donderdag 17 januari 2019

Een meisje op de bank

Terwijl ik van de tram stap, op weg naar de bib, zie ik haar op de bank zitten, mijn bank, de bank waarop ik tijdens de terugweg altijd zit om een beetje in een pas ontleend boek te grasduinen. Wanneer ik uit de bib terugkeer, zit ze daar nog. Ze is, schat ik, achttien. Ze is, zie ik, veel te dik. Ze heeft, merk ik, geruïneerde tanden. Ze houdt een blik vast. Geen cola. Terwijl ik dichterbij kom probeer ik in te schatten waar ik zelf kan zitten. Niet vlak naast haar, waar nochtans mijn vaste plek is. Misschien aan het andere uiteinde, maar bij ’t naderen zie ik daar twee blikken liggen die ze al soldaat gemaakt heeft.
Ik kies voor de tweede bank. Hij staat een beetje verder, vanwaar ’t iets moeilijker is om de tram te zien afkomen. Ik haal het boek uit mijn tas, maar mijn aandacht blijft bij het meisje. Vanuit mijn ooghoek zie ik dat ze naar me kijkt. Moet ik medelijden uiten? Moet ik haar vermanend aanspreken? Vaderlijk streng, broederlijk begrijpend? Geld geven? Moet ik een dienst bellen die haar komt weghalen? Negeren? Daar komt de tram.
Op die tram denk ik nog een beetje aan dat meisje, maar niet lang. Ik blader in het boek dat ik uit de bib weggeplukt heb en lees daarin een gedicht. (°) Tegen de tijd dat ik thuiskom heb ik het vertaald.
Flor Vandekerckhove

Ik hoor dat in New York
Op de hoek van 26th Street en Broadway
Elke avond tijdens de wintermaanden een man staat
En daar bedden verkrijgt voor de daklozen
Door een beroep te doen op voorbijgangers.

Het zal de wereld niet veranderen
Het zal de relaties tussen mensen niet verbeteren
Het zal het tijdperk van uitbuiting niet inkorten
Maar enkele mensen hebben een bed voor de nacht
Voor een nacht wordt de wind van hen weggehouden
De voor hen bedoelde sneeuw valt op de rijbaan.

Leg het boek niet neer terwijl je dit leest, man.

Enkele mensen hebben een bed voor de nacht
Voor een nacht wordt de wind van hen weggehouden
De voor hen bedoelde sneeuw valt op de rijbaan
Maar het zal de wereld niet veranderen
Het zal de relaties tussen mensen niet verbeteren
Het zal het tijdperk van uitbuiting niet inkorten.


(°) Bertolt Brecht: A bed for the night (1931)

Geen opmerkingen: