vrijdag 11 januari 2019

Nicolas Calas: surrealist en trotskist

— Surrealisten in ballingschap. 1945, in de New Yorkse woning van kunsthandelaar Pierre Matisse. Van links naar rechts: André Breton, Esteban Frances, Suzanne Césaire, Jackie Matisse, Denis de Rougement, Elisa Breton, Sonia Sekula, Elena Calas, Yves Tanguy, Nicolas Calas (centraal in beeld, geknield), Marcel Duchamp, Patricia Matta, Roberto Matta, Teeny Matisse en Aimé Césaire. —   


In 1938 reist de Franse surrealist André Breton naar Mexico, waar hij de verbannen Russische revolutionair Leon Trotski opzoekt. Dat bezoekt werpt vruchten af, een Manifest voor een onafhankelijke revolutionaire kunst dat Trotski en Breton samen opstellen. De tekst moet de basis leggen waarop een Internationale Federatie voor Onafhankelijke en Revolutionaire Kunst (FIARI) gebouwd wordt. Er ontstaan afdelingen in Parijs, Londen, New York en Mexico.
Surrealisme en trotskisme zijn twee verschillende dingen. Toch zijn er die beide in een persoon verenigen. Over de dichter Benjamin Péret heb ik het hier al gehad. Ook de Grieks-Amerikaanse dichter en kunstcriticus Nicolas Calas (1907-1988) is tegelijk surrealist en trotskist geweest.
In Parijs werkt Nicolas Calas samen met de Amerikaan Sherry Mangan om daar de Parijse sectie van de FIARI te organiseren. Mangan is auteur, dichter en journalist, hij laat niet na om een boek van zijn surrealistische kameraad Nicolas Calas in Amerika bekend te maken. In Partisan Review bespreekt Mangan dat boek niet kritiekloos, maar hij sluit zijn bespreking wel onomwonden af met ‘Dit boek is ongetwijfeld het meest stimulerende dat Frankrijk dit jaar geproduceerd heeft.’ (°)
In de surrealistische theorie is Calas vooral bekend voor zijn essay ‘Naar een derde surrealistisch manifest’. Daarin ontwikkelt hij de idee dat het surrealisme zal mislukken als de revolutie uitblijft. Calas blijft het surrealisme levenslang trouw, maar met de koude oorlog komt wel de politieke ontgoocheling. Die overwint hij in de jaren zestig. Enthousiast begroet hij de studentenrevoltes en dat geldt eveneens voor het artistieke verschijnsel pop art. Ook politiek blijft hij actief, zo schrijft hij voor de Griekse krant Antistassi, een in Londen uitgegeven verzetskrant tegen de Griekse militaire junta.
Hieronder vertaal ik een gedicht van Calas. In Four O’Clock verenigt hij surrealisme en trotskisme. Het gedicht wordt door de Amerikaan Alan Wald als volgt geduid. ‘In deze passage kunnen de Himalaya's staan voor de Naropa University (een Tibetaans boeddhistische unief in Boulder, Colorado, waar Calas uitgenodigd gast was door Allen Ginsberg); "Aardse omwentelingen" voor sociale revolutie; "De fusie van terreur en schoonheid" voor het surrealisme; "Mount Athos" voor de nalatenschap van religieuze rijkdommen; "Aurora" voor de Romeinse godin van de dageraad; en "Four O'Clock" voor de Vierde Internationale. Men voelt dat Calas trouw blijft aan Surrealisme en Revolutie (…) dat hij nog steeds in de verwachting leeft van een authentieke sociale transformatie.’
Flor Vandekerckhove


(°) Partisan Review is een Amerikaans cultureel tijdschrift waarover ik het wel meer heb. Het heeft zelfs een apart label in de alfabetische lijst van onderwerpen die u rechts in de blog aantreft. In de lente-editie van 1939 wordt het boek van Calas door Mangan (schuilnaam Sean Niall) in zijn rubriek ‘Brief uit Parijs’ besproken. U kunt dat nalezen als u hier klikt, want alle nummers van Partisan Review zijn op ’t internet in te kijken.


Geen opmerkingen: