Over de stapel bladen die Daniël Eyland in mijn bus stak schreef ik
eerder al een stukje. Ik meldde toen
ook al dat het daar niet bij zou blijven. In die papierberg had ik immers een
document gevonden dat even veelbelovend als geheimzinnig oogde. In oktober 1966
kondigde Onze actie de publicatie aan
van een ‘geschiedkundige roman met
Bredene als achtergrond.’ Het verhaal zou als feuilleton gepubliceerd
worden, als bijlage van Onze actie, goed voor 1000 exemplaren. Er werd geen auteur vernoemd, wel een titel: De geuzen van Blutsie. En enige uitgeversperikelen: ‘Als men weet dat een roman in ons land
dikwijls maar op een paar honderd exemplaren wordt verspreid, dan begrijpt men
dadelijk de buitengewone inspanning die door de plaatselijke socialistische
partij moet worden geleverd, alleen maar om ons honderdduizenden bladen aan te
schaffen.’ U leest het goed: honderdduizenden vellen papier! Geen boekje dus, maar een
forse turf. Dat valt ook licht te begrijpen want: ‘De overstromingen, de bescherming van onze hoeven door wallen, het
betalen van tienden door de boeren, de vervolging van ketters, dit alles kan
erin voorkomen’. Daar heb je inderdaad veel papier voor nodig, vooral omdat
de mensen al die miserie niet zomaar over zich heen lieten gaan: ‘Tegen de drukkende belastingen, ten bate
van de adel en de geestelijkheid, is ook onze streek in opstand gekomen, en in
Bredene bestond altijd een liberale en later een socialistische macht.’
De plot werd uiteraard niet vrijgegeven, maar de plaats van het gebeuren wel: ‘[I]n Bredene, onder andere in het dorp en in het geuzennest “Blutsie” in de duinen. Vanzelfsprekend zullen onze personages wel eens gaan tot aan de Keignaert in Zandvoorde of door de poorten van Oostende.’ De tekst vermeldde ook hoe het verhaal zou aflopen: ‘[W]e zullen ook zien hoe tenslotte alle gezonde krachten van het volk zich verenigden om de bovenhand te behalen.’ Eind goed, al goed.
Ja, dat zag er allemaal veelbelovend uit en ik begon in daaropvolgende edities van Onze actie naarstig naar sporen van dit Bredense feuilleton te zoeken. Eilaas, driewerf eilaas: niets, nothing, nada.
De plot werd uiteraard niet vrijgegeven, maar de plaats van het gebeuren wel: ‘[I]n Bredene, onder andere in het dorp en in het geuzennest “Blutsie” in de duinen. Vanzelfsprekend zullen onze personages wel eens gaan tot aan de Keignaert in Zandvoorde of door de poorten van Oostende.’ De tekst vermeldde ook hoe het verhaal zou aflopen: ‘[W]e zullen ook zien hoe tenslotte alle gezonde krachten van het volk zich verenigden om de bovenhand te behalen.’ Eind goed, al goed.
Ja, dat zag er allemaal veelbelovend uit en ik begon in daaropvolgende edities van Onze actie naarstig naar sporen van dit Bredense feuilleton te zoeken. Eilaas, driewerf eilaas: niets, nothing, nada.
En nu zit ik hier in verslagenheid naar dit blad te staren. De vragen
stapelen zich op. Is deze historische roman daadwerkelijk geschreven? En zo ja,
door wie? Werd het verhaal vervolgens ook gepubliceerd? Is 't een roman die alleen maar in iemands hoofd bestaan heeft? En in wiens hoofd dan wel? Is het bij een
manuscript gebleven? Een aanzet? Is het inderdaad als bijlage verschenen in Onze actie? En als dat niet het geval is, wat is er dan gebeurd met die honderdduizenden vellen papier? Is er iemand die De geuzen van Blutsie liggen heeft? (Wilt u straks eens op uw zolder kijken?) Mochten
alle gezonde krachten van het volk zich weder, zoals weleer, verenigen dan moeten we dat ding toch uit de vergetelheid kunnen halen, ja toch? Laat me iets weten.
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten