maandag 31 januari 2022

Tom America en de spaanders van Delphines koekoeksklok (*)

Rechts: Tom America met de beeltenis van Delphine Lecompte.



Muziek en poëzie samenbrengen, niet iedereen is er voorstander van. Muziek leidt dan alleen maar af, zegt bijvoorbeeld mijn geliefde. Sindsdien leg ik mezelf op om er voorzichtiger mee om te gaan; ik zie trouwens dat ik eigen voorbeelden al in een ver verleden moet zoeken, in een tijd waarin ik de technieken van Garageband en YouTube verre van beheers: Mijn laatste internetaankoop↗︎. Wanneer ik muziek aanwend is ’t ook altijd als achtergrond, zelfs als ’t origineel pianowerk van Dimer Geedts↗︎ betreft, zoals in De gevaarlijkste tramhalte↗︎. Geedts kiest daar trouwens zelf voor: ‘In den beginne is er het woord’, zegt hij bijbels, het gedicht primeert. 
Anderen gaan verder. Wanneer Kenneth Rexroth in de jaren vijftig poëzie op jazz zet, ontstaat er een gelijkwaardig samenspel. Ook daar — Thou Shalt Not Kill↗︎ — hoor je toch dat de poëzie blijft primeren, wat ons iets over het verschil met een songtekst leert: daar primeert de muziek. Het primaat van de poëzie is ook te horen op When The Revolution Comes↗︎ (1970) van The Last Poets↗︎. En dat geldt vandaag nog steeds wanneer Kate Tempest met haar muzikanten War Music↗︎ opvoert. Dat komt uiteraard omdat al de vernoemden dichters zijn. 
Dat verandert wanneer het initiatief van de muzikant uitgaat. David Sylvian↗︎ neemt de stem van dichter Franz Wright↗︎ mee naar huis om er zijn ding mee te doen. In zo'n geval↗︎ krijgt de muziek meer plaats, véél meer. Te onzent gaat niemand daarin zo ver als Tom America↗︎ die ik leer kennen doordat hij Delphine Lecomptes↗︎ stem mee naar huis neemt. Zes jaar later resulteert dat in Wonden en brutaliteit↗︎. Ik luister geboeid en waar ik toch weer achtergrondmuziek verwacht, hoor ik, gedicht na gedicht, iets anders. Tom America laat naast Delphines declamatie —  die hij in de studio zachtjes naar eigen behoefte ritmeert telkens nieuwe, om aandacht vragende klankcomposities horen, steeds weer andere ritmes en andere instrumenten. Je kunt er hier↗︎ een stukje van beluisteren.
Flor Vandekerckhove

(*) De titel verwijst naar een versregel uit Lecomptes gedicht ‘Niemand anders dan God’.                                                                                                               [328-446]

Geen opmerkingen: