echt mannenwerk. Na afloop offreerde De Weeuwe de bezwete Dick ter afkoeling een deugddoend glas en terwijl de twee een kort gesprek voerden, vergoedde ze hem voor bewezen diensten. Daarna trok Dick weer verder, misschien wel naar een andere weduwe, maar dat waren uiteraard haar zaken niet.


[Bovenstaande verhalen vinden hun oorsprong in ‘vissersverhalen’ die ik in 2015-16 geschreven heb. Die schenken me geen voldoening meer. Al lang zoek ik naar een manier om ze te herschrijven. Die manier heb ik nu gevonden in wat in ’t Engels a drabble heet, een verhaal van exact honderd woorden, niet meer, niet minder.]

Flor Vandekerckhove

Geen opmerkingen: