IN DIE TIJD woonde ik op de Hoher Markt, naargeestige buurt, rond het plein sporen van de oorlog, veel leegstand en nauwelijks straatverlichting. ik woonde onder het dak, in een mansarde. Als ik aan de bak kwam was 't als pulpauteur voor duistere uitgeverijtjes,
Eten deed ik één keer per dag, ’s avonds trok ik
daarvoor naar het goedkope restaurant van Anton Karas. Daar leerde ik Holly Martins (†1994) kennen, Amerikaan die cowboyverhalen schreef, er ontstond een milde vorm van
vriendschap. Er ontstond ook een gewoonte. Na het eten vergezelde Martins me naar de
Hoher Markt, voor een slaapmutsje in het Marc Aurel Café. Stevige
kaartspelers, ze zochten een vierde man. Kijk naar ons: Holly Martins en ik pulpschrijvers, Marc Aurel, wat niet eens de naam van de waard was, het café werd genoemd naar de straat die op dat plein uitkomt,
de Marc Aurelstraat. De derde man was een vrouw, Anna Schmidt (†2006), danseres die na elk optreden een kaartje kwam slaan, ouder wordend vroeg ze zich af
hoe het met haar leven verder moest.
[En dan, op zo'n kaartavond, gebeurt onverwachts dit: De vierde man⇲.]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten