zaterdag 11 februari 2017

Wilfried Laforce, een loper die niet in 't gareel wil lopen

— Wilfried Laforce (links) en Flor Vandekerckhove. —


In 2017 heb ik Wilfried Laforce weergezien, oud-klasgenoot die ik me herinner als de jongen die ons in 't lopen allemaal moeiteloos voorbijsteekt. Dat hij voor zijn hogere studies iets met sport kiest, heeft niemand toen verbaasd, maar hoe komt het dan dat ik in de vroege jaren zeventig een kroeg binnenstap die tot mijn verbazing door Wilfried uitgebaat wordt?
Diens drukbezochte Draekensteert lag in de Oostendse Christinastraat, vlak om de hoek van het college waar een groot deel van het cliënteel zijn broek versleten had. Die Draekensteert was niet zomaar een café. Er was een sleep-in (Laforce: ‘Wellicht de eerste in België.’) en er vergaderde een werkgroep van de christelijke Gemeenschap van Taizé. Evengoed kwam de post van Amada er toe. Er hing al eens een hasjgeurtje. Politie en Rijkswacht wisselden elkaar af om dat ‘sociaal centrum’ onder controle te houden. Wilfried Laforce, sportman en kroegbaas! Er zit iets in wat ongerijmd is, maar we bevinden ons op dat moment in de nadagen van mei 68 en in die tijd is alles mogelijk.
De Draekensteert bestaat al lang niet meer. Wilfried is nu een gepensioneerde turnleraar. Na een actief leven in Brabant is hij naar zee teruggekeerd. De kinderen zijn het huis uit en hij woont met zijn echtgenote in De Panne. Wat ik hem lang geleden al had moeten vragen, vraag ik nu: ‘Wat bezielt iemand die in Leuven Lichamelijke Opvoeding studeert om in Oostende een kroeg te openen?’ In het antwoord ontvouwt zich ‘s mans persoonlijkheid. Wilfried blijkt een mens te zijn die maar moeizaam met opgelegde eisen om kan gaan, althans wanneer die hem als zinloos en willekeurig overkomen. Ook heeft hij een hekel aan onrechtvaardigheid: een autoritaire prof is al genoeg om zijn studies te onderbreken. Laforce: ‘Als je in de sport de top wil bereiken word je eigenlijk een marionet van de trainer of club.’
Wilfried is een rebel en hij is dat al van in zijn collegejaren. Die rebel herinner ik me niet. Hij vertelt me dat hij in zijn collegetijd drie keer twee weken geschorst geweest is. Wat bij mij bangelijke vragen triggert. Hoe komt het dat ik dat niet weet? Komt het doordat ik het nooit geweten heb? Of doordat ik het vergeten ben? Als ik het vergeten ben, moet ik me dan zorgen maken? Alzheimer light? Of stelden we ons toen geen vragen over iemand die twee weken uit de klas verdween? Was dat geen onderwerp van gesprek? Werd zoiets doodgezwegen? 
En hoe gaat het vandaag eigenlijk met de sportman? Uiteindelijk heeft Wilfried zijn studies Lichamelijke Opvoeding wel afgemaakt. Maar lopen doet hij al lang niet meer: ‘Mijn heupen zijn in de powertraining van turnleraar Piet Bultiauw overbelast geworden. Ik kan geen drie kilometer meer lopen. En hoe gaat het met de rebel? Zegt Wilfried: ‘Ik heb het ook vandaag nog altijd moeilijk met onrechtvaardigheid. En als ik die ergens rond me opmerk dan ga ik daar nog altijd tegenin. 10 jaar geleden heb ik de commercialisering van de rusthuizen aangeklaagd. Chris De Stoop heeft daar toen in de Knack een artikel over geschreven en Phara Di Aquirre heeft het op de televisie gebracht.’ Hopelijk werpt het zijn vruchten af, binnen afzienbare tijd is 't aan ons om bij zo'n rusthuis aan te kloppen.

[Deze post over de uitbater van de Draekensteert dateert van 2017. In 2021 redigeer ik hem opnieuw, vooral ten behoeve van de FB-groep Oostendse verhalen. In 2022 presenteer ik hem ook aan de nieuwe GB-groep Oostende Nostalgie.]

1 opmerking:

denoix zei

had hij een niet even sportieve zus Monique of Moo evenveel sport en eveneens weinig gareel maar straffe madam?