De tekening is van Joanna Neborsky⇲. Ik vond hem boven een Engelse vertaling⇲ van Babels verhaal Het ontwaken (1930). |
EEN ALOMVATTENDE GEBEURTENIS als de Russische revolutie daagt iedereen uit, ook schrijvers. Zo’n gebeurtenis vraagt om nieuwe protagonisten, nieuwe manieren van schrijven, nieuwe literaire taal. De Sovjetschrijvers nemen afscheid van de typisch Russische bellettrie⇲. Osip Mandelstam⇲, en de ‘acmeïsten’⇲, zeggen wat in die context niet langer hoort: geen psychologische analyse, wel eenvoud en helderheid. Ze vermijden metafysische, mystieke en occulte termen ten faveure van aardse en concrete. Mandelstam verwerpt het grijze Petersburg à la Dostojevski, hij vraagt om 'zonnigheid’.
Babel voldoet daar wel aan. ‘De weg naar Brody’ besluit: ‘En wij reden de heldhaftige zonsondergang tegemoet. Zijn ziedende rivieren stroomden uit over de geborduurde handdoeken van de boerenakkers. De stilte kleurde roze.' Zonnigheid à volonté. Zegt Chudakova in Enigma (°): Babel leest als een lied. Na de eerste zin (‘En wij reden de heldhaftige zonsondergang tegemoet.’) hoort ze in gedachten een muziekje dat klinkt als ‘herinner je nu eerst alle beschrijvingen van zonsondergangen, waarna Babel er de zijne aan toevoegt: ‘Zijn ziedende rivieren stroomden uit over de geborduurde handdoeken van de boerenakkers. De stilte kleurde roze.’
Ze haalt een haar inziens belangrijke ‘Babelzin’ uit Di Grasso: ‘Wat heb ik nou aan hem, jammerde madame Schwarz ontroostbaar, terwijl haar grove, huilerige stem wegstierf, vandaag rotstreken, morgen rotstreken…’ Deze zin uit een eenzijdige dialoog kan, zegt Chudakova, wedijveren met de hele traditie van lange filosofische uitweidingen die eertijds verondersteld werden de lezer te instrueren. Hier wordt minimalisme een belangrijke kwaliteit die de eerbiedwaardige romantraditie ondermijnt. ‘De densiteit van de zin, zijn enorme compactheid, werd een van de belangrijkste kwaliteiten van Babels proza. Dit is een zin die verdient herlezen te worden, nauwlettend bekeken, bestudeerd. Dit is waarom Babels proza gemakkelijk kon wedijveren met romans.’
Je weet dat veel van deze ‘Babel-stukjes’ in De Laatste Vuurtorenwachter soortement kladblaadjes zijn, leesnotities die ik wil bewaren in de verwachting dat ze me ooit van pas komen. Voor lezers zijn die kladblaadjes niet erg interessant. Om zo’n kladblaadje een beetje op te fleuren geef ik er al eens een extra toets aan, zoals nu met de tekening in hoofding, illustratie bij Babels Het ontwaken. Vind ik in dat verhaal ook zo’n compacte zin als deze die Chudakova me voorhoudt?
In Het ontwaken (1930) verhaalt Babel hoe hij als kind vioollessen brost, lessen die hij hoort te volgen, om, tot eer en glorie van z’n vader, een bekende musicus te worden: ‘Bij armoede had mijn vader zich kunnen neerleggen, maar roem had hij nodig.’ Da’s een sterke zin, vind ik, ‘alzeggend’ en geen woord teveel. Die zin maakt ook duidelijk waarom ik — internetschrijver uit het begin van de 21ste eeuw, publicerend in een medium waar lezers vluchtig langslopen — veel van Babel kan leren, auteur die honderd jaar geleden schreef.
Flor Vandekerckhove⇲
Ze haalt een haar inziens belangrijke ‘Babelzin’ uit Di Grasso: ‘Wat heb ik nou aan hem, jammerde madame Schwarz ontroostbaar, terwijl haar grove, huilerige stem wegstierf, vandaag rotstreken, morgen rotstreken…’ Deze zin uit een eenzijdige dialoog kan, zegt Chudakova, wedijveren met de hele traditie van lange filosofische uitweidingen die eertijds verondersteld werden de lezer te instrueren. Hier wordt minimalisme een belangrijke kwaliteit die de eerbiedwaardige romantraditie ondermijnt. ‘De densiteit van de zin, zijn enorme compactheid, werd een van de belangrijkste kwaliteiten van Babels proza. Dit is een zin die verdient herlezen te worden, nauwlettend bekeken, bestudeerd. Dit is waarom Babels proza gemakkelijk kon wedijveren met romans.’
Je weet dat veel van deze ‘Babel-stukjes’ in De Laatste Vuurtorenwachter soortement kladblaadjes zijn, leesnotities die ik wil bewaren in de verwachting dat ze me ooit van pas komen. Voor lezers zijn die kladblaadjes niet erg interessant. Om zo’n kladblaadje een beetje op te fleuren geef ik er al eens een extra toets aan, zoals nu met de tekening in hoofding, illustratie bij Babels Het ontwaken. Vind ik in dat verhaal ook zo’n compacte zin als deze die Chudakova me voorhoudt?
In Het ontwaken (1930) verhaalt Babel hoe hij als kind vioollessen brost, lessen die hij hoort te volgen, om, tot eer en glorie van z’n vader, een bekende musicus te worden: ‘Bij armoede had mijn vader zich kunnen neerleggen, maar roem had hij nodig.’ Da’s een sterke zin, vind ik, ‘alzeggend’ en geen woord teveel. Die zin maakt ook duidelijk waarom ik — internetschrijver uit het begin van de 21ste eeuw, publicerend in een medium waar lezers vluchtig langslopen — veel van Babel kan leren, auteur die honderd jaar geleden schreef.
Flor Vandekerckhove⇲
Geen opmerkingen:
Een reactie posten