IN DE BIB overloop ik de titels van ’s mans werken. Ze bevinden zich alle
in het magazijn, er wordt nauwelijks naar gevraagd. Ooit was dat wel anders.
In 1902 realiseert Gorki een enorm kassucces met een van zijn
toneelstukken. Zijn literair agent, die we als Parvus⇲
kennen, zamelt het geld in waar de auteur wereldwijd recht op heeft. Die Parvus
verdient daar zelf niet onaardig aan, een commissie van 20
percent. Van de resterende tachtig krijgt Gorki een vierde, driekwart gaat
naar de partij van Lenin.
Gorki steunt de communisten al vóór de revolutie: ‘Vanaf 1903 beschouw ik
mezelf als een bolsjewiek.’ (°) Geen partijlid, wel mecenas. Niet dat
hij blind is voor de duistere kant van de politiek. In 1909 schrijft hij aan
Lenin: ‘Soms schijnt het me toe dat elke
mens voor jou niets meer is dan een fluit waarop je een of andere melodie
speelt, en dat je elkeen beoordeelt vanuit het oogpunt van zijn of haar nut voor
het uitvoeren van jouw doelstellingen, opinies en taken.’
Het zijn constanten in Gorki’s leven: hij blijft de partijleiding
steunen én hij probeert onafhankelijk
te blijven. Dit is wat hij daarover aan zijn vrouw schrijft: ‘Het is mijn intentie om met de bolsjewieken
samen te werken, op autonome basis.’ Trotski spreek over een ‘fellow
traveler’.
Sartre zegt dat een intellectueel iemand is die zich druk maakt over zaken die hem niet aangaan, Dat zal ook Lenin over Gorki gedacht hebben wanneer hij deze brief leest: ‘(…) ik ben geen politicus, en ik ben niet stom, zoals politici dat vaak zijn. Ik weet dat u het gewoon bent om “de massa’s te bewerken” en een persoon is voor u een non-entiteit (…) ik ben een dwaze artiest, maar een grotere rationalist dan u. (…)’. Of deze, waarin Gorki zich tegenover Lenin uitspreekt over diens kompanen: ‘Ah, moest je eens weten welke dieven het zijn. En welke opstandige bourgeois ze over twee, drie jaar gaan worden.’ Gorki begrijpt de dingen niet goed, meent Lenin en hij raadt zijn pennenvriend aan om te emigreren — even goede vrienden.
Sartre zegt dat een intellectueel iemand is die zich druk maakt over zaken die hem niet aangaan, Dat zal ook Lenin over Gorki gedacht hebben wanneer hij deze brief leest: ‘(…) ik ben geen politicus, en ik ben niet stom, zoals politici dat vaak zijn. Ik weet dat u het gewoon bent om “de massa’s te bewerken” en een persoon is voor u een non-entiteit (…) ik ben een dwaze artiest, maar een grotere rationalist dan u. (…)’. Of deze, waarin Gorki zich tegenover Lenin uitspreekt over diens kompanen: ‘Ah, moest je eens weten welke dieven het zijn. En welke opstandige bourgeois ze over twee, drie jaar gaan worden.’ Gorki begrijpt de dingen niet goed, meent Lenin en hij raadt zijn pennenvriend aan om te emigreren — even goede vrienden.
Maar beschikt Gorki nog over zijn ‘autonome basis’ wanneer hij in 1931,
op uitnodiging van Stalin, naar Rusland terugkeert? Hi wordt in 1934 de eerste
voorzitter van de Bond van Sovjetschrijvers⇲. Journalist Arkadi
Vaksberg haalt een uitspraak aan die zegt dat dit het moment is waarop de
kleinburger in Gorki het haalt van de schrijver: ‘De onafhankelijke, trotse, en verziende auteur veranderde in de
spreekbuis van het gezag. “Hij deed zichzelf vergeten,” zegt de toneelschrijver
Leonid Zorin, “dat een schrijver nooit mag toestaan dat hij een dienaar wordt
(…)”’
(°) De citaten komen uit Arkady
Vaksberg. The Murder of Maxim Gorky. A secret Execution. 2007.
New York, Enigma Books. 421 pp. Over dat boek heb ik hier⇲ eerder al een stuk gepost.
(°°) In Leon Trotski on
Literature and Art, pp 218-220.
1 opmerking:
Het is iets subtieler dan dat. Gorki was zowat de enige die het waagde nog opmerkingen te geven over Stalin's beleid. Maar zijn positie was vrijwel onaantastbaar, vanwege zijn zeer grote populariteit. Dat wil zeggen onaantastbaar tot binnen zekere limieten, natuurlijk.
Wat Parvus betreft, Lenin was weg van hem. Wat Lenin niet wist, en nooit geweten heeft, is dat meneer Parvus een agent was van de Duitsers. Lenin was nogal naïef over wie hij bewonderde, net als over sommigen van zijn medewerkers. Denk maar aan Stalin zelf, die hij veel te laat ontmaskerd heeft, en die hij ooit "die fantastische Georgiër" noemde. Denk ook aan pope Gapon, de man die de smeekmars van de Russische arbeiders leidde naar de afslachting van Zwarte zondag in 1905. Gapon was een getormenteerd figuur die eveneens door Lenin bewonderd werd, en die een dubbelagent en agent provocateur van de Ochrana was, weer iets dat Lenin nooit geweten heeft.
Een reactie posten