— Zowel Albert Camus als Jean-Paul Sartre waren krantenjongens. Links corrigeert Camus een van zijn teksten, rechts zien we Sartre en de Beauvoir terwijl ze La Cause du Peuple colporteren. — |
In het naoorlogse Parijs zijn ze de herauten van de
menselijke vrijheid. De kranten schrijven uitgebreid over hun strapatsen, want Albert
Camus en Jean-Paul Sartre geven een stem aan wie in die tijd jong en zoekend is.
Camus en Sartre zijn iconen. En… vrienden.
De vriendschap blijft niet duren. De kwestie van de
vrijheid en hoe haar na te streven wordt een breukpunt. In 1951 publiceert Albert Camus het ophefmakende essay De mens in opstand, een amalgaam van
politieke, literaire en filosofische bedenkingen over de revolte. Hoezeer hij
in dat boek zegt de revolte te
omarmen, zozeer verwerpt hij de revolutie. De opstandige zegt neen tegen het onrecht, schrijft Camus, maar anders dan de revolutionair
verliest hij zich niet in de totale vernietiging. Sartre vindt het een erg slecht werk. En hij vindt ook dat
revolutionair geweld een conditio sine qua non is om tot vrijheid te komen.
De breuk tussen de twee vrienden is in Frankrijk een mega mediagebeurtenis.
Het nummer van Les Temps Modernes, waarin
een acoliet van Sartre het boek van Camus de grond in boort, wordt tot drie
keer toe gedrukt en drie keer wordt het uitverkocht. De fall out van de broedertwist wordt in kranten en tijdschriften druk
becommentarieerd. Dat komt ook doordat beiden zelf deel uitmaken van
de wereld van de pers. Sartre heeft met Les
Temps Modernes zijn eigen tijdschrift. Camus heeft zijn weg naar het
goedkoop papier gevonden via Combat,
waarvan hij in de jaren veertig de eindredacteur is. Het engagement, waarmee hun denken zo verbonden is — en de indrukwekkende dadendrang die ze met elkaar delen — vindt ook een weg naar merkwaardige,
marginale blaadjes waarvoor menig Vlaamse salonintellectueel de neus optrekt. Albert
Camus is tot zijn
dood geabonneerd gebleven op La Révolution Prolétarienne↗︎, een
revolutionair-syndicalistisch blad dat dan al ver over zijn hoogtepunt heen is,
maar dat na Camus' dood, in 1960, nog een artikel kan plaatsen dat hij speciaal voor
dat blad geschreven heeft. Hij blijft ook een anarchistische kring opzoeken, waar men hem 'copain' mag noemen. Jean-Paul Sartre leent dan weer zijn naam aan La Cause du Peuple↗︎, en hij
doet dat nadat het maoïstische blad in 1970 een verschijningsverbod opgelegd krijgt. Meer
zelfs, samen met Simone de Beauvoir trekt hij de straat op om dat clandestiene
blad te verkopen. Waarna ze er een gaan kraken in Café
de Flore.
Dát waren tijden, dát waren intellectuelen!
Flor Vandekerckhove
* Meer over Sartre en La Cause Du Peuple: https://florsnieuweblog.blogspot.com/2021/02/de-blinde-vlek-van-jean-paul-sartre.html↗︎
* Meer over Camus en de anarchisten: https://florsnieuweblog.blogspot.com/2012/01/camus-anarchist.html↗︎
Geen opmerkingen:
Een reactie posten