De XIXde eeuw was een goede tijd om griezelverhalen te bedenken. In 1818 schreef Mary Shelley haar meesterwerk waarin Frankenstein zijn monster creëert. Dracula verscheen dan weer aan 't andere uiteinde van die eeuw, in 1897, en Bram Stoker liet zich erbij inspireren door The Vampyre (1819), het eerste Engelse vampierverhaal.
Vampiers inspireren ons vandaag blijkbaar nog altijd. In Amerika
worden er nog steeds verhalen rond gebreid die op het scherm fameuze
kijkcijfers halen: Buffy the Vampire
Slayer, Twilight, True Blood… Zelf word ik er eveneens door geboeid, vooral
omdat mij deze zin van Karl Marx bekend is: 'Kapitaal is gestorven arbeid, welke alleen tot nieuw leven kan komen door als een vampier levende arbeid op te zuigen en die des te langer leeft naarmate er meer van wordt opgezogen.' Ik publiceerde daar eerder al een stukje over dat u hier vindt. Die zin van Marx inspireerde me trouwens tot het schrijven van een scenario onder de titel Rooie Machteld en de uitgezogenen. Jo Clauwaert is er tekeningen voor aan 't maken en hoopt daarmee tegen kerstdag klaar te zijn. Om hem een beetje aan te vuren heb ik in de blog al een soortgelijke heldin belicht, de Amerikaanse Wonder Woman, en die kunt u hier aanschouwen. Om Clauwaert nog meer op te jagen ga ik vandaag op zoek naar de bron van het verschijnsel vampier, wat me tot bij de onfortuinlijke William Polidori brengt.
In de barre zomer van 1816 bevindt de bekende literator Lord Byron
zich in een villa vlakbij het meer van Geneve. Aan zijn zijde vinden we zijn
lijfarts dokter William Polidori. Een boogscheut verder verblijven Percy en
Mary Shelley. Het slechte weer belet de Britten om uit zeilen te gaan en ze
brengen de tijd door in Byrons villa waar ze griezelverhalen bedenken. Daar legt Mary Shelley de basis voor Frankenstein en
daar kiemt The Vampyre van Polidori,
zoals gezegd een dokter en dus gespecialiseerd in klysma’s & aderlatingen en in die zin een soort ervaringsdeskundige. Het
gaat echter niet goed tussen Byron en Polidori. De eerste zuigt al de aandacht
naar zich toe en vernedert zijn arts, ook omwille van diens literaire
aspiraties. Polidori onderneemt er zelfs een halfslachtige zelfmoordpoging om:
Byron zuigt als ’t ware het leven uit hem weg.
Vanaf nu kun je The Vampyre alleen
nog lezen als een allegorie van de
relatie tussen Polidori en Byron. De held van Polidori’s verhaal is inderdaad
een personage dat zo krachtig is dat hij iedereen om zich heen belachelijk
maakt. Die held geniet van een oppervlakkige roem die hem in de gedegenereerde
samenleving toelaat misbruik van onschuldige, deugdzame mensen — lees: Polidori — te maken.
Wat een geslaagde wraakactie had moeten zijn, wordt echter de ultieme vernedering. Wanneer The Vampyre drie
jaar later gepubliceerd wordt, is dat, godbetert, verkeerdelijk als The Vampyre: A Tale by Lord Byron. Het moet je maar overkomen. Het verhaal kent daarenboven een enorm
succes. Goethe is zelfs de mening toegedaan dat het Byrons beste boek is.
Polidori probeert zich het werk weer toe te eigenen, maar slaagt daar nauwelijks
in, integendeel, men verwijt hem dat hij misbruik van Byron maakt om zelf
bekendheid te verwerven. Hij wil zich in een klooster terugtrekken, maar wordt
er — juist omwille van The Vampyre !—
geweigerd, probeert weer te gaan studeren, wordt gokverslaafd en pleegt uiteindelijk
zelfmoord. De mens is nauwelijks 24 geworden. En neen, hij is niet teruggekomen. Nog niet!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten