Na mijn studies ben ik aan de slag gegaan in een
experimentele kippenkwekerij. We hebben er een nieuw ras ontwikkeld: de Vlaamse bergkip. Dat ras heeft een korte en een lange poot. Door de ongelijke pootlengte kunnen de kippen zich beter tegen een schuine bergwand staande houden. En ze leggen vierkante eieren, kubussen, zo’n ei rolt niet gauw de berg af. Doordat er in Vlaanderen weinig bergwanden zijn, is de soort hier onbekend,
maar in de Oeral en de Apennijnen is de
Vlaamse bergkip een begrip. In Italië heeft men het over il pollo montagno flammingo, in
Rusland zegt men Фламандская горная
курица. De experimentele kippenkwekerij werd streng beveiligd. Het personeel was contractueel verplicht op de kwekerij te
overnachten en al. Ik heb er vijf jaar dag & nacht geleefd. Samen
vormden we een kleine, hechte gemeenschap van
kippenkwekers. Er was nauwelijks vertier, daardoor komt het dat ik me bij het plaatselijke orkest
aangesloten heb, The Chicken Farmers
Orchestra. Bestaat nog steeds, maar heet nu The Lighthouse Keeper’s Jumping Five. Boeken kan ook vandaag nog (indien niet ernstig, zich onthouden.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten