IK WAS de vierde man. Hoe lang hebben we die dag gekaart? Niet lang, ons spel bleek niet tegen de gebeurtenissen bestand. Terwijl w’ aan ’t kaarten waren ging de achterdeur open en daar stond Orson Welles, waarin mijn drie medespelers meteen Harry Lime herkenden. Die Lime stond nog maar in 't deurgat wanneer het hem duidelijk werd dat hij in een val aan ’t lopen was. Fluitsignalen, geroep en gestamp van laarzen. Lime ging er weer vandoor. Een indrukwekkende politiemacht stormde het café via de voordeur binnen en langs de achterdeur weer naar buiten. Lime probeerde via het riolenstelsel onder de stad te ontkomen. Weet dat daar een film van is, een van de mooiste ooit, een aanrader. (Flor Vandekerckhove⇲) (*)
(*) Wat hieraan voorafgaat leest u in De kaartclub van het Marc Aurel Café⇲.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten