Het boek Chronicles: Volume One
van Bob Dylan werd in 2004 al eens in ’t Nederlands uitgegeven, maar het viel
te verwachten dat er een heruitgave zou komen toen Dylan de Nobelprijs
toegewezen kreeg.
Ik heb dat boek uit de bieb gehaald en er al een stukje uit gelezen. Het
vraagt, zie ik, meer aandacht dan ik het nu kan geven. Morgen breng ik het terug. Bedoeling is dat ik het er weer uit weghaal wanneer ik er de tijd
voor heb.
Het stukje dat ik hier post dient me tot geheugensteun. Want ik neem me
voor om het boek op een welbepaalde manier te lezen. Mij interesseert het bijvoorbeeld
om te weten hoe Dylan het ambacht van het liedjesschrijven onder de knie krijgt:
‘Ik kan niet zeggen wanneer het bij mij
opkwam om mijn eigen liedjes te gaan schrijven. Ik kon zelf niks bedenken wat
ook maar in de buurt kwam van de folkteksten die ik zong om uit te drukken hoe
ik over de wereld dacht. Volgens mij overkomt het je geleidelijk. Je wordt niet
op een dag wakker met het besluit liedjes te gaan schrijven, en helemaal niet
als je er al een heleboel hebt en er elke dag nieuwe bij leert. Je krijgt op
een gegeven moment misschien de kans om iets aan te passen, van iets wat al bestaat
iets te maken wat er nog niet was. Dat kan een beginnetje zijn. Sommige dingen
wil je gewoon op jouw manier doen, je wil zelf zien wat er achter dat
mistgordijn ligt. Het is niet zo dat de liedjes naar je toe komen en dat je ze
uitnodigt om binnen te komen. Zo gemakkelijk is het niet. Je wil liedjes
schrijven die groter zijn dan het leven zelf. Je wil iets zeggen over de rare
dingen die je overkomen, die je ziet. Je moet iets weten en iets begrijpen en
dan het jargon links laten liggen. (…)’
Dit citaat wijst me er op dat Dylan het her en der in dat boek over het
ambacht zal hebben. Ik blader verder en zie dat hij het in het laatste
hoofdstuk over Bertolt Brecht en Kurt Weil heeft en over Pirate Jenny, een lied van hen beiden, een song uit de
Driestuiversopera. Dat is wat daar op bladzijde 293 over staat: ‘Later heb ik het liedje proberen te
demonteren, om te zien wat het geheim was, het mechaniek, waarom het zo
effectief was.’ Bob Dylan is in de loop van dat boek een ambachtsman geworden!
Flor Vandekerckhove
Bob Dylan. Kronieken.
Amsterdam Nijgh & Van Ditmar. 311 pp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten